Eind dit jaar verhuis ik, zélfs van werk, en laat Mechelen én Brussel aan z’n lot over en ga op het platteland wonen. En laat dat nou net in de buurt van het Albertkanaal zijn. Als straf kan je dit heus niet zien. Deze indrukwekkende waterweg (een erg drukke snelweg is béter) maakt op mij een enorme indruk. Na een paar stevige wandelingen is deze betonbak, die zowat de helft van België in twee snijd, in m’n kleren gaan kruipen en is er het verlangen om dit aan te pakken. Ik denk dat het voornamelijk komt door het erg heftig klotsende water dat maar moeilijk tot stilstand komt als er zo’n binnenvaartreus langs is gekomen. Het stroomt soms als gek en is troebel, behalve op zondag. Het ruikt er naar vis, voor wie het ruiken wil, en nog niet weinig! Het is zelfs zo dat m’n karpermicrobe terug toeslaat! Wie had dit gedacht?
Dat moet echter nog even wachten. Maar vorig weekend had ik na het leggen van een vloertje bij Marleen thuis nog een uurtje over. Met een vertikaalhengeltje en een doos shadjes in verschillende gewichtjes struinde ik wat langs de betonnen kaaien. Diagonalen vanaf de kant noemen ze dit in hengelsporttermen. 18 grams shadjes bleken mooi kontakt te houden met de bodem en ik voelde mooie mosselbanken tijdens het tikken op de bodem. Ik had al vrij vlug een leuke snoekbaars en mistte er later twee. Ze sabelden maar wat.
Het nodigt uit om méér, en dat komt nog. Volgend jaar woon ik er en wordt het grootste kanaal van België m’n thuiswater… Kan slechter, dacht ik zo?…
Als bijhorende fotoimpressie, hieronder een erg mooie van Phil Cottenier.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.
Comments
No comments yet.