Info


Ooit had een hengelverlof op een watertje van een drie à vier hectare te pakken gekregen. Dat was niet zo eenvoudig geweest, je kon beter op goede voet staan met de eigenaar om er te kunnen vissen. Ik wilde er kost wat kost vissen en via een karperkennis had ik foto’s gezien van wondermooie spiegeltjes. Niks speciaal groot, maar wel een prachtig oud bestand, én bijna allemaal met extreem veel hele kleine schubbetjes op de gouden flanken. Het merendeel van de vissen had ook vrij grote vinnen, wat te merken viel in de langdurige drils.
Ik had er een mooie tijd, op m’n alleentje. En kon er naar hartelust expirimenteren. Na verloop van tijd schatte ik het bestand op een goeie dertig vissen. De dikste, net boven de veertien kilo, ving ik uiteindelijk meermaals. Maar z’n vriendje, die ik toch regelmatig zag zwemmen in de hoek waar je niet mocht vissen, kreeg ik niet te pakken. Het verlangen was groot want de vis was erg mooi beschubd. Hij bleef de dans ontspringen, wat ik ook deed.
Eén zondagavond, ergens tegen de zomer aan, op een laat uurtje vissen net voor de drukke werkweek, was ik voor ‘t eerst aan de slag gegaan met tijgernoten. Dat was toen hét aas van het moment, en pas op mijn toneel verschenen. En ja zie, ze mochten die nootjes ook, en wie kwam er die avond ook lonken naar m’n net? Die mooie volschub, waar ik zo lang naar gesmacht had. Ben het vergeten maar ik dacht dat ie zo’n dertien kilo woog. Het bleek dat ik net geen camera bij had om het beest op dia vast te leggen… Na wat twijfelen vond ik er niks aan om het beest een dag in een bewaarzak te steken om hem nadien te kunnen fotograferen. Ik liet ‘m gaan, met de gedachte: ‘Jou krijg ik nog wel ‘s te pakken’. Maar, dat wist ik, dat kon best nog een paar jaar duren…
De volgende visbeurt echter, verhoorde de mooie vis m’n smachtende gebeden, en kwam spontaan aanbellen na een klein uurtje vissen. Lag hij in volle glorie in m’n net… Tijgernootjes vind ik toch zo lekker!…

Comments

No comments yet.

Leave a Reply