Gisteren langs de Vaart gewandeld, in een poging om m’n dinsdagavond zinvol te vullen. Ik hoopte op een aantal windes of ruisvoorns. Gesneden broodje gekocht en met het lichte materiaal op stap. Maar de ganse avond krijg ik geen kans. Het weer was er ook niet zo best voor en ik besef dat er met méér zon, ook meer mogelijkheden zijn. Ik kom Rie tegen die me een lift geeft tot bij m’n auto, wat me kilometers stappen spaart.
Al terugrijdend stop ik langs een oud stekje en ‘k zie twee stokbroden drijven in het kantje. Met daaronder een hele hele beste maar erg voorzichtige karper. Hij sloeberde zo nu en dan, en ik dacht: ‘Makker, jij ligt sebiet in m’n net’. Gelukkig had ik ook m’n karpermateriaal in de auto mee, dus dat was gauw opgetuigd.
Een klein korstje traagjes langs het stokbrood geparkeerd, maar na 20 minuten mocht hij of zij het nog altijd niet. Hij bleef hangen onder dat ene brood, nu en dan traagjes zabberend… én het begon al te schemeren. Dat brood bleef maar op en neer dobberen, als een meervaldobber zo groot. Over het aandere brood hadden zich een aantal ruisvoorns ontfermd, maar die vond ik op dat moment niet interessant genoeg. Die karper!
Dan maar een vlokje gemonteerd, traag zinkend, omdat dat nog eens wat wil forceren. Ik laat het zakken en zie het mooi traag naar beneden dwarrelen. Het witte vlekje verdwijnt in een flits, ik klop aan en vang verdorie een piepklein karpertje. Die was me helemaal ontgaan. Misschien 30 cm, een baby! Tja, de grote vis was met de noorderzon verdwenen natuurlijk! Verdomme, wat een gemiste kans… Maar, het ruikt naar méér.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.
Comments
No comments yet.