In de late namiddag nog efkes gaan vissen. Sta je eerst rustig tussen het vuil aan een oude kaai. Iemand tikt op een raam en wuift me weg. Hij wil niet dat ik hier vis. Ik haal m’n schouders op en schuifel verder. Een uur later roept er iemand op een bijzonder platte manier dat ik op deze -en andere- stek niet mag vissen. Was ik al ‘pissed’, dan nu helemaal! Hij blijft maar doordrammen en ik vraag hem wie hij is en wat hij daar doet. “Ik werk hier”: antwoordde hij. Het enige wat ik kon uitbrengen was: “Waarom doe je dat dan niet in plaats van iemands dag te verkloten?”.
Ik heb nu wel genoeg van die mooie mannetjes in Antwerpen Big City, tussen al hun vuil.
Ik reed dan maar ergens anders heen. Daar werd ik aangesproken door een ‘donkere’ sympathieke vrouw die wilde weten wat ik daar deed en of daar ook iet zwom. Was niet moeilijk want ik ving net een snoekbaars (geheel toevallig, hé).
Ik zei haar dat ik het nu wel gehad heb met de Antwerpenaren en het gesprek ging al vlug over de kerel aan het roer, die met z’n holle ogen. Toen zei ze: “Ik woon in Borgerhout, ik heb alleen last van de vuile lucht” en ze lachte nog eens. Vandaag toch nog één toffe mens in Antwerpen!
Comments
No comments yet.