Info

Gisteren was ik aan het vissen op het Hollands Diep ter hoogte van Strijensas, toen aan de overkant aan het eiland een beroepsvisser een zegen kwam trekken.
Ik dacht bij mezelf: ik ga eens kijken hoe ze dat doen en wat ze zoal vangen. Het ergste dat me kon overkomen, was dat ik een steen naar mijn hoofd geslingerd zou krijgen. Ik heb al erger meegemaakt.
Hierbij een verslagje van wat ik zag.

In het begin wordt tussen twee boten rechtlijnig een net uitgevaren. Onderaan het net een stevig touw met om de zoveel meter een stevige klomp lood om het tegen de bodem te houden. Bovenaan vlottertjes om het net aan de oppervlakte te houden en om de 50 meter een grote rode boei als waarschuwing voor de medemens. Ik schat de totale lengte van het net op zo’n 300 meter lang.
Het net wordt op het weid uitgestrekt en de boten trekken het naar het eiland toe. Waar het net werd uitgeworpen, was het zo’n 5 meter diep. Dieper gaat niet want met 5 meter zitten ze tegen de maximale breedte van hun net aan.
De mannen aan boord (een 4-tal) waren uiterst vriendelijk, ik mocht gewoon naast hun boot gaan liggen en vragen wat ik wou. Ze gingen hun gewone gang en ik zat er met mijn neus op.
Het eerste wat opviel, is dat het bijzonder lang duurt eer de beide boten naar elkaar toe gevaren zijn. Er komt bijzonder veel kracht bij kijken om dat net min of meer te sluiten. Zeker in het begin kan de vis met alle gemak uit het net zwemmen, maar ook op het eind moet er zeker nog vis ter hoogte van de boten ontsnappen. Het systeem is verre van ‘sluitend’.
Eénmaal de boten bij het eiland, gingen ze horizontaal met de oever liggen en werden er meerdere ankers uitgeworpen op de stenen oeverbescherming zodat de boten stil lagen als het net met een lier werd binnen getrokken. De bovenkant gaat in een lier en de onderkant wordt manueel binnen getrokken. Daarbij komt allerlei rommel binnen waarbij een damesfiets.
Eénmaal alles binnen, wordt de zak van het net (waar de vis in zit) tussen de twee boten gespannen, en wordt de vis gesorteerd. Wat zat erin?
Een steur (vingen ze naar verluidt de laatste tijd wel meer): werd terug gezet;
Een 5-tal kleinere snoeken: werden terug gezet;
Een 20-tal snoekbaarzen, geen grote, allemaal tussen de 40-55: werden allemaal behouden;
De rest (brasem (in de minderheid), voornamelijk blankvoorn en baars)) werd allemaal terug gezet;
Ik heb geen karpers in het net gezien;
Er werd me gezegd dat:
Snoek en baars altijd worden terug gezet; daarvoor hebben ze geen vergunning en er is ook geen vraag naar deze vissen;
Dat lijkt me logisch en in de praktijk verifieerbaar: ik vang goed snoek en baars op het Hollands Diep en bemerk door de jaren geen achteruitgang, meer zelf de snoekstand gaat er op vooruit en dat zou niet het geval zijn mocht de snoek door de beroepsvisserij systematisch worden meegenomen. Een zelfde evolutie heb ik gezien op het Volkerak. In een ver verleden was dit een meterparadijs, een beetje het Lac du Der van het snoekvissen. Toen kwam een beroepsvisser langs, en was het over met de pret. De laatste jaren heeft de snoekstand zich op het Volkerak spectaculair hersteld. Dit zou niet het geval zijn mocht de beroepsvisser de snoek systematisch meenemen.
Ik wil niet gezegd hebben dat ze nooit snoeken meenemen. Iedere hengelsportvereniging in België zet ieder jaar wel wat snoek uit, maar dat is een zeer kleine hoeveelheid in vergelijking met de tonnen brasem en voorn die jaarlijks vanuit Nederland richting België worden versast. Ook hier zullen het wellicht de kleinere exemplaren zijn (tot 80 cm) omdat de grote gewoon niet (ver)handelbaar zijn.
Witvis wordt voorlopig niet meegenomen; deze dient nog “uit te harden”. Het water dient nog verder af te koelen want met de huidige watertemperatuur kan je de witvis niet bijhouden. Er is te veel verlies dus wordt gewacht en gaat voorlopig alles terug. Lijkt me ook logisch want in België (waar veel van de Nederlandse witvis naar toe gaat) vinden die visuitzettingen maar plaats in de periode januari-februari.
Het was hun uiteindelijk enkel om de snoekbaars te doen. Per trek vingen ze er een 20-30-tal. Met 10 trekken per dag (zal kloppen want de trek duurde een uurtje), kwamen ze aan een gemiddelde van 300 snoekbaarzen per dag. Als ze dat 20 dagen per maand doen, komen we aan 6.000 snoekbaarzen per maand.
Gelukkig voor ons heeft de techniek zijn beperkingen. Ze kunnen het eigenlijk enkel maar doen op traag aflopende plateaus of geultjes die aan de kanten mooi gelijk oplopen (denk aan de Carolinageul op het Volkerak). Grillig bodemverloop werkt niet want dan kan het net onderaan niet tegen de bodem gehouden worden. Op open water kan het ook niet omdat de boten bij het binnen trekken van het net echt muurvast moeten worden geankerd om het net binnen te lieren. Diep water is ook uitgesloten want hun net reikt niet zo diep. Er zijn dus maar een heel beperkt aantal plaatsen waar ze met de zegen kunnen vissen, en dat is verwaarloosbaar klein in vergelijking met de oppervlakte van het Hollands Diep. De overgrote meerderheid van de snoekbaars ontsnapt dus aan de zegen.
Ik bleef daarom zitten met een gemengd gevoel. Enerzijds was het gebied dat ze hebben afgevist miniem klein, en visten ze een stukje af waar ik eigenlijk nooit of te nimmer een snoekbaarsvisser zie vissen (een licht aflopend plateau zonder vermeldenswaardige topografie – voor vertikalers waardeloos als stek) en toch kwamen er van dit stukje, een 20-tal snoekbaarzen af. Ze zitten er dus wel degelijk.
Er zaten ook geen grote snoekbaarzen bij. Uiteraard is het heel voorbarig conclusies te trekken uit één zegentrek, maar zou het kunnen dat de grote schuwer zijn en bij het begin van de zegentrek weg zwemmen terwijl de kleinere blijven zitten? Is dat de reden waarom er op het Volkerak, verhoudingsgewijze, veel meer grote snoekbaars zit dan kleinere (zie de uitslag van de laatste NKS-wedstrijd)? Er moet een reden zijn waarom je daar een soort omgekeerde piramide hebt. Verdwijnen de kleinere in het net en ontsnappen de grotere er op tijd uit? Of worden ze terug gezet? Ik heb bij de visboer hier in Vlaanderen nog nooit een grote snoekbaars zien liggen. Het zijn allemaal vissen tot zo’n 55 cm lang, het maatje dat vlot verkoopbaar is en culinair makkelijk in zijn geheel verwerkbaar is. Ik ben dom weg vergeten vragen of ze ook grote snoekbaars vangen en of ze die terug zetten? Het zal voor de volgende keer zijn.
Anderzijds is het overduidelijk dat je met name op de rivieren (waarlangs de snoekbaars naar het Hollands Diep en Haringvliet migreert), heel grote schade kan aanbrengen als je dag in dag uit tussen de kribben gaat zegenen. Daar kunnen ze zonder probleem zegenen en net daar zit veel snoekbaars. Daar ligt het grote pijnpunt. Gezien het type snoekbaars dat onttrokken wordt, valt niet te betwisten dat vooral vertikaalvissers dit moeten voelen. Uitzonderingen niet te na gesproken, valt het gros van de snoekbaars die op het Hollands Diep vertikaal wordt gevangen, in de categorie 40-55 cm. Als deze klasse dag in dag uit à rato van 300 stuks per boot wordt weg gevangen, ga je dit voelen. Daar zit de wonde. Ik zou zeggen, Sportvisserij Nederland, los dit op.

Luc Van Litsenborg

Comments

No comments yet.

Leave a Reply