Zaterdag was vliegvisdag op het zoute sop. Marc was onverwacht ziek gevallen en ik besloot om dan maar alleen te vertrekken. Het brakke water van dit meer is kraakhelder en dit is een psychologische drempel van formaat. Niet iedereen is opgewassen tegen het idee dat je nauwelijks een vis ziet zwemmen in dit aquariumwater en dat je de ganse dag stug moet volhouden. Gelukkig heb ik er vroeger redelijk goed gevangen. Het vertrouwen is er nog altijd.
Ik doe verschillende stekken aan maar zie van ‘s morgens tot ‘s avonds geen stoot. Eén kolk in het oppervlak binnen werpafstand doet me er in geloven dat er wel degelijk vis in de buurt rondhangt.
In de vooravond wissel ik van stek, de plek waar ik ooit een fantastische 72 cm forel ving. Ik zie iemand honderd meter verder een dikke vis vangen. Later zie ik de foto’s, 68 cm donkerpaarse regenboog met een haak op de onderkaak en een rij tanden om u tegen te zeggen. Bruut!
Dat geeft hoop. Op het ondiep vissen geeft me geen resultaat en ik schakel over naar een intermediate-lijn en snelzinkende streamers. De bodem schrapen als het ware. Drie worpen op deze diepe stek en ik krijg een aanbeet. Een kleine forel. Maar, de nul is van het bord, altijd goed daar. Wat later krijg ik het erg koud in deze barre noordenwind. Rillend doe ik optimistisch verder, en ik zie plots een beer van forel voorbij zwemmen. Tien minuten later zie ik -ontegensprekelijk- dezelfde vis vanaf een meter of vier verder accelereren naar m’n stil hangende vlieg. Net op het laatste nippertje houd ze in en knalt ze vliegensvlug terug vanwaar ze kwam. Als me dat geen dressuur is. Die kent het klappen van de vliegenhengel!
Ik wissel wat van technieken en een kwartiertje later cirkelen er zelfs drie dikke vissen in het diepe onder m’n subtiel aangeboden vlieg. Héél spannend, maar helaas geen actie meer…
Ik wissel nog eens van stek en krijg direct een hevige por, maar haak de vis niet. Een paar minuten later haak ik er wel één van en de lijn knapt. Mooie vis kwijt. Brute pech, dat was de vis van de dag. Even later terug een hevige ruk aan de lijn, en geen kans om de forel te haken. Dit soort staartbijters ken ik van vroeger. Deze vissen weten wat er kan gebeuren. De volgende keer moet ik wat kleiner vissen, dieper en nog subtieler.
Wat een visserij, en wat een prachtige vissen zwemmen daar nog altijd rond. Ik heb het zo koud dat het tegen schemer voor gezien hou, en met een doos Pringles in de hand en de verwarming op tien rij ik goedgemutst naar huis.
Een bruine jongen in een véél te grote Mercedes wil me van de weg drummen, irriteert me met z’n lichten en de bijna zoenende bumpers. Ik vind niet dat 130 te traag is, en ga dus niet zomaar uit de weg. Ik wens hem van de wereld maar de mooie zonsondergang doet me er aan denken me er zo niet druk in te maken. Ik glimlach. Hij gaat er als een speer vandoor. Ik ben hem direct vergeten. Net tegen de Belgische grens staat dit kereltje stil op de pechstrook, met een hoop politie er rond. Ik glimlach, geniet er van.
Gisterenavond nog een uurtje vissen. Voerstekje met maïs op nog geen 60cm water. Een voorbijzwemmende karper duikt naar beneden op het voer en gaat er voor. Schuimplakkaat en bellen. Ik wrijf in mijn handen en zit het glimlachend aan te zien. een half uur later nog altijd hetzelfde maar nog geen tikje gezien. Ik verander de setup, de helft subtieler dan het al was en met één maiskorreltje ipv twee. Direct loopt het pennetje weg. Oog-opener dus! Ik sla mis. Het gebruis stopt abrupt en het beest is verdwijnt in alle stilte. Nog geen kolk. Het is het weekend van de slimmere vissen.
Hi Geert,
Schoon geschreven, was leuk om te lezen. Ik wens je een dikke forel volgende keer.
Jaja, de voorzichtige vissen, van die bekomt een bolt-rig visser niet veel mee.
Groetjes,
Alex