Info

Na de vier kleppers die bij ons dit weekend de kant zagen was de dag op het werk (28 graden achter m’n computer) weer nodeloos lang. Ik smachtte, ojojo, ik smachtte. Deed om 18u aan overdreven snelheid. At en dronk niet eens. En reed subito naar het water nadat ik thuis het allerhoogstnodige visgerij had opgehaald.
Zocht vlug wat vis op. Strategisch gevoederd, en er was verdorie rap reactie! Ik liet m’n aas tussen de bomen indalen, en kon direct, maar dan ook direct, aanslaan. M’n onthaakmat lag niet eens open. Afromen noemen ze dat. Het werd wat geklungel maar ik kreeg een 11,8 kg. schub op de mat, en een toevallige passant zette het beestje op de foto. Spijtig genoeg zijn er zelfs mensen die met de allersimpelste digitale camera nog geen scherpe foto kunnen maken. Maar, dat geeft niet.
Even later krijg ik babbelend gezelschap, dat enthousiast van wal steekt met het vertellen over persoonlijke problemen. Veel frustraties leven bij veel mensen. Kijk, daarom ga ik trouwens ook vissen. De karpers zijn er nog maar houden zich gedeisd na al dit verbaal geweld. Ze doen zelfs wat nerveus.
De kerel, hoe sympathiek ook, blijft woorden spuwen, houd niet op, en het is bijna donker. Inmiddels is ook Ben gearriveerd, en uiteindelijk gaat de ‘brave’ jongen er vandoor.
Geen vis meer vanavond, maar de dag is in stijl afgesloten. Mét karper, en een Jupilerke.


Zaterdag had ik, vrijwel onverwacht, Ben uitgenodigd om een dagsessie te doen. Al dat nachtelijk gekampeer is niks meer voor mij. Vooral die muggen niet! Om 6u30 stond ik paraat aan het water maar den brave Ben had zich stevig overslapen. Twee uur later kwam hij opdagen, en ik had toen al een leuke spiegel van een goede zeven kilo gevangen. En een vis gelost op een nieuw stiff-rigje, dat er dadelijk terug afging. Toen ik een uurtje later een haperende beet kreeg, sloeg ik aan, een gat in de lucht, en draaide dan maar binnen. Halverwege zie ik een kolk achter m’n aas, en er volgt een tikje. Een snoekje volgt het spinnende aas, en geeft niet af. Ik speel het spelletje mee en ram er de haak in. Geen verweer op de zware karperhengel. Toch leuk deze babysnoek.
Ben ariveert totaal verwaaid en is over z’n toeren over de gemiste twee uur. Maar alle hengels liggen algauw in strategische posities en het duurt niet lang, geen wartier, voor hij kan aantikken op een stevige run. Het duurde lang en het gevecht ging diep. Ik kon een 18,2 kg. spiegel voor ‘m scheppen. Ben was enorm in de wolken, ik ook trouwens, wat een dag ging dit worden? We waren net de eerste foto’s aan het nemen toen er een run kwam aan de andere hengels… ik repte me er naar toe en even later verscheen er een beste vis in het heldere water. Een spiegel van 16,6 kg. Niet nodig om te zeggen dat ik in de wolken was, zeker? Beide vissen werden gefotografeerd in het strijkende ochtendlicht en even later gingen ze terug. Super-result!
We zaten de voormiddag uit en er kwamen nog twee kleinere vissen van ong. 7 kilo op de kant, het ene was een wel erg mooi beschub spiegeltje. Ook werd er nog een snelle vis verspeeld in de talrijke obstakels.



Toen kwamen er andere vissers aan en we bliezen de aftocht voor een welkom drankje, erg welkom in dit broeierige weer! Ik durfde onze vangsten niet echt kwijt en was benieuwd wat zij in de loop van de dag nog van die stek zouden afhalen. Zou het sterven, was het over?
Na de nodige verfrissingen was de nood aan nóg méér vis blijkbaar hoog, want we wilden graag terug. Zwommen er nog bonussen rond? Eén en ander zag er veelbelovend uit en om een lang verhaal kort te maken, helemaal niet uit te wijden over deze saaiste karpertechnieken, een korte samenvatting. Ben ving op een andere stek nog de mooie grijze ‘Magnolia’ op 16,2 kg. en ik op een nog andere stek de verweerde en sterk vermagerende ‘oude knar’ op net 15 kg. Deze vis, daar vrees ik voor, die zal waarschijnlijk sterven. Zo’n kop, en helemaal geen lijf meer. Ik had die een paar jaar geleden ook eens, maar dan veel zwaarder op 19,4 kg. Spijtig, maar zo gaat het nou eenmaal…
We called it a day, pakten verslijmd in, en reden helemaal in de wolken naar de Midzeelhoeve voor de afsluiter van de dag, Steak met Belgische frietjes met de bijhorende frisse pintjes! Jupiler rules! Lekker adresje!
Wederom een zalige dag, samen met den hoogst aangename Ben, mooie weer, en verdomme zeg nou zelf, vier dertigers op een zomerse dag! Kan het nog beter?…


Nu de lente uit z’n knoppen barst, bomen bloesemen, nu moet ik eruit. Weeral ademhalen. Gisterenavond. Geen haar op m’n hoofd die eraan dacht om thuis te gaan hokken.
Koortsachtig zocht ik na m’n werk twee blikjes zoete mais en toog naar het parkwatertje achter m’n appartement in Mechelen.
Twee karpervissers gingen juist weg, én ze hadden niks gevangen. Eigenaardig want dit water barst van brasems en kolkt van karper. Ik mocht en wilde het vanavond beleven. Twintig centimeter uit het kantje stond m’n pennetje op z’n scherpst. Ben, die op bezoek kwam, had zelfs wat moeite om het te zien, zei hij (ach, de jeugd hé!). Maar, ‘t enige die deze avond m’n pen ondertrok was brasem. En ze deden het kalmpjes aan. Geen zelfmoordpogingen zoals ik het hier al veel meegemaakt heb. Ze waren erg voorzichtig. Dus, ik had een brasem of vier, en geen karper. Die lagen in het midden van het plasje, in de laatse zonnestralen…
Eigenlijk, dacht ik, had ik beter met hondebrokjes aan de oppervlakte kunnen… ach ja, dat is misschien iets voor donderdagavond…
In het donker, vond Ben dat het ongeveer tijd was voor een doorspoelertje, en we trommelden Gunther op via de moderne communicatiemidelen, met de fiere melding dat ik net de machtige oude ‘Pompier’ op de kant had gelegd en we het wapenfeit gingen vieren in Café Het Anker, met uitzicht op de stek waar ik ooit dat superseizoen vistte. De Pompier, daar geloofde hij geen snars van, maar dat koele pintje had een aantrekkingskracht op ‘m, amai, net zoals een karper met veel genoegen in een bedje hennep&maples duikt. Geslaagde avond zonder vis.

Een mooie vis uit het superseizoen: de Warrelschub.

Na dertig jaar aan het water zou je denken dat je er op z’n minst iets van terecht brengt? Nee, het kan erger. Ieder seizoen heb ik een dag waarbij alles, maar dan ook echt alles, misgaat. Eergisteren, Paaszondag was een stralende en warme dag. Marleen, Jan en ik hadden al een prachtig natuuruitstapje gemaakt in de Pikhakendonk in Hever. Met een koppeltje ijsvogels, een groene specht en een bijna vertrappelde fazant waren we al dik tevreden. En die zon, die zon!…
We hadden nog een paar uur over voor ‘t avondeten, en deze stelde voor om een brood te kopen en nog eventjes met de korst te vissen. Het kon niet anders dat we enkele karpers aan het oppervlak zouden vinden.
En ja, ze lagen er. Niet zo aanwezig als op de heetste zomerdagen, maar toch zichtbaar genietend van de warme stralen. De eerste korsten werden met veel misbaar naar binnen geslurpt. Maar na een korst of tien verdween het ganse zootje voor een tijd uit zicht. Toen ze terug kwamen presenteerde ik er een klein korstje tussen. Wat later verdween het gorgelend in een mooie gele toeter. Ik schatte hem misschien een kilo of dertien. Er volgde een trage aanslag en de mooie vis zette koers naar open water, weg van een in ‘t water liggende boom. Mooi! Jan stond te huppelen: ‘Krijg ik die hengel nou, vlug?…” Hij sprong met z’n korte laarzen de oever af in het ondiepe kantje en ik gaf de hengel door. Hij doet het al mooi, dat drillen. Met een hengel van 1 1/2 Lbs gaat het hem goed af. Heel wat anders dan de zachte 2 3/4 Lbs Bruce Ashby poken die ik hier anders gebruik. Plotseling zeilde de vis af, terug naar de obstakels en toen het dreigde mis te gaan nam ik de hengel over om te redden wat er misschien nog te redden viel. Nee, hop de takken in en het spektakel was onmiddellijk over.
Pech, dat wel, maar er waren zeker nog kansen voor de avond viel. Twintig minuten later konden we een korstje aan een mooie vis presenteren, die nam het zonder moeilijk te doen. Een leuke spannende dril, die ik half deelde met m’n zoon, en wat later schoof ik het net onder een leuke spiegel. Deze vis had ik nog nooit gezien, een mooie donkere oude spiegel, met een klein bultje opzij, en erg sprekende grote gele schubben op z’n staartpartij. Ik beet de lijn door om met z’n tweetjes, en de vis gemakkelijker op de kant te kunnen. Hé, de vis zwom door m’n net heen, hoe was dat mogelijk? Toen zag ik pas wat er aan de hand was. Ik had het verkeerde net mee. Opengescheurd aan de ene kant. Ik had dat net toch veranderd? Verdorie, ik had echt een oud net uit de kelder meegenomen. Ik bracht er echt niets van terecht vandaag. Jan werd er zelfs boos om. Hoe kun je nu zo’n vis laten ontsnappen als ie al in het net lag? Dus, vis twee die nu met een haak in z’n bek rondzwemt. Ik kon er niet om lachen, dat spreekt voor zich.
Na deze commotie waren ze met z’n allen verdwenen, en we besloten om het op een andere stekje te proberen. Wat was dat? Daar zwommen een vijftal vissen, en pas wat later zag ik hoe groot sommigen waren. Dit waren dé toppers van het watertje. Toen we aankwamen had ik er al gevoerd, het meest was verdwenen, dus ‘friesbeede’ ik nog wat sneetjes bij. Er volgde direct reactie. De dolfijntjes lieten zich zien. Geen minuut later sleepte ik m’n korst van over de vissen naar hen toe. De grootste nam de korst beet, en kreeg ze niet binnen. Ze was nog niet doorweekt. Het spelletje ging even door, gemorrel met die korst onder water. O, wat is het water er helder! Ik veronderstelde dat m’n haak er niet meer inzat, en dat was ook zo. Een nieuw langwerpig stukje werd op de haak genaaid en over de vissen gegooid. Deze keer was het wel raak, de grootste van de bende! Ik zag de korst, toe hij wegzakte, traag in z’n bek verdwijnen. Hij ging er met veel misbaar vandoor toen ik aansloeg, maar ik stond direct met een knallend zweepje, zoals Joris dat ooit zo mooi wist te omschrijven. Hoe was het mogelijk, lijnbreuk, lijnbreuk! Marleen stond er bij en ze keek het allemaal wat aan. Lijnbreuk! Jan verdacht me al van wanpraktijken… De enige reden die ik kon bedenken was dat m’n lijn rond mijn topoog was gedraaid? Flauw excuus, ik weet het. Eén van de beren van het water en ik verspeel hem tijdens het aanslaan! Ik dacht, maar wist niet zeker, dat het die uitnodigings-vis was die David hier vorig jaar nog ving, toen hij een dagje met me mee viste. De week nadien had ik het beest terug, op dezelfde stek als nu, én op de korst. Het deed me er zó aan denken, dat het wel zó moest zijn. Een vis van 17, misschien achttien kilo, zoiets. God en verdorie, lijnbreuk.
Ja, ze waren natuurlijk terug met z’n allen verdwenen. De kansen waren geweest. We dropen af, en deze keer helaas niet van het slijm…
Drie vissen verspeeld, hoe is het mogelijk. Als alles misgaat…


Was het gisteren in België goed weer of niet? De godganse dag kon ik niet laten om vanaf de derde verdieping op het werk buiten te kijken over een zonovergoten Brussel. Om zes uur was het te erg geworden. Ik stoof naar huis. Thuis greep ik m’n baitcaster, één plug en één reserve shad, én de onthaaktang (je weet maar nooit!).
Tien minuten later moest ik gewoon aan het water zijn. Adem halen. Nu… direct!
Het ziet er prachtig uit, alles schiet groen uit, maar alleen de snoeken waren niet actief. Niks gevangen dus.
Tijdens de wandeling merk ik ook dat de plaatselijke jeugd ook geniet van de lente. Langs het water is al gebarbecued, en het ligt er vol achtergelaten vuilnis. Ik word er niet goed van, vreselijk. Krijgen kinderen geen dan goede opvoeding meer, of is het uit collectieve nalatigheid? Anayway, ik stond er op te kijken, en had een gevoel van plaatsvervangende schaamte!
Wat verstrooid werp ik verkeerd, een pruik in m’n reeltje, lijn kapot en m’n plug verdijnt met een fraaie boog in het water. Een kwartier of langer sta ik te milimeterwerpen om de plug van het wateroppervlak te grissen. En dat lukte uiteindelijk.
Even later ging de zon gloeiend onder, en ik kon er toch maar lekker van genieten. Zag drie karpers rollen op het einde van de wind, en vond het nogal wat. De karpervisser even verderop had ze niet opgemerkt. Trouwens, men moet leren kijken om te zien.

Vorige woensdag ging ik, wat ziekjes, aan een water in de buurt even werpen met m’n kunstaas, moest even ademhalen na het werk. Ik kreeg een teken, het was er zo duister, diffuus duister licht. en dat voorspelde niks goeds. Maar in het heldere water kon ik m’n kunstaas al van veraf volgen afstekend tegen die donkre wolken. Ik verbaasde me ook over de hoeveelheid water die er de laatse maanden was bijgekomen. Meer dan een meter, op z’n minst teveel voor m’n lieslaarzen! De hemel opende zich, en de achterklep van m’n Berlingo werd m’n schuiloord. Dit werd niks meer. Geen snoek gezien.
Ik had onze zaterdagse én nederlandse boottrip met Luc Van Litsenborg afgezegd, omdat ik me niet goed voelde.
Zaterdagmorgen ging ik, nog altijd ziekjes, langs bij Gunther en Ben die op een Fortwater een gezellige karpersessie deden. Die whiskey-cloa’s toch! Een viertal karpers hadden reeds de kant gezien, en ja, er zat verdorie weer een dertigponder bij! Een vis die op dat water zelden op de kant komt… mooi! Trouwens een erg mooie schub die vanaf nu ook op mn verlanglijstje staat!
Ik had m’n streamerhengel bij, kon het niet laten, en half verdoofd liep ik een uurtje of wat wat te dolen. Het water was kraakhelder en ik kon zo een aantal vissen in het kantje zien liggen.
Een kleine snoek greep mis, maar hoe kun je die halve zwart-fluogroene kip nou missen? Maar even later had ik ‘m toch.
Toen ik bij de karpermannen vertrok ging ik nog even hetzelfde stekje af. Nog wat actie van kleine vis en toen kwam daar plots die grote bek tevoorschijn die graag en traag m’n streame trachtte binnen te zuigen. Ook mis verdorie!
Wat een vis voor dit kleine Belgische water. Ik kletste de streamer terug het water in en voer hem diep achter de vis terug. Deze keer stoof zij erop als een ‘wilde vrouw’ die het op onze vriend Ben voorzien had! Gehaakt, en een korte gevech! Een lange vis maar extreem mager. Had er zelfs medelijden mee… zou er dan zo weinig proovis op ons fortwater rondzwemmen of is het een vis op z’n retour?
Ik toog met het beest naar Ben en Gunther, even verderop. Ben schatte, ik schatte en we hielden het op een 97 cm. Dat verdomde meetlint lag immers nog thuis. Maakt niet uit, de vis toonde zo mager dat het niet eens opviel. Ze zwom traag terug weg.


Zondag ging ik bij m’n ouders langs. M’n ma werd zeventig en dat moest gevierd. Ik ging ook even langs bij Geert Ballevier, één van m’n echte jeugdvrienden. Hij is erg onder de voet van de recente visterfte op de Gavers. Het water waar ook ik ooit vier jaar van m’n leven sleet, op zoek naar de grote karpers. De kroon van het water is niet meer. Een zestigtal vissen legden het loodje. Waarschijnlijk veel meer. Zéker 18 veertigponders en twee vijftigponders zijn dood gevonden. Wat erg. Zelfs vissen die ik ginds in 1992 ving (ha, wat was ik jong toen én mager!). De doodsoorzaak is nog niet duidelijk. We zijn er het hart van in. (Ondertussen, eind April, zijn er bijna 200 vissen gestorven…)
Maar, Geert toonde me ook z’n pas opgestarte kweekstation voor Discusvissen. en dat begint erg aardig te lukken. Erg mooi om de oudervissen te zien rondzwemmen met de nooit uit het oog te verliezen kroost!

Gisterennamiddag maakte ik nog een wandeling langs het kanaal Kortrijk-Bossuit waar het voor mij méér dan dertig jaar geleden allemaal begon. Waar ik ooit leerde vissen, en vrienschappen werden gesmeed. Het is er zo veranderd. Bepaalde stekken zijn onder drie meter beton verdwenen, en op andere plekjes zijn jonge scheuten heuse bomen geworden. Tja… het doet me altijd raar om er terug te gaan, en steekt de nostalgie de kop op. Op de foto hieronder onder zie een piepjonge Phil Cottenier met een vis uit ’87 van dit kanaal, een vis die ik het jaar nadien ook ving.
Gisteren kwamen een paar karpers reeds aan de oppervlakte azen op in het water gesmeten broodkortsen, en ik zag ook een paar kleine schubs die zich helemaal uit het water slingerden. Zichtbaar onder impuls van de erg mooie dag! Ma kon een slechtere dag gelukt hebben om zeventig te worden!
Man man, ik ben nog altijd ziek. Ooit word ik beter.


Vanaf nu kan je op deze blog, door te klikken op de recente foto’s,
deze beelden groter bekijken. Dat heeft wel wat vind ik…
Van nu af staan ook alle posts onder elkaar.
Door naar beneden te scrollen ga je dus terug in de tijd, en lees je alles chronologisch.
Ach ja, van nu af aan kan je ook terug berichten nalaten (onderaan de post klikken!). Doen!
Veel plezier!…
De schub hieronder is één van de 11kg. vissen van dit weekend, en het mooie ‘bosviooltje’ heb ik vorige week aan de Maas gefotografeerd.


Gisteren tijdens dat gure weertje moesten we zonodig nog eens uitpakken. Om 4u30 op, en op weg naar Nederland en z’n roofvissen in al z’n glorie, op het open water. Dat bijna niet bevisbaar was wegens de snoeharde rukwinden. Luc en ik hadden getrailerd op een ons onbekende plek om dichter bij onze visgronden te kunnen beginnen. Dat wilde wel lukken want even later had ik al direct beet, een vis die ik loste. Kort, tussen de hevige wind, koude regen door speelde ik er in de loop van de dag dus een viertal kwijt, Luc minstens evenveel, heel eigenaardig, en we hadden eer geen uitleg voor. Ik had uiteindelijk een vijftal snoeken, hij een drietal. Luc had wat pech met de grootte, ze waren middelmaatjes, en ik voelde me wat schuldig. Maar ja, dat is vissen, dat heb je voor als je samen uit een boot vist. Bij het uitkomen van een stukje vaart ging er op een onverwachtte plek een snoek op een niet mis te verstane manier aan m’n aas hangen, hop, 102 cm. M’n dag was weeral erruhhh goed…
Navigeren en driften was geen lachertje wegens de wind, maar na het omdraaien aan een kort hoekje sleurde een vis m’n hengel over de rand van de boot. Luc kon er nog net aan en ik begon aan een flinke dril waarbij m’n hengel brak, godverdomme. Ik werd wat nerveus maar kon de vis onder de kalmerende woorden van Luc toch nog handlanden. Allah,104 cm met een buikomtrek van 55 cm! Nooit gezien. Wat zijn die vissen verdorie dik dit jaar! Die gebroken hengel nam ik er wel bij. Dat is nou de tweede Shimano die eraan gaat… Tja… Als de pech eenmaal begint.. dan vang je blijkbaar goed?…
‘s Avonds na het uitdriften naar onze stek toe, begon het goed te spoken, zon, en toch werd het behoorlijk donker. Regen, hagel en sneeuw, enkel een hittegolf hadden we nog niet gehad!
Om het compleet te maken, reed ik de auto vast tijdens het traileren van de boot. Dat werkje nam een erg ruim uurtje in beslag!… Om 23u30 thuis, goed gaargestoofd door alle de actie en de kou.
Maare, visweer was het wél! Geen andere vissers te bekennen. Zijn we gek? Of niet? Nee.

Zaterdagmorgen werd het karpervissen! Nou ga je het niet geloven maar ik was er rond 8u ‘s morgens en ik pas om 10u30 het gevoel dat ik echt aan het vissen was. Een maal in de struiken gegooid, kapotgetrokken, één maal vast tijdens het uitdraaien, In m’n vinger gesneden tijdens het kapottrekken, wat een idioot ben ik. Zowat een tiental worpen voor ik goed lag, naar mijn idee. De verdomde struiken waren in een week allemaal een meter gegroeid want ze zagen kans om altijd maar mijn lijn en lood te pakken te krijgen. ik kreeg er de pukkels van. En de actie begon in de vorm van drie dikke zeelten, nog voor ik een balletje gevoederd had. Dat kon niet goed zijn voor het verloop van de dag. Wat later stond ik met de kleine behoefte in de struiken, en een karper had de behoefte om de obstakels in te duiken, nog voor ik m’n broek toe had. Tja, als je met pech begint, eindig je meestal wat later met… een 15,4 spiegel die wel zin had in m’n nieuwe 16 mm boilies. Aha mooi, wat een harde dril, het mannetje bleef maar gaan. Hup, de zak in en dapper verderdoen! Gunther en Ben kwamen aangewandeld voor een biertje, en het werd een gezellige ochtend. Toen ik wat later een schub van een kilo of elf op de mat gelegd had, ging er nog een andere vandoor. Ben drilde de vis uit en met z’n 13+ kilo mocht hij er wezen! Het werd een leuke fotopose. Er volgde nog een vis van een 11 kg. Ondertussen had ik ook nog twee te dikke brasems op de kant. Het stopte gewoon niet. Ik vertrok tegen 14u en ik had niet de kans gehad om ook maar eventjes in mijn stoeltje te gaan zitten. Dat doe ik in ‘t vervolg ook niet meer mee. Gunther was ondertussen aan de overkant van het water aan het vissen geslagen, en daar kon ik gaan uitblazen. Mooie start van ‘t weekend, ook al was het met de nodige pech begonnen. Ik was kapot!

Jan had me gevraagd om zaterdagmorgen te gaan vissen. Nu moet je mij dat geen twee keer zeggen, daar vind ik wel een gaatje voor. Slechts twee dagen kunnen voeren maar dat zou wel volstaan met dit heldere zonnige weer. Opstaan was voor onze Jan wat moeilijker maar na een flink bord corn flakes zette ie toch nog z’n tanden in m’n vismateriaal. We waren vlug opgetuigd, en hij hanteerde met veel plezier de katapult en vond ter plekke het ‘verspreid voeren’ terug uit! Niet getreurd, het aas werd met een beetje hulp van papa op de goeie stekken gedeponeerd. Om daarna prompt te starten met een misser, een niet gehaakte vis. Ik begon al direct te twijfelen aan die kleine Ashima haakjes die Gunther zo fantastisch vind. Tweede beet resulteerde in een gebroken onderlijn, hoe is dat nog mogelijk met zo’n sterk materiaal? Beet drie kon Jan verzilveren. Vergouden is beter want het was een mooi gouden schub van 14,2 kg. Z’n gezicht straalde van plezier, en toch vond hij het maar normaal. Met wat moeite konden we wat foto’s nemen, tillen lukte niet echt.
Na een paar grote brasems volgde tegen de middag nog een kans, en na een erg lange dril, onder boven, langs en door m’n andere hengels slaagde hij er in zonder schade een spiegel van 10,6 kg. uit te drillen. Scheppen moest ik maar doen, werd ik toe gedegradeerd. Allemaal goed voor me hoor…
Prachtige voormiddag, want om één uur waren we al terug thuis, en was het tijd voor andere dingen.


Zondag deden we een uitstap naar de natuur nabij Hastière/Dinant, een aanrader voor iedereen, en ik kon er volgende beeldjes schieten. We bouwden een dam in het riviertje zodat Marleen zonder vrees terug het water over raakte waar ze net tevoren was ingedonderd. Een pizza completeerde het fantastisch en zonnige weekend.

Zondag was ik op stap in Nederland met Luc Van Litsenborg. We waren van plan om met voorns te slepen. Ik vond het verbazend dat ondanks de mooie weersvoorspellingen het toch een sombere dag werd, met een zachte bries. Snoekweer dus. Er lagen veel boten op het water, die behoorlijk wat in het rond kruisten. Slechte tekenen dus. Na 14u30 werd het stil op het water, ze dropen af, en dat had mischien met de vangsten te maken? We vonden de scholen prooivis nog altijd op dezelfde plaatsen terug, maar de snoeken hadden in die buurt geen interesse in onze zorgvuldig getakelde aasjes. De conclusie was vlug gemaakt, ze zaten ergens anders. Op zoek dus!
Op het windkantje en op ondieper water hadden we na 100 meter slepen al reactie! Kortom, het werd een leuke middag vol actie op korte tijd, maar met te veel missers. Uiteindelijk hadden we na een aantal gemiste kansen toch vijf snoeken in de boot, een mooie negentiger voor Luc en een vis van net één meter voor mij. Iedereen tevreden naar huis en joehoe…. weekend geslaagd.


Het werd inderdaad tijd dat ik serieus aan het vissen sla. Zaterdag had ik een kort dagje gepland aan het Fort. Drie daagjes uiterst subtiel maar verspreid aangevoederd met bijgeflavourde 10 mm boilies. Toen ik aankwam in het eerste licht zag het er allemaal zalig uit, het was zelfs warm. Het poolpak moest zelfs uit! Na wat geknoei met m’n hengels (het was immers een half jaar geleden, of toch zoiets) kreeg ik alvast m’n eerste aasje waar ik het wilde. Net tegen een in het water gevallen boom. Ik ging wat bijvoederen. Toen reed er met veel moeite een kraan langs het smalle paadje aan m’n stek en k’zag m’n kansen door deze verstoring al slinken als sneeuw voor de zon. En, we hebben al zo weinig sneeuw. Gunther kwam aangewandeld en hij zag het op z’n Gunthers allemaal wel een beetje gebeuren. Ik wierp dan maar m’n tweede hengel uit, single hookbait, 10 mm. Wat stinken die boilies zeg! Ondertussen strandde de kraan met een gebroken rupsband op twintig meter van m’n stek. Groot geronk en gerochel.
Groot was de verwondering toen ik op rechts een trage beet kreeg. De vis kwam gemakkelijk van de obstakels weg en even later kon ik een spiegel scheppen die ik een een 12 à 13 kg schatte. Gunther zei: ‘Ben je gek, Plankie?’. Inderdaad, want het beest woog 18,6 kg! Wel wel, eerste karper van het jaar. Na de verplichte foto’s, want ik baalde van al dat trage gespartel en dat slijm, ging de vis weer zwemmen. Direct daarna kreeg ik leven op de single hookbait. Hop, 12,4 spiegel in het net. Alle hengels op de kant. Wat later kreeg ik alles in positie en voerde ik een kleinigheid bij. Het geronk van de kraan was uitgestorven, het magere zonnetje scheen op de stek en ik zag al uit naar meer, wel een beetje ‘greedy’ zou men kunnen opmerken. De enige meerwaarde die ik kreeg kwam aangewandeld in de vorm van Ben, die eventjes langskwam voor een uitgebreidde babbel. Ik bleef zitten tot 14u00, maar niks roerde nog. De douche was welgekomen, al dat slijm ben ik niet meer gewoon…

Oef, ik ben na bijna anderhalve maand nog eens het water op gegaan. Het deed deugd, ook al was het ‘s morgens flink koud. In de namiddag kregen we een mooi zonnetje te zien, en er was nauwelijks een kabbeltje op het water. Dit is nooit bevorderlijk voor onze vangsten. Wind moeten we hebben, en donkere wolken! David ving ‘s namiddags een snoekje van rond de zeventig en ik had net daarvoor een dikke snoekbaars. Dit was de enige actie van de dag.
Luc Van Litsenborg beviste ‘ons’ water voor het eerst en haalde al na een uur hard uit. We hoorden hem in de verte een kreet slaken, gingen zien, en konden pronto deze dikkerd fotograferen. Hij had verdorie z’n fototoestel niet bij. Amai, 110 cm volgevreten vette supersnoek, astemblieft!

Oef, hij is af. Hij is verdorie af. Na bijna een maand hard werken is onze regio presentatie klaar. Niemand wist dat dit zo’n stevige arbeid was. Tot nu.
Maar, al zeg ik het zelf: het ziet er prima uit, en het was alle moeite dubbeldik waard!
Ik hoop dat iedereen het kan appreciëren, en er ten volle van geniet!
Zaterdag, tijdens onze regio mini-meeting is de premiëre…

Men kan zich wel afvragen waarom ‘t zo lang duurt dat ik nog iets schrijf? Wel, Gunther, Ben en ik zijn al een maand bezig met het werken aan een dvd-voorstelling van de Mechelse Regio van het VBK. Dat blijkt een veel taaier karwei dan oorspronkelijk gedacht! Alles word op muziek gemonteerd en in Final Cut Pro afgewerkt met effecten. Door tijdsgebrek schiet het vissen er dan bij in… Tja.
Vorige week ging ik even uitwaaien bij Gunther aan het fort. Dat bleek leuk want net toen ik er aan kwam tikte hij een mooie januarivis vast. Na een loom gevecht lag er een 14kg. spiegel in het net. Ne een uur vissen was de eerste vis van 2007 al binnen. Nice!
Met Oudejaarsavond had ik de altijd beminnelijke Jacques Schouten en z’n vriendin Sylvia op bezoek. Gezelligheid troef! Ik vond het een leuk idee om ‘m als cadeautje een aantal polderstreamers te maken en een kleine zelfgemaakte jerkbait. Hij was er erg van gecharmeerd. Of hij er beter mee zal vangen dan met z’n oude vertrouwde Ondex nr.6 is nog de vraag.

Laatste vrijdag hadden we een gouden dag. Eerst kwam de vis van David met z’n 117 cm binnenboord en maakte de sfeer in de boot opperbest. De diep geviste shads deden het dus. De dag kon ondanks ‘t slechte weer al niet meer stuk, en ik had niet durven hopen dat ik wat later na een gevecht op het scherp van de snee (m’n speld was open gegaan!) nog een 112 cm zou vangen. Beiden een ‘personal best’ op dezelfde namiddag, een mens wordt voor minder gelukkig!

Gisteren met David gaan snoeken met de boot op groot water in Nederland. Het was een mooie dag op het water. Een warm zonnetje, geen wind, zalig gewoon! Maar natuurlijk is dat niet best voor de vangsten, helder weer moeten ze daar niet. Het moet bereweer zijn… grijs bereweer met ruwe golven.
We hebben de ganse dag diep gevist tussen 7 à 11 meter, omdat we de scholen vis ook op die dieptes vonden. Maar, geen snoek liet zich verleiden. Niet al vertikalend, nog al traag slepend, nog met een dode sardien net boven de bodem…
Reeds op de terugweg naar de trailerhelling, net voor het donker, vonden we een echt grote school vis en daar rond vissend had ik in het halfuurtje dat ons restte twee mooie snoekbaarzen, en David had er één, en ene gemist. Allen ongeveer 60cm. Raadselachtig dat die allemaal gingen voor onze grote shads, waarom vist met normaal met zo’n erg klein kunstaas op snoekbaars?…
Twee andere bootvissers zeiden dat het er voor de snoek nu echt moeilijk gaat. Dat hadden we dus al ondervonden.
Nog maar net van de trailerhelling gereden en stonden we al in de file en dat voor meer dan 3 uur,
een gekantelde vrachtwagen met palmolie… ik was pas na elven thuis… Whoh…

Ik was pas om 1u ‘s nachts thuis na het bowlingavondje en om 5u al terug uit bed om met Luc van Litsenborg naar de polder te gaan snoeken. We hadden allebei niet veel geslapen, hij had ook een feestje achter de rug. Ik had zelfs m’n beloofde sardines vergeten. Met het krieken van de dag lag de boot al op het water. Twee sleepdobbers achter de boot met daaronder een blankvoorn moesten de snoeken verleiden.
Dat lukte alvast niet goed, de snoek lag vast. We gaven onszelf het excuus dat het water te troebel was. Maar, na het nodige geexperimenteer ving Luc tegen de bodem twee vissen in de late voormiddag. M’n dobber polpte niet onder, ik keek het gelaten maar genietend aan. Zalige warme dag in deze afstervende polder! Pas in de late namiddag monteerde ik een iets grotere aasvis en na een uurtje had ik er ook een op, 88 cm. Mooie vis, die een leuke dril gaf aan m’n oude maar herboren Winston Impens 1 1/2 Lbs karperhengel.
Wat verder onder een brugje plopte m’n pen nog eens razendsnelweg met een kleinere bijtgrage snoek als resultaat.
De zon ging in rood ten onder als we terugstuurden naar de trailerhelling. We waren gaar, de polder had ons weeral goed gedaan. Moeilijk om na zo’n dag nog een goed uur te rijden om thuis te raken.

Zaterdag stond er in België een stevig windje. Net goed om wind mee op een goede plek te kunnen vissen waar ik al werpend niet bij kan. Ik was wat aan het experimenteren met zeildobbers en zaterdag was het uitgelezen moment om te gaan ‘zeilen’. Thuis lijkt zo’n ding enorm groot maar eens op het water valt het nogal mee. Ik had er een grote sardien op een elastiektakel onder gemonteerd, op drie à vier meter diep. 40/00 dyneema als voorslag met een volglijn van 250m 15/00 Spiderwire. De dobber ging met de wind op stap als een volleerde wereldreiziger, en ik was in staat om de volle 250 meter eruit te krijgen. Verbazend was het contact dat ik op deze afstand nog had met m’n aas. Ik kon een aantal driften afronden maar dan was het over met de pret, de felle stormwind bracht immers ook surfers aan het water. Ik kon inpakken. Geen snoek die de sardien heeft gesmaakt.
s’Avonds was het VBK Regio Mechelen Bowlingavond. 25 man aanwezig op de vijf door Mark Goossens afgehuurde banen. Erg leuk en sfeervol. Ik zat in de ploeg van Pa, de Rie Michiels, Kurt Van Cauwenbergh en de Kozn. Rie startte ongemeen snel en met feilloosheid. Hij ging er prat op dat hij nooit in een bowling was geweest. Hoh… Deambiance zat er goed in en iedereen had de nodige strikes. Mega leuk en zéker voor herhaling vatbaar!
Later besloten we om in het zog van de Pa naar Zaal Broadway af te zakken om af te ronden met een pintje. In dat zelfde kielzog reden we faliekant verkeerd en ipv van Vilvoorde naar Mechelen te rijden zaten we plots in Tervuren! Vijftig kilometer om! De drank kan er voor niks tussen zitten want de Pa raakt geen druppel aan!
Toen we uitstapten zei hij: ‘Ja ik weet het, ik was een beetje verkeerd.’
Huh, vijftig kilometer?

Donderdag was polderdag. Samen met Luc Van Litsenborg een dagje streamers gooien! Luc had zich aan ‘het streamers binden’ gewaagd, en ze zagen er fantastisch uit.
Ook het weer speelde goed mee, alhoewel er een fris windje stond. Aan het open water wist Luc in de voormiddag slechts één aanbeet te verzilveren, ik zag echter niks.
In de namiddag deden we de meer ingesloten polders aan en daar ging het héél wat beter. Ik eindigde ‘s avonds met een vis of zes. Bijna allemaal middenmotertjes. Luc reeg niks meer op z’n streamer en was al druk in de weer met het ontrafelen van het geheim achter m’n streamer. Niet nodig dus.
De dag nadien voelde ik me al ‘s morgens ziekjes maar ik vertrok toch naar Nederland omdat ik een afspaakje had met Jacques Schouten. Terug aan de slag met de streamer die me gisteren succes bracht. Niks mocht baten, ik kreeg die godganse dag geen vis op de kant. Enige actie was een peutertje die zich verslikte in m’n aas en de zaak terug naar buiten werkte voor ik het goed door had.
Jacques was als door de viskoorts geslagen, wat een drive heeft die man! Vijf had ie er, en nog een hoop verspeeld. Tja, het kan keren hé!…
‘s Avonds genoten we van het echt lekkere Indonesisch gerecht dat Sylvia voor ons had klaargemaakt, en na de nodige rum/cola en koffie reed ik huiswaarts. Om prompt een weekend ziek te worden.

Maandagavond was ik vroeger thuis, een uurtje vissen dus! Een lokaal meer dicht in de buurt, waar ik al een paar maanden niet meer was geweest om te vissen. Ik koos voor de rood-witte Sandra, omdat die me daar al vis heeft opgeleverd. Het mocht niet baten, de vis lag stil. Maar het warme ondergaande zonnetje deed deugd, zeker als je beseft dat het wel eens de laatste mooie dagen van het jaar kunnen zijn.
Tegen donker vond ik een klein dood snoekje. Althans, ik dacht dat ie dood was. Hij lag op z’n kop in de golven te dobberen, zielig, maar er zat nog wat leven in. Een grote snijwonde op z’n kop. Aalscholvers, of een boot?… Ik heb ‘m uit z’n lijden verlost, maar kon het niet over m’n hart krijgen om ‘m mee te nemen om op te eten. Het zijn ten slotte mijn vriendjes.

Vrijdag was het snoekendag met David. We kozen voor een groot Nederlands water, met bewezen grote snoeken. Althans voor anderen, helaas niet voor mij want ik krijg er geen voet aan wal. De talrijk aanwezige vissen laten zich niet vangen. Wij wijten het aan dressuur, maar misschien kunnen we er geen zak van. Kunnen we eigenlijk wel vissen?
Anyway, het was een mooie maar vrij koude dag op het water, maar tot ver in de namiddag kregen we geen snoek te zien. Eerst een tijd getrold met groot en klein kunstaas, diep en ondiep. Dan een tijdje veelbelovende stekken afgeworpen. Niks. Ook gevertikaald boven signalen op 8 meter diepte. Niks, buiten een tikje van een moedige snoekbaars.
Daarna terug getrold. En zie, aan m’n Mann’s Megagrub (megagrote supertwister, 35cm+) pleegt een kleine snoek van zo’n 55 cm bijna zelfmoord. Hoe is het mogelijk dat ze dit kunnen binnen sloeberen?
We vissen zo verder en ik krijg iets verderop, net na het passeren boven een school aasvis, nog een venijnige aanbeet boven 8 meter water. Hij hangt niet, wilde dus alleen even proeven of de tanden scherpen. ‘De herder van de school’: merkt David op.
De dag is zo voorbij, en we kunnen terug. David moet het vandaag stellen zonder vis. Na de nu al legendarische lekkerbekjes tussenstop met spareribs aanvaarden we de terugweg om prompt de file in te rijden. Ik ben pas om 23u30 terug in Mechelen.
Ik slaap een paar uur en sta ‘s morgens vroeg al terug in de Nederlandse polder. Het doet deugd om samen met de reigers de smalle beekjes uit te peuteren. De koeien slaan het allemaal maar wat gade. Dit is pas echt vissen, mijn ding! M’n oppervlakte Spook laten ze met rust en schakel om naar een streamer. Na een paar honderd meter vind ik vis, en er volgen algauw enkele vissen tot zo’n 70cm. Lekker. Ik mis er minstens evenveel en nog meer, ze duiken met te veel bravoure op m’n streamers maar raken vlug onthaakt.
Wat verderop zie ik een grote pluk gras op het water drijven. Dit lag er vorige keer toch niet? Groen op drift. Ik vlei er m’n streamer naast en die word ogenblikkelijk binnen geslurpt door een mooie vis. Erg toffe dril, het beest geeft zich uiteindelijk gewonnen en ik trek hem aan het dyneema tegen de oever om hem te pakken. Eén slag maakt hij nog en het fijne Spiderwire snijdt zich een weg tot op het been van m’n geweekte wijsvinger. Godverd! Weer al een fout. Maar, ik kan hem meten op 91cm. Voor de polder een echt beste vis! Mooi Vandeplancke, die is binnen! M’n dag kan niet meer stuk!
Toch word die dag even later aan flarden geschoten door de komst van een boze beroepsvisser die me behoorlijk uitscheldt en me toebijt dat ik helemaal niet mag vissen in dit stuk water. Tja, én daar kom ik nu al drie jaar? Blijkt dat hij die ganse polder pacht… waarschuwingsbordjes zijn er blijkbaar te veel aan? Na een korte discussie en dreiging met de politie muis er toch maar vanonder… met de staart tussen de benen.
Dan maar op de tast naar ander water, buiten ‘s mans territorium? Dat is vlug gevonden en ik mag er zelfs met de gewone vergunningen vissen. Een half uur later leg ik een leuke snoek op de kant, m’n Guppy blijkt hier ook te werken. Het is hier groot genoeg om met de boot te vissen, hier kom ik dus nog terug.
Later, op de terugweg naar huis hou ik nog even halt aan een verloren slootje, geprangd tussen autosnelweg en een bos. Je rijd er zo voorbij. Een halve meter diep, maar er stonden drie reigers op wacht. Mooi teken. Een kwartiertje later heb ik reeds drie aanbeten gehad, en alledrie schoten ze los… Pfff… Streamers? Ik verwissel naar een kleine Storm oppervlakteplug en tik de zaak terug in het oppervlak. Prompt haak ik een leuk snoekje dat tijdens het pakken van het aas een eind de lucht in schiet. Fantastisch!
Vijf stuks snoek op de kant waaronder een mooie, leuke dag in de polder dus. Het lucht je op… een beetje adem halen dus.

Zou deze week de herfst beginnen? Of mischien word het direct winter?
Wat moet een mens nou met temperaturen van 20 graden eind oktober…
normaal kan je het niet noemen met bloeiende bloemen en nauwelijks verkleurende bomen.
Zaterdag zaten we in het Vrijbroekpark, Jan’s kleine vissersopleiding! Het viel niet mee want hij had er geen zin in.
De kriebelende maden die ik had gekocht waren veel interessanter dan de onder water schuivende pen.
Ach ja, hoe zijn we immers zelf geweest? Heb jij nooit maden op een drijvend blad gelegd, ze de golven ingestuurd en ze nagekeken tot de wriemelaars zichzelf over de rand kriebelden, de gewisse dood tegemoet?

Gisterenavond had ik nog een groot uurtje over na m’n escapade naar het Vredegerecht. Het zonnetje deed me deugd maar eigenlijk is dat niet zo’n best snoekweer. Toch maar gegaan, genietend van de zonnestralen op m’n pas kaalgeschoren bol.
Een paar weken geleden had ik een paar Toads gekocht, uit de kluiten gewassen siliconen kikkers, een moord om er mee te werpen, maar ze zwemmen erg mooi. Dat vond ook een snoek van 85 cm die de kikker uit kant kwam halen. Dus ne een halfuurtje had ik al een vis en was er best tevreden mee, zo na het werk.
De verdere strooptocht langs het water leverde niks meer op, buiten een babbel met enkele sympathieke vissers.
De zon ging onder en ik naar huis.

Ik sta ook versteld van de hoeveelheid mensen die m’n exploten via deze blog volgen, en het doet me plezier dat jullie er blijkbaar iets aan hebben, of het op z’n minst leuk vinden om het te lezen. Da’s trouwens de stimulans om er mee door te gaan.
Ook is het erg tof om aan het water aangesproken te worden door ‘wildvreemden’, die deze site blijken te kennen en er van genieten, leuk om kennis te maken met jullie!
Dus, bij deze, nogmaals thanks!

Zaterdagmorgen stond ik in alle vroegte in de nog altijd groene Hollandse polder. De geur van landbouw deed deugd na het afzien in de stad. Het viel me op hoe groen alles nog was, nog blaadjes aan de wilgen… Alleen het frisse morgenwindje deed er me aan herinneren dat het toch al midden oktober is.
In Bretagne had ik twee oppervlaktepluggen gekocht, waaronder een Heddon Spook. Ik kon het niet laten om er mee aan de slag te gaan. In combinatie met m’n nieuwe Fox Lure & Shad hengel zowaar prima licht te vissen. Het is erg plezant om je kunstaas de ganse tijd te zien werken, gestuurd door de subtiele tikjes uit die schitterende hengel. Ik trok dus v-sporen in de polder. Erg leuk.
Een uur of ving ik niks, tot ik aan één van m’n favoriete plekjes kwam aangewandeld. Langs de kroosrand knalde er vlak voor m’n voeten een 70-tiger op die Heddon, man ik sprong omhoog van het verschot, wat is dat explosief als een snoek iets van het oppervlak grist! Erg tof en twintig meter verder had ik er nog eentje, iets kleiner van formaat. Vijftig meter verder had ik een misser, de vis schoot langs m’n kunstaas door, en verdwaalde ook nog een tweede keer. Ik stapte verder maar in het terugkeren, tien minuten later had ik ‘m wel te knippen. Haha!
Ik trachte de kou uit m’n lijf te verdrijven door een stukje te gaan stappen naar een andere stek.
Daar bleef het verbazend stil, maar ik kon zien dat er al gevist was. Na een halfuurtje klapte er een vis, zonder enige rimpel vooraf, vanonder een plukje overhangend gras op m’n kunstaas. Het was er geen dertig centimeter diep en toch lag die vis eronder, onzichtbaar. Het water kleurde donker, gasbellen spatten kapot, geur van bagger. Een echte bak! Die dan nog eens fel door de slip ging. Met m’n lekke liesbot wilde ik niet in het water gaan, stom van me, want na wat geklungel met m’n handen schoot de vis los. Meestal vind ik dat niet erg, maar nu kon ik niet laten m’n meetlintje te voorschijn te halen en een voorzichtige schatting te maken. Ik kwam op ruim één meter, één meter tien was wat overdreven. Godverdomme, een gemiste metersnoek in de polder, godverdomme!
Het bleef een paar honderd meter stil, maar iets verderop hadden ze er wel zin in, want voor de rest van de dag kreeg ik nog een tiental aanbeten, was de tel kwijtgeraakt, maar ik wist er nog een viertal te klissen, ook een grote baars griste de Heddon van het oppervlak.
Het viel op dat de kantjes het best gaven, geen enkele vis werd in het midden gehaakt.
Zalige dag, zonder meer, alleen jammer van die gemiste knoeperd.
De twee karperstaarten die in de vooravond naar me stonden te zwaaien boven het oppervlak maakten het plaatje compleet.

Ja, hoop. Wat is er mooier dan je eigen kid aan de slag zien met een hengel? Dat hij scherp vist dat had ik al door, zelfs iets te scherp. Ik heb ‘m een tweede hengel gekocht met een elastiek in. Tegen m’n principes, want je voelt de gehaakte vis niet, net als bungee dat ding. Maar hij vangt er zijn vissen mee, en de elastiek is tolerant!
Zaterdag ging het opperbest in het Vrijbroekpark. De ene brasem na de andere werd geland met sweetcorn als aas.
Plezier dat ie had. En dat maakt me blij.

Het wordt tijd dat ik eens iets vang.
Maar, dan moet ik wel gaan vissen natuurlijk.
Volgende week mischien?

Tja, het heeft deze week al lekker gewaaid. Dinsdagavond was het berenweer, met die lekker zware wind beukend op de goede kant.
Was op het werk net twee dagen ‘hard werk’ kwijtgespeeld door het stuk gaan van een server (geen back-up verdorie), en dan ben ik ‘s avonds om te luchten een uurtje gaan vissen. Ik dacht dat die wind wel goed zou zijn… maar ik heb helemaal geen beet gehad… nog geen volgertje.

De voorspelling dat het slecht weer ging worden ging vorige week niet echt op. Daar zaten we dan op onze boot, traag driftend over een slome rivier. Alhoewel het overtrokken was werd het vrijdag toch broeierig heet.
We waren reeds aan de heldere rivier toen het nog schemerde, en dat is verrekt vroeg opstaan voor mij! De boot lag vliegensvlug op het water (we worden het aardig gewoon!). De eerste vissers die we zagen waren beroepsvissers. Honderden meters fuiken werden op hun boot binnen gedraaid, met veel krabben en hier en daar vis als resultaat. Later op de morgen kwamen we ze terug tegen en dan waren ze elektrisch aan het vissen in het kantje. Man, wat kwam daar paling in het net! Mag dit eigenlijk wel in Nederland? ‘s Avonds hoorden we van een andere kunstaasvisser dat de betreffende beroepsvissers helemaal geen recht had om op dat stukje rivier te vissen… Tja… Ook hadden ze daar vorig jaar een gekende snoek van 127 cm dood gevonden in één van die fuiken… Gromgromgrom!…
De eerste aanbeet kwam erg snel, en resulteerde in een vlug gelande snoek van 97 cm, ik kon er best mee leven. Hij slaagde er ondertussen wel in m’n favoriete Sandra aan de duistere diepten van de rivier toe te vertrouwen. Die was ik kwijt. We vereeuwigden de vis in het eerste morgenzonnetje. Het voorspelde veel goeds voor de aanstormende dag. Maar dat bleek een foute veronderstelling, niks volgde nog. We gingen stug door tot in de late namiddag maar geen snoek vond onze kunstaasjes nog de moeite.


Ik ben er met Marleen een weekje vanonder gemuisd. Bretagne was de bestemming, ontdekken de bedoeling. Ik had stiekem een hengeltje en een doosje kunstaas meegenomen, kon het echt niet laten. Met de bedoeling om hier en daar mischien een verloren uurtje te vissen. De prachtige rotsachtige kusten met extreem helder water waren dan ook erg uitnodigend. Een paar zeebaarsjes en een lipvis waren tijdelijk de klos.
Van onze uitstapjes onthouden we vooral het ‘roze’ in Ploumanach, de Chaos in Huelgot, de mooiste aquariums ooit gezien in Oceanopolis Brest, het cosy Roscoff en ons waarlijk leuke huisje met supersympa-eigenaar in Pleyber Christ.
Ik ga er zeker nog terug, zo mooi vonden we het daar.
Verderop ontdekte ik ook het riviertje de Elorn, met mooie forellen en een enkele zalm. Wordt vervolgd, want die moeten nog eens belaagd worden.

De dertiende, én onverwachte snipperdag voor David en ik. Bloedheet, maar gelukkig een heerlijk briesje aan de rivier. Na een uur hadden we al door dat het geen superdag zou worden. Alle soorten favoriete kunstaassoorten kregen een nat pak, maar geen snoek die er z’n tanden in plantte.
Na een uur of vier, pal op de middag kreeg David een nazwemmer die z’n Simonz shad een paar keer aantikte en hem uiteindelijk toch nam. David sloeg mis, met een grote kolk tot gevolg. Een kwartier later probeerden we het nog eens op hetzelfde plekje en direct kreeg hij een stevige beet. Een snoeiharde dril volgde en een mooie 106cm kwam uiteindelijkin het oppervlak.
Het kostte ons enige moeite om de vis terug te zetten, de dril had blijkbaar veel van ‘m gevergd. Maar na een halfuurtje recuperatie op een strandje zwom hij met een stevige staartslag alsnog de diepte in. Oef, dat stemde ons gelukkig… stel je voor…
Rond drie uur namen we siesta met een uitgebreid etentje op het terras van een nabijgelegen restaurantje, om nadien een andere strook rivier te bevissen. We hakten door, en door tot het quasi donker was, zonder gevolg. Lichtjes verbrand en versuft door de felle septemberzon keerden we terug.
De dertiende, het kan béter, maar vooral véél slechter!

Vorige zaterdag vroeg Jan om samen te gaan vissen. Nu hanteer ik het principe dat als hij bij mij logeert ik niet ga vissen. Maar nou vroeg hij het zelf… en dat kan je zomaar aan je laten voorbij gaan. Hij zei zomaar voor de vuist weg dat hij wel eens een grote karper zou willen vangen. We lieten dus het Vrijbroekpark met z’n kleine karpers links liggen en stoomden naar ‘ons’ Fort. Gewapend met één karperhengel, en twee broden. Er stond mooi zonnetje op het water, en dat moest genoeg zijn om enkele vissen aan het oppervlak te krijgen. Ik had ‘m zelfs al beloofd om een Fanta uit de muur te draaien als beloning voor ons hard labeur ivm de grote karper die we op de kant gingen leggen! Maar, er was wel een fris windje die voor een rimpel op het water zorgde.
Ze waren er dus niet, de korsten bleven onaangeroerd. Noppes. Zelfs na een volledig rondje langs het water had ik nog geen karper kunnen spotten.
Toen zag ik plots iemand varen naar de overzijde aan de bunker en zelfs wat aas droppen op een strategisch plekje. Hé, dat mag niet bij ons, uitvaren, en het leek me ook nog iemand die helemaal geen lid was van onze karpergroep.
Ik nam poolshoogte, en ja die jongen had er net ene gevangen en was stilletjes toen ik er bij kwam staan. Pa en ma, en ook Jacky (die net als die jongen aan het Fort woont) stond erbij.
Ik gaf een slinkse opmerking over het ontbreken van de nodige karpervergunning en 3 milliseconden later ontsteekt Jacky in een vlammende scheldtirade aan mijn adres. Tjonge jonge, ik heb alle recht om er een opmerking over te maken en toch word ik de huid volgescholden. Het deed onverwacht verdomme veel zéér!
Op dat moment kwam er een blond mevrouwtje langs die vroeg of er soms iemand van ons met een zilveren Berlingo reed. Tja, ik natuurlijk! Het speet haar verschrikkelijk maar ze had er net haar auto in geparkeerd! En dat aan het Fort, waar niet eens doorgaand verkeer is. En het is niet zomaar een kein deukje!
Onze leuke namiddag was over. Meer dan. Geen karpers.

Ik weet, ‘t is maar om dat ik niks vang dat ik het stellen moet met foto’s van anderen!…
Nee hoor, ik wil jullie gewoon dit reeksje foto’s van echte bakken niet onthouden. Nergens anders dan op deze site te zien… Geniet ervan.

Was de karperjacht geen succes, de paddestoelenjacht was het wél!

Vrijdag was ik een, voor mijn doen, een ‘lange’ sessie van plan. Van vrijdagmorgen tot zaterdagnamiddag. Vrijdagmorgen kon ik niet eens vanonder m’n paraplu uit, watersnood! De naden van m’n ovalen paraplu waren gingen lekken en ik zat algauw onder te druppen. Gelukkig werd het ‘s avonds best lekker weer en ook ‘s nachts bleef het droog.
M’n ruim op voorhand opgezette voerexperiment bleef echter visloos. M’n tegenstander bleef onzichtbaar en kwam zelfs nog niet aan m’n aas snuffelen. Volgende keer beter.
Maar, er zat wel karper op de stek, en tegen zaterdagmiddag 10u had ik er een beetje teveel gezien, rollend in het oppervlak. Ik kon het niet laten, rigs veranderd en een paar pop-upjes gezocht vanonder in de rugzak. Ik smeet de handel op het -naar mijn idee- goede plekje en na een uur had ik een 13,3kg bijna leder. Een welkome mooie donkere vis, kwas er heel blij mee! De nederlanders naast mij waren, dacht ik, een beetje onder de indruk (na enkele sessies ofzo zonder beet…). Ben in de namiddag naar huis gegaan, na wat erg gezellig socializen met de hoogst sympathieke Dutchies, toffe gasten jullie (hun fotoalbum met Hollandse metersnoeken vergeet ik nooit!).
Het smaakt natuurlijk naar meer, moet ik nou voor de karper gaan of voor de…

Zaterdag ging ik onverwachts met David een dagje bootvissen op snoek. Omdat we dachten dat ‘onze’ rivier troebel zou wezen door het vele regenwater van de laatste dagen lieten we onze keuze vallen op een stilstaand water in de buurt van Rotterdam. Nieuw water voor ons, en dat is altijd spannend. Erg mooie trailerhelling! Het water bleek er bijna winterse erwtensoep, zo groen, met ongeveer 60 cm doorzicht. Niet bemoedigend dus. Het vissen bleek er relatief eenvoudig door de uniforme diepte. Het was eens leuk om niet constant op de dieptemeter te hoeven zien. Helaas zagen de snoeken het anders, niets liet zich zien. Tot we onder een nauw bruggetje door voeren, en de hengel van David krom ging. Vast! Nee, vis! Een snoek in de 75cm categorie, die in het warme water onthaakt werd.
De ganse voormidddag werd allerhande kunstaas uitgeprobeerd, niks werkte, er werd niks meer gevangen.
Rond de middag pikten we op een meter of acht uit het kantje een dyneema lijn op van karpervissers die vanuit de overkant visten. Het moet er ginds zo’n goeie 200 meter breed zijn. En toch hadden die mannen het lef om commentaar te leveren. Ze visten met toploodjes voor hun hengeltoppen (had ik ‘s morgens vroeg gezien toen ze nog in hun nest lagen) maar in de overkant visten ze echter op het talud (80 cm diep). Zonder volglood. Je kan het al raden hoe gemakkelijk je zo’n lijn kan oppikken… Je waren jong en met veel lawaai…
David zei: ‘Ach, laat ze nou…’ maar ik word daar behoorlijk kregelig van. Je kan geen volledig water opeisen. Hup, er naar toe gevaren, en het efkes uitgelegd…
Haa, hún uitleg was dat iedere karpervisser ginds naar de overkant vist… tja, en dat hadden wij moeten weten… en rekening mee houden… Balen dus!
s’ Namiddags deden we de westkant van het water aan, met een heel ander diepteverloop dan de Oostkant. Bemoedigend, maar geen enkele snoek liet zich opmerken.
Zalige dag op het water, met een lekker zonnetje. Alleen moeten die snoeken dat niet zo.

Vorige week deed ik een poging om een snoek te vangen op een groot water in de buurt waar ik geboren ben. Dat wilde de eerste avond best lukken met een vis in de 75 cm categorie, wederom op m’n vertroude Guppy. De tweede avond staken de andere vissers een stokje voor m’n visexploten. Geert Vandeplancke slaat namelijk graag een babbeltje en dan komt er geen vis in het net hé? Ik raakte aan de praat met twee vriendelijke jongens die een brede stek deelden. Ze waren net aan het uitpakken. De ene wist me te zeggen dat ze er nu 6 weken aan het vissen waren, met erg mager resultaat. Z’n vriend had drie vissen, hijzelf moest z’n eerste run nog krijgen… tja, eigen aan dressuurwater. Maar dat had hij er voor over, z’n target was immers de Gekraakte Staart, één van de echt grote vissen van het bewuste meer, een oud monument van ver over de twintig kilo. Méér dan deze ene vis wenste hij niet.
Het aas werd op verschillende dieptes uitgeworpen, het kamp opgeslagen. Een kwartier later volgt er een trage run op één van de single hookbaits. Iedereen springt verbaasd en uitgelaten het water in om de vis af te drillen en te scheppen, ik stel voor om te fotograferen. De vis blijft traag en log baggeren, met breed uitdeinende kolken in het olieachtige water. Het zag er veelbelovend uit, zonder meer een echte bak! De ene wilde de vis scheppen toen de karper zich de eerste keer zijlings aan de oppervlakte toonde, maar hield zich uiteindelijk in.
‘Geloof het of niet, maar het is de Gekraakte Staart die je er aan hebt, en dan nog je eerste beet godverdomme!’ riep z’n visvriend uit. Paniek, spanning en ongeloof tegelijk! De vis ging terug diep en luttele seconden later loste de haak. Ongeloof schoot over, die ene kans voorbij. Geen rimpel die nog aan de reus deed denken.
Teleurstelling alom, je eerste vis van een nieuw water, de vis van je dromen, en hem dan op deze manier kwijtspelen… De pastis in de 1,5 literfles slonk zienderogen. Gekraakte Visser.

Vorige vrijdag had ik een dag vrij. Bijna gesmolten door het extreme weer had ik er echt nood aan! David kon niet uitpakken met de boot, dus ging ik maar alleen op pad.
Rustig struinend langs een kalme Nederlandse rivier zou ik trachten een snoek te vangen. Dat wilde wel lukken want na een uur kreeg ik er een mooie op, die m’n aas agressief op een krappe meter uit de kant kwam halen. Een dikke vis, misschien wel een meter, deed het water in ‘t rond spatten aan het korte stukje uitstaande lijn. Ik strompelde de rotsblokken af om ‘m te landen en ondertussen zag hij kans om er vandoor te gaan. Weg vis, spijtig, want het had m’n dag fantastisch gemaakt.
Dertig meter verder kreeg ik nog een nazwemmer maar de snoek schoot flitsend terug in het wier.
Dat was de actie voor die morgen, de zon kwam erdoor en het werd bloedheet. Het water steeg in m’n lieslaarzen en ik droop af.
Zondagmorgen reden David en ik terug naar dezelfde rivier. Het was er aangenaam stil met het krieken van de dag. Zaaalig! Nadat we vlotjes de boot getrailerd hadden driften we de rivier af, de wind zat precies in het verlengde ervan.
Ik kreeg vrij vlot een aanbeet van een snoek in de 75cm klasse die het in de boot wel erg bont maakte, en dus vlug terug in z’n element ging.
Later op de voormiddag miste ik een kleinere vis, maar het was toch actie! En nog iets later zag ik uit het zes meter diepe water een machtige vis om hoog komen die in een halve cirkel m’n favoriete Guppy uit het oppervlak kwam halen! Superactie! Wat een mooi zicht was dat… de beet kwam niet onverwacht, en na een kort gevecht had ik een 102cm in m’n pollen. Gelukkig, en dit op een warme zomerdag…
David zat het stilletjes aan te zien, en ik vond het spijtig dat hij geen beet kreeg, hoe raar kan het lopen hé?…
We probeerden het ook trollend op het taluud, maar niets liet zich nog vangen.
Maare, het was zo zalig op het water dat het ons een formidabel gevoel gaf. Na tien uur kwam het vakantievolk het water op en het was onmiddellijk gedaan met de rust. Tussen jetski en zeilboot voeren we terug naar de helling, met de staart tussen de benen. De dag werd gezellig besloten met een saté anex pindasaus en een frisdrankie op het terrassie.

Het eerste deel van de grote vakantie is ten einde. Jan heeft veertien dagen bij me gelogeerd en we hebben samen allerlei leuke dingen gedaan, én, ook nog een weekje in de Ardennen doorgebracht. Natuurbeleving allom, met een fantastische wandeling aan de Ninglinspo, een aantal afdalingen van de Orthe met de kayak, fossielen zoeken en hier en daar een toeristich bezoekje aan de mooie dorpjes in de omgeving. Wery met z’n dolmen en menhirs. Durbuy en Dinant met z’n citadel en mooie Maas. Er is veel moois in Belgie, geen côte d’azur voor mij. Erg geslaagde vakantie, merci Jan!
Vorige vrijdag (wat een hitte zeg!) ben ik voor terug een paar uur gaan vissen, gewapend met twee broden, klein materiaal, ééén hengel en een HERSTELD schepnet! Haaaa!
Op het eerste water vond ik na vijf minuten één van de veertigponders onder een struik, samen met nog een aantal andere mooie vissen. Ik had een kans! Na twee uur had ik m’n kans gehad, want ze bleken erg lethargisch, traag rondkruisend in de zinderende zon om dan terug te zeilen onder hun struikje. De grote vis had er geen zin in, een andere had één korst tussen z’n lippen beetgepakt (!!!) en meegenomen onder de struik. Dit had ik nog nooit voordien gezien! Kansloos was ik.
Dan maar naar ‘ons’ fort, maar daar bleken de vissen ook behoorlijk passief, hoe zou je zelf zijn met deze temperaturen? Toch kon ik na een half uur een beste vis haken. Khad z’n lippen en z’n rugvin gezien en hem herkend als die mooie donkere spiegel die Gunther in begin april ving (staat onder de ‘1 april’ post op deze site). Subtiel werd het kleine vlokje gepresenteerd, en effe later spatte het ondiepe water in het rond. De foto met de zelfontspanner lukte wonderwel, wegen zag ik niet zitten met dat warme slijm, rond de veertien kilo ofzo, hop terug. Tien minuten later stak ik al een euro in de drankautomaat verderop. Drankje verdiend!
Zaterdag bracht ik een bezoekje aan het Antwerpse Aquatopia, een paradijs voor de aquariumliefhebber. En erg verrassend van interieur. Meer dan een bezoek waard, misschien gecombineerd met een bezoekje aan de zoo, dat ligt daar vlakbij! Mooie bakken met Zuid-Amerikaanse chicliden (met jonkies) en het haaienaquarium is intrigerend met z’n enorme verpleegsterhaaien.
Gisteren was het stranddag, to hot in the city. Cadzand zou het worden! Ik had me een zeefje aangeschaft zodat ik op het strand op zoek kon gaan naar fossiele haaietanden… Ik liet me leiden door de internetinfo en m’n eigen aanvoelen en na een paar minuten had ik er al eentje te pakken. Na een middagje waren er dat al 22, erg relaxed om daarmee bezig te zijn, en ook nog resultaat te halen! De grootste tand meet net geen vier ventimeter! Het is bijna ‘vissen’, maar dan in het zand!
Met een zak Belgische friet en een fris pintje hebben we ‘s avonds het zand doorgespoeld. To be continued…

Van vrijdag tot zondagmiddag liep de Fish Inn van Regio Mechelen, aan de Snoekbaars in Turnhout. Jan wilde kost wat kost mee, dus dit werd een weekendje kamperen. Erg lekker weer, dus kroop iedereen met z’n tent weg in de schaduw. De karpers lagen lui in het oppervlak en de mensen die in het ondiepe stuk visten kregen wel een visje gevangen, op het diepe stuk echter was het niks.
Jan ging er tegenaan met een hengel en na twee dagen had hij helemaal zelf een tiental brasems en een mooie karper gevangen. Wie zei er dat vissen moeilijk was? 😉 Hij had een fantastische zaterdag, en ik bewonder hem om zoveel geduld. Puik, mijn jongen…
Meer dan het vermelden waard: Tien minuten aan het water en buurman Rie vangt een vis van een kilo of 13, om direct nadien z’n befaamde jodeldans te maken! De tandem Van eck en Rie Michiels die onder overdaad alcohol zwalpend het meer onveilig maakten. Dronken Rie om 8u ‘s morgens poserend met de bikini van Eefje (de bewijzen zijn onvernietigbaar!). Jan die tijdens de barbecue met de hengel van Poeli een karper van een kilo of 8 ving, helemaal alleen. Het zwempartijtje van de jeugd, kwestie van de stek wat leven in te blazen… De jaarlijks terugkerende mountainbike-koers rond het meer, die dit jaar overtuigend verloren werd door John (de drankpauze’s onderweg zijn er echt teveel aan, John). Ik vind m’n grootste winde ooit, wat een beest. Ik liet ook een karper van een 13 kg door m’n net zakken, helemaal doorgescheurd dat ding, Jan schreeuwde het uit bij zoveel ongeluk. Ik moet dus investeren in een nieuw net! Ik word begod nog hip.
De barbeque was een erg lekker succes, vlees gegeten voor een hele week! Kortom, terug een geslaagd vissersfeest, ik hoop dat de Gunther er volgend jaar terug bij is!… Je werd gemist kerel.

Zaterdag vonden David en ik nog eens de tijd om met de boot op stap te gaan. Ik stond om 4 uur ‘s morgens op, om op dat vroege uur het Brielse Meer onveilig te maken. Slaperig trailerden we de boot, maar we waren vol enthousiasme om snoek in de boot te krijgen… Tegen de middag aan bleek het niks te worden, niks te zien, niks gevoeld. Nadien zijn we gaan pionieren, op zoek naar nieuwe horizonten, om de volgende keer eens een nieuw water aan te pakken. De Brielse Maas is na al die tijd voor mij een flinke kuitenbijter gebleken!
Het bleek dat uitgerekend zaterdagavond net dertig jaar geleden was dat Stef Michiels met karpervissen was begonnen. Samen met Ben Van de Linde en Gunther Wigy besloten ze om een verjaardagssessie te vissen op de Montreal, het water waar het voor de Stef en z’n karpervissende pa ooit allemaal begonnen was… Toen ik er laat op de avond aankwam waren er al een achttal vissen gevangen, en bleven de biepers maar acte-de-presence geven! Héél leuk en gezellig daar, met merguezkes en brochettes, Jupiler, champagne, cola en vooral erg goed gezelschap! Wat een bende vrienden zijn dat! Ik slaagde er trouwens nog in om door Bart’s stoeltje te zakken. Typisch, ik raak nooit ergens weg en nou was het net zo, ik lag maar om 1u30 in m’n bed. Een te lange dag dus, en dat mocht ik ‘s morgens voelen…


Ik besloot om gewapend met 2 broden naar het Fort te trekken. Mischien kon ik een verdwaalde karper zover krijgen dat hij in m’n net zwom. De vissen waren uiterst actief, zaterdag volop zon, zondag naderend onweer… ze sprongen dat het een lieve lust was. Ik had eindelijk eens het geduld om langer te wachten nadat ik een half brood gevoerderd had. Meerdere brede toeters verschenen aan de oppervlakte.
Korst gepresenteerd en tien seconden later was ik al aan het drillen. 13,4 kg spiegelkarper, puik! Er begon dus zowaar nog schot te komen in m’n visweekend. Efkes later had ik als bonus een 14,4kg spiegel op de zelfde stek. Deze gaf zich niet zomaar gewonnen en door de lage waterstand bleek hij niet eenvoudig te netten.
Een half uur later, toen het al begon te onweren, kon ik nog zo’n voorzichtige azer strikken. Tergend lanzaam slurpte hij m’n korst naar binnen en een geweldige waterexplosie volgde toen ie door had dat hij gefopt was. 16,8 kg spiegelkarper. Ik herkende hem direct als een vis die ik vorig jaar ergens in de zomermaanden ook had. Met de zelfontspanner slaagde ik er in om er een fotootje van te nemen, op een droog plekje onder een eik.

Het regende ondertussen behoorlijk stevig en de karpers gaven het op aan de oppervlakte. Naar huis dus. Ach nee, ik had nog een kunstaashengel in de auto liggen en en passant ving ik vooraan aan het brugje nog een snoek op een zelfgemaakte streamer. Die was welkom, wel wat klein maar dat gaf niks. Op de zelfde plek waren enkele karpers aan het azen in een modderhoekje. Het broebelde en bruiste op meerdere stekken. Dat waren echt vissen op een presenteerblaadje. Doosje mais opgetrokken en vlug twee strategische voerstekjes aangelegd. Pennetje gemonteerd en uitgelood, dat ging vlug en op het moment dat de eerste vis de mais aan het opspitten was lag ik er al vlak naast met m’n aasje. Schokkerig verdronk de dobber, een grote brasem was het gevolg. Dus geen azende karper maar brasem, achzo. Alléhop, dan toch maar naar huis!

Gisteren, op de warmste dag van het jaar, sleurde ik mezelf met liesbotten aan naar het water bij me in de buurt. Ik hoopte ondanks de hitte toch nog snoek te kunnen vangen, zag het als een soort weddingschap met mezelf. Op het eerste water had ik donders veel concurentie met horden zwemmer-zonnekloppers van allerlei allooi. Ik was het gejoel al na een kwartier bitterbeu, maar had toch een goeie stek uitgekamd, weliswaar zonder beet…
Op naar de volgende put, waar het verdorie nog erger was, een half uurtje gevist en wegwezen van die druktemakers. Op het derde water was het heel wat rustiger, en ik kon uitblazen na de zware dag op het werk. Bah, niet dat we veel werk hebben hoor, only the heat is killing me.
Uiteindelijk wist ik door m’n vertrouwde Sandra erg agressief binnen te vissen een beet uit te lokken, en deze vis ging er erg pittig tegenaan! Leuke korte dril, vis in close-up op de foto, weddingschap gewonnen! Vanop het terras vang je geen vis.

Een mens kan niet op z’n appartementje zitten smelten in dit warme weer. Ik moest eruit. Buiten! Maar ook aan het water zat ik maar wat te suffen. Zelfs de karpers deden het erg rustig met dit erg warme weer. Was het nou dertig graden of niet? Hier en daar strooide ik enkele korsten op het water, maar er kwam aanvankelijk weinig actie. Eén vis werd gemist, ik sloeg verkeerd en haakte prompt éen van de eiken langs de kant. Sufferd. Ook aan de obstakels waren de vissen niet happig naar een broodkorstje.
Dat veranderde toen de zon wegzakte en ik kon op korte tijd op drie verschillende stekjes m’n namiddag goedmaken met een afgetakelde quasimodo schubkarper van 13,1kg, een vis die waarschijnlijk normaal veel meer weegt. Op het eind van z’n levensdagen? Nadien kwam er een mooie 13kg spiegel op de kant, die op de plaat werd gezet door Rik, de viswachter van ons Fort. En als afsluiter van de dag presenteerde ik een korstje aan een koppeltje karpers op een andere stek. Eén van de twee was best een erg grote vis, de andere een baby. En ja, wie was de rapste in het wegwerken van het stuk brood? Anyway, het spiegeltje van een kilotje of 5 was welkom, Rik kwam er net terug aan van z’n ronde en stond er wat verwonderd bij, ik had er weer eentje. ‘En dan nug met de kuurst’ voegde hij er nog snuivend bij!… Ik smeet de stinkende mat en het vette net in de auto, draaide een koude Fanta uit de muur en reed huppeldepup naar huis.

Gisteren wilde ik terug, mischien een gigant aan de haak slaan? Het avondzonnetje deed deugd, maar ik kwam tot de ontdekking dat m’n liesbotten erg aan het lekken gingen. Fris aan het ene been! Ik ben dus aan een nieuw paar toe.
Duizenden insecten zoemden over het water, zelfs een soort sedges… erg knap!

De snoeken hadden geen zin in een Guppy Jerkbait dus haakte ik eens wat anders in de speld. De X-Rap Jointed moest het doen. Brand new kunstaas met een erg mooie actie. En suspenderend! Je kan ‘m dus laten stilhangen in de waterlaag die jij wil.
De snoeken wilden die plug ook wel want ik ving er twee. Een mooie van een stuk in de 80, die ik direct terugzette, er was niemand te bespeuren die een fotootje kon nemen. Laat op de avond, tegen donker aan, had ik nog een mooi gekleurd kleintje die door de plaatselijke jeugd werd vereeuwigd. Die hadden nog nooit zo’n snoek gezien. Tja. Playstation & Skating.

Gisterenavond nodigde Luc me uit om met de boot op het kanaal te vissen. Wegens tijdsgebrek liet ik verstek gaan, maar laat op de avond wilde ik toch nog efkes naar het water. Ik haakte een goeie vis op m’n eigen jerkbait, maar die schoot na enkele tellen los. Pech dus, meer dan.
Duizenden kleine visjes ploeterden zich door het wier, resultaat van de paai der brasems, voer voor de aanwezige roofvis. Het laatste zonlicht streelde en dit bloementrosje liet zich gewillig verleiden tot een mooie pose.

Nog enkele sfeerbeelden van ons verkouden reisje die ik jullie niet wilde onthouden. De zon moet u er echter zelf bij denken! Belet de kapotgebeten zelfgemaakte Guppy-jerkbait. Dat word zowat m’n lievelingskunstaas want ook op het vasteland blijkt het een vanger door z’n lekker dronken zwieberende actie.
De meivlieg op de foto landde op m’n kleren, en na wat proberen kreeg ik het beestje toch nog mooi op de foto. Het water lag er bij tijd en wijle vol van, prachtige insecten in allerlei kleuren van olijfgroen over geel tot bruin beige gestreept. Dit had ik nog nooit gezien.

Meer dan ooit besef ik, dat na het thuiskomen van een geslaagde trip, het steeds moeilijker word om je aan het hier drukke en erg stressy leven aan te passen… Het lukt me gewoon niet om op dreef te raken, me terug in de rat race te lanceren.
Mischien moet het in de toekomst maar anders?
Gisterenavond ben ik naar een lokaal meer gereden, ik kon echt niet anders, de dag op het werk was zooo lang, te saai…
Ik had besloten om maar drie kunstaasjes mee te nemen, om veelvuldig wisselen te vermijden. Bitter koud, met zo’n eng kil windje, wat een zomer is dat toch? De snoeken wilden m’n net onder het water teruggetikte jerkbait niet, dus knoopte ik er een flink uit de kluiten gewassen Sandra aan (da’s een soort mega-twister, geen leuke dame).
En jawel, enige worpen later miste ik een vis, hij stoof bijna de kant op en had geen zin meer om een tweede kans te wagen. Vijftig meter verder schoot er een beste uit de diepte omhoog en miste m’n Sandra opnieuw. Twee meter uit de kant keek hij me uitdagend aan, ik knalde het kunstaas voor z’n kop het water in en hij ramde het tussen z’n tanden. Een leuke dril, want hij liet zich niet kennen! Uiteindelijk kon ik een mooie vis van ongeveer 85cm landen.
Zo, da’s al beter om het afkicken van een reis te bevorderen…