Laatste visdag van ons roofvis seizoen 07/08 in Nederland en David had op de valreep een dagje vakantie losgepeuterd. We besloten er niet te vroeg aan te beginnen om de files bij de Hollanders te vermijden. Zoveel plaats en toch maar tweevakken op de autowegen? We waren pas aan het kraakheldere meer rond 11 uur, maar relaxed als we waren maakte het ons geen zier uit. Het slechte weer in België hadden we achter ons gelaten en glimlachend constateerden we dat het hier ten minste droog was, én geen zuchtje wind beroerde het immense wateroppervlak. Je kon met gemak 4 à vijf meter diep zien.
We dachten de roofvis terug te vinden in de buurt van de paaiplaatsen van vorig jaar. Ik had hier met Luc toch immers goed gevangen? Dat zat dus verkeerd want er was geen vis meer te bespeuren, althans, ze beten toch niet!… Het bleef akelig stil, en we concludeerden dan maar dat de roofvis al terug naar dieper water was getrokken. We trokken ons terug op de plas en op naar de dichtstbijzijnde steile en erg obstakelrijke talud.
Ineens toonde de dieptemeter wel de nodige scholen prooivis en enkele grotere vissignalen. De haken werden gescherpt en een veelvoud van aassoorten ingezet. Van twee meter diep tot strak tegen de bodem. Het ganse gamma van stinkende vis tot zachte shad. David haakte al gauw een mooie donkere snoekbaars die geen zin had in een dril. Hij liet zich een beetje doen en was de klos.
20 minuten later. We kruisten enkele keren heen en weer over dezelfde stek en de dobber van David gleed weg, boven 5 meter water. Een korte en stevige dril volgde en we konden onder de boot een beste snoek zien knokken voor z’n vrijheid in het super heldere water. Geert met het net deed z’n werk en we maten de ronde vis op 107 cm! David’s eerste vistripje in maaaaanden en al weer direct een metervis. We worden het gewoon…
Tegen alle verwachtingen in bleef ‘t voor de rest van de dag akelig stil. We zochten kilometers water af, en op zowat alle dieptes. Ze hadden geen zin meer. Na deze droge dag begon ‘t tegen donker toch nog te regenen en we dropen af. Ikzelf heb geen tikje gezien maar toch weeral een mooie metervis in de boot gehad!
Posts uit Roofvissen
Choose another category?
Een gemiste kans
Er is deze week weinig te doen op ‘t werk, dus nam ik maar een snipperdag. Zoals gewoonlijk raakte ik nauwelijks uit m’n bed en na een uitgebreid en rustig onbijt met de niet te missen Humo dacht ik toch nog aan het vissen! Ik zocht het niet ver, één hengel, kunstaas-tas en waadpak. Weg was ik…
Terug hetzelfde meer, want het loopt. Er stond een pittige wind en ik was weeral eens te fris gekleed. De lente is blijkbaar terug op vakantie vertrokken. Maar die pittige wind zorgt in dit erg heldere water ook voor lossere vissen. En dan is natuurlijkalles goed.
Pas aan het water en ik spotte een schim, nee, ‘t was geen karper of een dode vis. Een verdronken meerkoet. Met de kop in een verloren karperlijn gedraaid. Er zitten nogal wat prutsers aan dit water te vissen… jammer. Het zijn nochtans vrij vervelende vogels voor de serieuze karpervisser, maar ze dood wensen is nog iets anders…
Ik startte terug met de zwarte Bull aan de speld, kwestie van niet te veel opvallen, ugh. Ik kreeg al snel twee volgers die geen zin hadden om hun tanden in dit plankje te zetten. Een eind verder, aan de andere zijde, kreeg ik meer actie.
Net toen ik wat stond weg te dromen en ik m’n kunstaas uit ‘t water wilde heffen kwam er een hele mooie vis met een kolk in het kantje, op zo’n 40 cm water. Ze mistte natuurlijk. Een héle beste verdorie! Een vlug onderhands worpje gaf de vis een nieuwe kans, én ze mistte opnieuw… erg jammer want dit was absoluut een van de weinige betere vissen die het water herbergt. Ik wisselde wat van kunstaas om de rover te tergen maar ze liet zich niet meer zien. Het begon te spoken, schuimkopjes en regen, ik ging schuilen achter een boom want de regenkledij lag thuis op het schap…
Toen ik na een uurtje terugkeerde naar de mooie snoek zag zij ondanks herhaalde pogingen geen brood meer in m’n fopvis. Ondertussen ving ik wel nog drie vissen in het kantje, twee ervan waren kleintjes, de andere liet de jerkbaithengel mooi rond gaan en ik schatte hem tegen de tachtig aan…
Ondertussen was ik ongeveer ‘t water rond en donkergrijs geluchte kwam met grote snelheid mijn kant uit. Het water sloeg grijs en wit om en voor de eerste druppels vielen was ik al riebedebie.
Gisteren was er nog steeds niks te doen op het werk, ik sloop er maar vandoor, deed op ‘t gemakske een paar inkopen en liep dan voor het laatste uur van de dag nog vlugjes naar de strook waar ik de dikkerd mistte. Het werd niks meer, misschien was ze, samen met de lente, naar betere oorden vertrokken…
Topper JR
Dit weekend was er wat tijd om te vissen… maar als je in de sleur van ‘weinig vissen’ zit, dan raak je niet zo vlot uit je bed. Dus was ik wat laat aan de zandwinningsput in de buurt. Had me voorgenomen om terug een niet gebruikte jerkbait van het rek te halen en hem een kans te geven. Je hebt zo van die kunstaasjes die je nooit gebruikt. Dit was een Aad Dam Topper JR.
Ik had bij wijze van spreken nog maar net m’n waadpak aan toen er een snoek achter dit mooie jerkbaitje aan kwam. Als een raket schoot hij rakelings naast deze rode fopvis. Verdween terug in de diepte. Ik wierp onderhands uit, pal boven z’n kop, en hij kwam de in het oppervlak stilhangende vis halen. Duidelijk kwaad dit baasje!
Ergens in de zeventig centimeter én een leuk begin van deze morgen.
Ik besloot om eerst tot het eind van de plas te stappen en dan met de zon in de rug door het water terug naar de parking te stappen. Heerlijk om zo in het water te staan, en voor anderen onbereikbare plekjes te bevissen. Het geeft je ook een ander perspectief op de plas. Je bent meer één…
Het duurde een tijdje voor ik terug vis vond. En toen kreeg ik twee beten in evenveel worpen. De ene vis, die lekker vocht, was van dezelfde categorie als de eerste snoek. De tweede vis schoot echter direct los. Was ook van hetzelfde slag. Waar zitten die dikke vrouwelijke snoeken hier?
Ik dacht op die strook nog méér vis tegen te komen maar verder actie bleef uit. Ook op m’n stekken die doorgaans wel iets opleveren.
Er waren veel karpervissers op wandel met dit mooie weer, ze zijn ‘en masse’ ontwaakt uit hun winterslaap. Ik telde in totaal 9 wandelkarpervissers. Na wat gebabbel met één van hen over het nieuwe én omstreden karperbetaalwatertje in Viersel besloot ik toch nog naar een ander water te rijden… Ik wist niet dat je daar geen speciale vergunning nodig had.
Tussen de vele wandelaars viel ik ginds op in m’n neopreen waadpak en nogal vette petje. En nog méér keken ze zich blind op die rode fopvis die ze in het heldere water best zagen heen en weer zwemmen. En maar commentaar geven! Wie vist nou meer een fluo-gele lijn?
Ach, een voetballer of renner mag er nog zo belachelijk uitzien, niemand lacht met z’n outfit. Maar een visser in een waadpak, daar kan je nog eens goed mee lachen. Wat een land. Deze ‘nieuwe’ plas (jaren geleden had ik er wel al gevist, voor het ‘privé’ werd) gaf z’n geheimen voor deze dag niet prijs. Maar ik had een leuke babbel met vissende Ronny en na een fris drankske uit z’n tent (hij zag dacht ik dorst had gekregen van dat gesleur in het warme pak) toog ik naar huis. De Topper had dus opgeleverd. Goed.
Even ademhalen
Jan wilde dit weekend absoluut naar de scouts. Voor mij is dit echt een middagbreker, je zit meer in de auto dan wat anders… tenzij je de tijd ertussen opvult met een paar uurtjes vissen? Ja zéker. Het was vandaag echt superweer, echter niet zo’n best snoekweer met die heldere lucht. Maar op een lokale zandwinningsplas zien de snoeken zo’n zonnestraal welkom tegemoet. Eén hengel in de hand en een kunstaastasje op de rug, en ik had voor de gelegenheid een neopreen waadpak aangetrokken om enkele stekken uit te kammen waar anders niemand komt. Het was zalig om kruisdiep in het water te staan, met de zon recht in het gezicht. een zacht kabbeltje deed me terugdromen in de tijd. Er is een tijd geweest dat ik meer in waadpak dan in gewone kleding rondliep. Ach…
Ik had niet echt hoop op vis en dan ga je nogal gauw wisselen met het uitgezochte kunstaas. M’n eigen jerkbaits, enkele X-Rap Rapala’s, de pluggen die ik laatst van Fons kreeg, een Sandra… het pikte allemaal teveel vuil op en uiteindelijk nam ik vrede met een zwarte ‘Bull’ van Ad Dam. Quasi nog nooit mee gevist. Prima zig-zag zwemmer, en niet loodzwaar. Die ging niet diep en ik zag hem goed heen en week tikken in het kraakheldere water. Mooi…
Driehonderd meter afgevist en nog altijd niks gezien. Verder gewandeld, nieuwe stekken, niks. Toen ik al op de terugweg was, anderhalf uur is echt niks, viste ik op de rechterkant van een mooi plateau dat traag afloopt. Ik kreeg op dat stukje van nauwelijks dertig meter drie aanbeten in ongeveer dubbel zoveel worpen. Dit leek me een paaiclubje. De eerste bleef hangen, nochtans was het kunstaas nogal groot in verhouding tot deze druktemaker. Een fotootje als blogvuller en direct terug. De tweede sloeg eerst een ruime kolk en miste. Onderhands worpje in haar kielzog en ze viel nog eens aan. Vlak voor m’n voeten, in 70 cm kraakhelder water, en prachtig om zien. Formidabel om die immense versnelling te zien. Leuke vis, maar ze schoot los. Dat heb je nou met dat zware materiaal, op korte afstand is er nauwelijks een buffer. Die vis had waarschijnlijk m’n dag gemaakt… Direct erna had ik er nog eentje op, een dapper manneke dat echter ook losschoot. Maar ik vond het allemaal niet erg, ‘k had vis gezien, beet gehad, vissenslijm geroken en het nog koude water gevoeld. M’n wekkertje ging even later af, teken dat ik Jan alweer kon ophalen. Een wekkertje is gemakkelijker dan constant tegen de tijd op je klok kijken. Rap dat waadpak uit, de wagen in, en riebedebie. Terug verder met het weekend. Zalig vissen zo!
Polderkoud
Bitter koud. en ik was er niet op voorzien! Onverwacht reed ik op zaterdag de Nederlandse polder tegemoet. En helemaal niet aan het ijs gedacht, alles buiten het grote water lag dicht! Het werd speuren naar nieuw water, zonder dat fijne ijslaagje.
Ik vond één beek, naast een tiendweg die wat uit de wind lag, en zette er dan maar m’n iele hoop op. Ondanks het zonnetje zag het water er donker en dik uit. Na honderd meter struinen met een Ondex Nr. 6 aan de speld had ik het al berekoud. Het kroop onder m’n waxjas omhoog. Ongezelligheid troef. Gelukkig is die polder zo mooi, en dat bracht toch hoop. Maar nee, geen beet, geen vis te zien. Alleen een paar aalscholvers…
Toen ik op een kruising kwam met een sloot die met de wind mee lag gaf ik het bijna op. Te veel zon, ik zag de bodem, de wind vol op het water, het leek er niet op. Toch kreeg ik hier op een stukje van 20 meter water, vijf wilde aanbeten. De eerste schoot los, ‘t was nochtans een mooie vis. De drie volgende waren mooie dappere mannetjes, die woest kopschuddend de spinner kwijt wilden. De laatste vis op dit stukje was een mooie dame, rond en voldik, echt tegen het paaien aan! Mooi! Ik liet ze voorzichtig uit m’n handen slippen.
Dit was het wel! Stapte een stuk de polder in, tot aan een veelbelovend stukje tussen de kale knotwilgen. Veel licht maar toch beschut. Dertig worpen of wat verder had ik terug een mooie dame aan de haak, bol van het kuit. Er kwam een vriendelijke wandelaar langs en die was verwonderd over het ruime formaat vis in dit ondiepe water. Ik kon ‘m verzekeren dat ze hier echt niet allemaal zo groot waren. De vis was wat ongelukkig gehaakt en ik moest knippen om de dreg te verwijderen, dat gebeurt nou altijd als er toeschouwers bij zijn. Dat ging met m’n tangetje echter niet zo gemakkelijk maar uiteindelijk de vis kon ongeschonden terug. Modderwolken welden op in het even later rimpeloze water.
Ik monteerde dan maar een splitring en nieuwe dreg op de spinner, de ene Ondex is immers de andere niet, en wilde daarvoor de kapotte dreg van het kunstaas nijpen. Maar met een doffe krak brak m’n Rapala-tang in twee! Conclusie: geen splitingtang meer én ook geen onthaaktang voor de rest van de dag. Merde!…
Dan maar een streamer in de speld! Ook prima voor me. Ik zou de vissen dan maar met de blote hand onthaken…
Het begon wat te dooien en ik ging op zoek naar ander jachtterrein. Een mooie brede dorpssloot met aan weerszijden een drukke straat. Zonder ijs! Ik viste zowat honderd meter water af toen er een bootje aankwam, twee man, vier hengels, al trollend. Ik zag ze een mooie vis vangen, en ze zeiden me even later met tegenzin dat het wel een beetje wilde lukken die dag. Mmmmm, ik wist het.
Ze waren niet uit m’n zicht verdwenen toen ik er nog eentje ving. Lekker in dit heldere water, met wijd opengesperde bek liet ie me weten dat het hem helemaal niet aanstond. Ik onthaakte hem zonder de tang, en het bloedden startte. Van m’n hand, niet de vis hé. De volgende strook gaf ook nog twee vissen prijs, middelmaat poldersnoeken die een bloederige aanslag pleegden op m’n koude handen. Superzicht om de vissen over de olijfkleurige streamer te zien schuiven in dit absoluut kraakheldere water. Dit had ik echt niet verwacht met dit heldere weertje…
Ik genoot van de zon op m’n snoet toen ik besloot dat het welletjes was geweest. De zon ging op rechts in het roze ten onder toen ik met Ash Ra in de cd-speler naar huis reed, vollen bak. De zon was pas helemaal verdwenen toen ik al terug in Mechelen was. De dagen worden dus langer, én het genot ervan ook! Wat een heerlijke visdag, verdomme!…
Vischcollege 777_2
Ik ben terug. Ik ben terug! Beter, ik ben zelfs eens gaan vissen! Anderhalve maand niet gevist, en waarschijnlijk is dat voor mij een unicum… Beetje verbouwd en dergelijke meer. Wel, zaterdag jongstleden was er terug een bijeenkomst van ons Vischcollege in Nederland. Ik nam Fons mee, een passioneel visser die al 30 jaar z’n hart aan de polder heeft verpand en een trouwe aanhanger is van de Schreinerschool.
We waren er om 8 u stipt en er waren maar in totaal een tiental collega’s aanwezig. Mischien zat die vroege sneeuwstorm er voor iets tussen, en lagen de heren nog op bed?
Na de nodige koffie en jenevertjes doken we in kleine groepjes de polder in. Ik besloot te starten met een Ondex Nr.6, met op de haak twee ingebonden oranje zonkerstrips. Pas gemaakt, en het geheel schudde als een zongebruinde buikdanseres. Had er direct veel vertrouwen in. We stapten ergens plompverloren uit de auto, waar ik nog nooit gevist had.
Twintig worpen of wat later haakte ik onder een bruggetje een snoek, Ongeveer zeventig centimeter, met een lekker rond buikje. Dat was een mooi begin van de dag, én veelbelovend. We trokken het veld in en 50 meter verder had er er nog eentje op, een baby die de dreggen nauwelijks binnenkreeg, de rakker schoot er af…
Eens we de volle impact van de wind in het gezicht kregen werd de polder ineens niet meer zo gastvrij. Ook de snoeken dachten er zo over en de kaken bleven stijf opeen…
Om 12u scheurde ik terug naar het cafeetje, voor opwarming én een bokaal krachtige erwtensoep. Gezelligheid troef daar! Bleef dat er weinig was gevangen, hier en daar een vis. Alleen Henk had ze goed getroffen, allen in beschut water. Dat zette ons aan het denken, en we zochten beschut water op. Niks beterde, alleen wist Fons een paar aanbeten uit te lokken en er uiteindelijk nog een te vangen. Mooi!
Tegen de avond trokken we het dorp uit naar het uiteinde van deze polder, in de hoop nog iets te forceren. Fons startte er goed op een door mij aangewezen stekje, maar hij mistte een zo te zien mooie snoek tot twee maal toe. Wat verderop schoot er ook bij mij een snoek los. Daar bleef het bij. We genoten van ‘t ondergaande waterzonnetje en hoopten op die laatste vis, die echter niet kwam.
Terug in het café -we waren eeuwen te laat op de afspraak- bleek dat er in totaal 17 vissen gevangen waren. Ik ontdekte ook dat er in Nederland een verschil is tussen een fluitje en een vaas. Waarom er daar niet allemaal gewone grote pinten getapt worden is me een raadsel. Zo zuinig die fluitjes!
Fons werd de held van de dag toen hij tevoorschijn kwam met z’n puike Fairplay Titan hengeltjes, en bijhorende Penn en Crack molentjes. Wat zijn die hengels prachtig gebouwd! De ogen van Jacques en Hans rolden in hun kassen, net alsof ze een oosterse buikdanseres in het vizier kregen!…
Prachtige dag dus, én een leuke vismaat, Fons! Dat moeten we nog eens overdoen, met -hopelijk- meer vis op de kant…
Vischcollege 777
Zaterdag was er het eerste visuitstapje van ons Vischcollege 777. Een snoekclubje zonder ook maar de minste pretentie. Jacques Schouten en Hans Van Der Kleij verzamelden zowat vijftien gelijkgestemde vrienden rond zich heen en zo onstond ons college. We komen slechts twee maal per jaar bijeen in de Krimpenerwaard, in de buurt van Jacques. Dat dit goed viswater is hoeft geen betoog, het is top polderwater.
Zaterdag was ik er om 8u stipt en ‘t was leuk om zien dat alle bekenden al aan de toog van Het Wapen van Stolwijk hingen. Er stonden trouwens ook al genoeg lege druppelglaasjes… Als iedereen er was, kregen we van Vic Marinus (van de Vlaamse Roofvisfederatie) wat puike stekinformatie over dit eindeloze slotensysteem. Na het kopen van een dagvergunning stoven we er vandoor in m’n wagen. Bij mij zat Jan Van De Linde en Henk, een sympathieke bioloog uit Jacques’ buurt. We stopten om te beginnen bij een doodlopend stuk water en ik had m’n pak nog niet helemaal aan en Jan was er al vandoor, om prompt na een tiental worpen de dag te starten met een puike poldersnoek! Mooi en snel begin. Er stond een fris oostenwindbriesje maar de zon zorgde ervoor dat de kou nog meeviel. Ik verspeelde een eerste streamer, wat stond ik daar nou te dromen? Jan deed dapper verder en tegen de middag had de brave man (lees: die-hard visser) 6 aanbeten gehad waarvan hij er vier verzilverde. Allen op de tandemspinner. Ik zag het met lede ogen aan, wat deed ik verkeerd dat de snoeken m’n vertrouwde streamers aan de spinhengel niet zagen zitten? Dat ze m’n oppervlaktekunstaas niet mochten bij zo’n weer kon ik best begrijpen. Maar een streamer? Om twaalf uur had ik nog altijd niks gezien, én Henk ook niet. We reden terug naar het cafeetje om een warme hap en wat gezellig bij te praten. Bleek dat er maar een paar visjes gevangen waren. Jan had dus meteen z’n reputatie bevestigd.
Na de middag kwam de zon er goed door en was het aangenaam stappen tussen de koeiestront en de weidevogels. Zaaalig! Jan kreeg geen beet meer, Henk ook niet. Ik had m’n vliegenhengel meegenomen en was aan het testen of ik zo’n halve kip in de lucht kon houden. Dat viel erg goed mee met deze Sage 6 hengel met een weight forward 7 lijn. En ik kreeg vlot twee aanbeten op een met lange halen gestripte streamer. De eerste verspeelde ik en de tweede werd geland. Henk was al even blij als ik, om m’n allereerste snoek aan de vliegenhengel! Wat later kreeg ik nog een volgertje maar die verdween spoorloos in een kolk.
‘t Was al vlug 16u en we vlogen terug naar de afspraak in ‘t cafe… Er waren door de anderen maar een paar vissen gevangen, dus ik had geluk gehad… maar ‘k had vooral genoten van deze zalige winterdag met Jan en Henk. Volgende keer slacht ik die poldersnoekjes met de vliegenhengel. Een mens moet kinderlijk enthousiast blijven, niet?…
Rimpelloos
In de vrieskou vertrokken we gisteren richting Nederland. Het grote water. Op zoek naar die ene monstersnoek. Het was nog bijna donker toen de boot al op het water lag en we goed ingeduffeld richting sluis voeren. Luc wilde al backtrollend een aantal grote voorns op een takel achter de boot aanslepen. Het leek me ook de meest aangewezen manier om een snoek van het onbekende te verleiden. Al gauw trokken onze pennen monotome v-strepen over het overigens bijna rimpeloze water. We waren er op voorbereid om niks te vangen, da’s de gemakkleijkste manier om met vangsten op groot water om te gaan. Als het wordt, dan weet je dat op voorhand. Komt er iets in de boot dan is dat xtra!
De dag was prachtig, flink koud maar quasi windstil. Alleen de alomaanwezige vogels waren onze luidruchtige begeleiders. Na een tijdje liet ik naast de boot toch maar eens een grote shad zakken in de hoop om een rover van de bodem te prikken. Luc zag het met lede ogen aan, met deze montage viel geen vis te verleiden. Maar ik heb alle vertrouwen in deze bewezen methode en na een kwartiertje volgt er een heftige aanval op m’n grote shad. Droge tik en daar komt een mooie snoekbaars langszeilen. 75 cm is Luc’s verdict en we zetten het mooie beest op de foto. Vis is vis, zei Luc, en gelijk heeft ie. Pijlsnel dook de vis even later terug de diepte in.
Na deze vlotte vangst verwachte ik meer van dat, maar het bleef stil. Ook de gesleepte voorns bleven onaangeroerd. Toch hadden we het gevoel dat we de ganse dag op een goede manier gevist hadden. Die echte beer komt wel eens één van de volgende keren langs.
Tegen de avond komt er een boot aangevaren die eventjes stopt voor een babbeltje. We hebben wat communicatiestoornissen met deze nederlander want hij is niet verstaanbaar, en uiteindelijk vertrekt hij voorlangs, én recht door onze lijnen. We zaten er gewoon met verstomming naar te kijken. Drie keigrote dobbers op rimpelloos water en de man vaart er dwars doorheen. Hoe is het mogelijk?… Maar, we ontwarren het kleine kluwen en na de excuses vertrekt hij richting trailerhelling. Luc zwijgt maar ik weet dat het kookt…
De zonsondergang was fenomenaal, de foto’s ervan slecht. We hebben ieder moment van deze mooie winterdag genoten… We’ll be back.
Ondertussen…
… was het vorige zaterdag polderdag. Eén hengel, een doosje met allehande licht kunstaas en ik was vertrokken. De Krimpenerwaard in de buurt van Jacques is groot genoeg om een maand te vissen en nooit in het zelfde slootje te hoeven vissen. Eindeloos mooi én nooit vervelend. Maar zaterdag ook bitter koud. Het liep niet, zelfs niet op stekjes waar ik snoeken gestapeld weet. Uiteindelijk kon ik ‘s middags de nul van het scorebord halen. De peuter die m’n streamer uit het oppervlak haalde kon er zo weer vandoor.
Ik had ook nog twee zwaardere hengels in de auto, én wat diepgevroren zeeaas. Dan maar naar een andere beproefde dood aas stek, in een poging om de vangsten wat te forceren! Ook al wist ik in deze kommetjes de vissen best aanwezig, en ook op welke taluds, toch kwam er geen actie tot donker. De dag doofde en het werd niks meer. Koud nam ik het veer en speerde terug naar België.
Om zondagmiddag terug te karren naar krak dezelfde plek, het was immers Jacques Schouten’s verjaardig en Sylvia had een verrassingsfeest georganiseerd! Nuchtere Jacques was helemaal uit lucht komen vallen. Erg leuk, en er waren vrienden uit alle windstreken. Marleen en ik maakten naast enkele bekendere gezichten ook kennis met Jacques’ kranige mama, én het deed me véél plezier, mevrouw, om te weten dat u ook op deze blog meeleest!…
Het feestje liep ook wat uit en dan komen ook dé verhalen én de visfoto’s boven. Z’n seizoen is weer eens méér dan geslaagd, met meerdere ongelofelijke grote vissen. Buiten categorie. Onderstaande foto is er één van. Een vanaf de kant gevangen amberjack… Hier zakt m’n broek van af, wat een beest!
Gisteren, woensdag, reden David en ik terug naar Nederland om met de boot het grote water af te zoeken. Ook Luc Van Litsenborg was met z’n boot van de partij. We hadden het water voor ons alleen. Snoeken in het vizier van beiden boten? Nee dus, we vonden het niet, althans ze deden het toch niet. Er werd gevist met onder dobbers gesleepte aasvissen en met allerhande grote shads, op zowat alle dieptes. Niets bracht zoden aan de dijk, geen snoek deed zelfaccupunctuur aan onze scherpe haken…
De snoekbaarzen hadden er meer zin in, ik had er één, David drie, waarvan de mooiste 76 cm. Luc had evenveel vissen, met een knappe snoekbaars van 84 erbij!
De regen bleef uit en ook het voorspelde windje drukte zich. Het was een zalige dag op het sop (natuurlijk met de medewerking van m’n nieuwe warmteschoenen en bijhorend thermisch ondergoed), en we besloten ‘s avonds aan de waterkant met spareribs en enkele halve liters! Ik voel me vandaag als wederboren prima!
Tussendoortje?
David gaat, als ik niet mee kan, ook wel eens zonder mij op stap. Ik heb het geweten! Vorige week, toen ik zat te zwoegen op Alijn’s boek, sleurde onze jonge God ‘s avonds een 116cm de boot binnen… Pieter, de opstapper van de dag, liet z’n ogen eens goed rollen en slikte even dieper dan normaal! Hij had nochtans die dag ook al een metersnoek gevangen en daarmee z’n pb scherper gezet.
De foto van het beest zal ik jullie niet besparen. Lekker dit!…
Winterbegin
Gisteren terug een visdag met de boot in de snoekrijke Nederlanden. We zouden het kalm aan doen, en ‘n beetje later vertrekken. Om 7u bij David, net goed om een uur later een dikke file binnen te rijden. Niet getreurd, want we hebben altijd een geambiëerde babbel! De zon stak al fel toen we bij het water kwamen. We zouden driften, elk met één hengel. De dobbers stonden diep afgesteld en we driften zo traag mogelijk om te zorgen dat de aasvis diep kon blijven. Erg stond een kabbeltje, net goed om ons de goede richting uit te laten dobberen. Nu en dan corrigeren met de electromotor om de betere taluds aan te houden was méér dan genoeg. We zochten zowat alle dieptes af, van 5 à 6 meter, tot zelfs 13 meter toe. De watertemperatuur langs de ene kant van de plas was 8,9° gemiddeld, terwijl het aan de andere zijde gemiddeld een halve graad kouder was.
Er werden nauwelijks enkele schooltjes prooivis gevonden, en de harde pogingen om rond deze bolletjes een snoek te verleiden bleken vruchteloos.
Net na de middag gingen we even van boord om een warme hap te nuttigen, hartverwarmend en broodnodig.
Eens de hap in de man was, verdween David’s pen onder, de aanslag bleek vruchteloos. Nauwelijks een seconde later was m’n pen ook verdwenen en ik klopte vast op iets kleins. Het bleek een mager snoekje te zijn. Maar, de nul was van het bord. We vistten het meer verder rond op de ons gekende stekken… zonder resultaat. Buiten het feit dat onze aasvissen verschillende keren gegrepen werden door bijterige snoekbaarzen. We landden er elk één, best dikke vissen, én verspeelden elk verschillende.
Met donker besloten we aan de trailerhelling nog wat verder te vissen, maar turen naar de dobber was in het schemer wat moeilijk, en we schakelden over naar diepgevistte grote shads. De kou viel in en na een uurtje hielden we het voor bekeken.
De winter is duidelijk gearriveerd.
Haring
M’n zoon Jan had vandaag zin om eens te schilderen. Alle spulletjes heb ik in huis, dus waarom niet? Eerst overschilderden we samen een oud opgespannen doek met witte acrylverf. We lieten het drogen en Jan begon daarna ogenblikkelijk in een soort imitatie Keith Haring stijl een aantal ventjes te schilderen die aan elkaar pasten, want, wist hij te vertellen, dit hadden ze voor vaderdag van de juf geleerd.
Ik liet ‘m doen, en ongelofelijk, hij vulde de overgebleven gaatjes op met enkele vissen. Ik vind het er leuk uitzien voor een knul van tien, en er staan toch drie vissen op! Bovendien in stijl ‘Haring’! Dat moest dus op m’n blog!
Eens wat minder
Zondag vond ik het gemeen koud op het water, en ik had me niet goed voorbereid. Met m’n gedachten bij de illustraties van het boek, en dan laat ik het bijvoorbeeld na om een thermos warme drank mee te nemen, tja. Er dreef een koud sfeertje over dit middelgrote nederlandse water, absoluut de voorpost van de winter. Het was sedert het voorjaar geleden dat ik hier nog geweest was, in gedachten was het toen nog grauwer dan nu. We zochten de oude gekende stekken op, zochten naar bollen aasvis… vonden ze ook. We cirkelden er rond, kriskras erdoor en herhaalden het keer op keer. De zéker aanwezige snoek, de herders gaven verstek. Overal. Dood aas, groot en klein werd buitenboord gehangen, en ik smeet me ook efkes warm met kunstaas. Het mocht niet baten, ik kreeg geen actie. De mooie zwemactie van mijn handgemaakte jerkbait deed me wél plezier.
David ving wél, die peuterde er nog na véél proberen een kleine snoek tussenuit. Als ik niet wist hoevéél snoek daar rond zwemt, dan had ik zowiezo gedacht dat het er visloos was. Alléhop, de nul was toch van ‘t bord.
Ik kreeg overdag nog eens goed pijn in m’n hoofd, was dit nou door m’n nieuwe knellende petje of het smeersel van de boterhammetjes die op mijn maag lag?… Tegen donker was ik er niet meer bij, en eigenlijk wel blij om naar huis te gaan. Het grote water kan ook tegen je werken, alsof je met je kaak tegen een koude muur staat, en daar moet je tegen kunnen. Het vangen zal voor de volgende keer zijn! Eerst dat boek, dat boek!
Onverwacht succes
Tussendoor konden we nog een dag weg. Ik kon het tussen de werken aan Alijn’s boek goed verdragen. Toch zat ik overdag als een halve zombie in de boot. Maar we vingen toch een paar vissen, ahum, asjeblieft negen meter+ vissen waaronder warempel weeral twee onwaarschijnlijke bakken. Een 113 cm voor David en een 118 cm voor mij. Tja, veel beter kan het niet. Was ik direct klaarwakker van!…
Zéér zonnige dag!
Ooit komen dagen dat alles klopt, dat je als vismaten tegen elkaar zegt dat het prima gaat met wat je doet. Dan kan je als visser bijna niks verkeerd doen. ‘On a roll’ noemen de Engelsen dat, dacht ik. De schakels passen ineen, het verhaal klopt op de één of andere manier. Zoals gisteren.
We waren al met zonsopgang aan een groot Nederlands water. Ik zat alweer te suffen, het hard werken aan Alijn’s boek weegt op m’n gestel. David zette in met kunstaas, ik met een medium-size horsmakreel. Ik werd vlug wakker want in het eerste uur kwamen er vlot een aantal beten, waarvan er een drietal werden gelost. David verspeelde een kleintje én een mooie vis. De vis die ik loste was een beste, dat voelde ik zo. David verzilverde er twee, een leuke 89-er en een hard vechtende vis van 101 cm. Dus, weeral een metervis binnenboord, de dag was weer al prima ingezet en het was niet eens middag. We gingen op zoek naar meer. We vonden verderop verschillende scholen aasvis en we visten er kriskras doorheen. Midden een school brasems (David haakte er trouwens eentje op pijnlijke manier op z’n kunstaas) kreeg ik een droge tik, mepte, en een halve horsmakreel kaatste op het oppervlak terug… net achter m’n dreg netjes afgebeten. Spijtig.
Daarna viel het wat stil, dus aten we wat in het lekkere zonnetje (David at z’n pasta met z’n vingers, tja een vork vergeten, gruwelijk vet haha!) en we gingen erna op zoek naar nieuwe stekken, nieuwe onontgonnen dieptes. Kilometers maken met onze nieuwe boot gaat nu erg gemakkelijk en het is bovendien plezierig. We zijn dus niet meer zo stekgebonden. Het reisje leverde niks op dus we keerden terug naar de eerste stekken en vrijwel direct kreeg ik op de ‘brasemstek’ een aanbeet, een run van jewelste, en een gevecht op het scherp van de snee. Jezusmaria, ik was danig onder de indruk van dit geweld. De boot werd in het windstille weer op sleeptouw genomen, en David stuurde tegen met de electromotor. Uiteindelijk gaf deze dame zich gewonnen, David harkte zonder twijfelen met het net de buit binnen en we werden even stil. Dikke vis en ze werd gemeten op 116 cm! Joohoo, m’n record gebroken met deze eerste vis vandaag. Wat een ontlading… Nu kon het niet meer stuk, twee meters binnen! Wat een emoties, vooral om zo’n drilpartij. M’n vismaat kraaide victorie, gaf een paar oerschreeuwen ten beste die ze tot in België konden horen, was dit effen vissen!…
We visten de namiddag in de brandende zon door (is het echt oktober?) en tot de avond werd het niks meer. Beiden hadden we een lekkere vis aan de rigs… maar de snoeken hoefden het niet meer. Toch bleven we volharden, tot de zon viel. Toen liep ik vast, althans dat dacht ik. David zei net dat we voor de zoveelste keer een bol aasvis binnendreven. De vermoedde plasticzak bleek uiteindelijk toch te bewegen, en ‘k sloeg voor de zekerheid toch maar eens stevig aan.
Ik had een beest gewekt die met brute kracht de veiligheid trachtte te bereiken. De motor moest in achteruit, anders kwam dit niet goed. Trillend op m’n benen voorspelde ik dat deze beer groter was dan de vorige. David zei eigenlijk niks meer, het tafereel, de dril sprak voor zichzelf. Slechts een enkele keer zag ik een flits van de vis voor ze zich aan de oppervlakte vleide, tot de overgave gedwongen. Nen boeker, wat een rug! Als perfect op elkaar ingespeelde vismaten haalden we ze binnenboord, en het werd héél stil. Dit was zonder meer de grootste en dikste die we ooit gezien hadden. Het verdict viel op 121 cm, naar het gewicht hadden we het raden. We moeten misschien eens zorgen voor een grote weegzak en weger in de boot. Tja, m’n handen schudden als wilgenblaadjes in een halfzware zomerstorm, en ik zweefde zo’n tien centimeter boven de boot. David hield me tegen. Zonder jou was het niet gelukt kerel, merci! 2 PB’s op één dag, verdomme. Een zéér zonnige dag dus!
In het donker vaarden we terug naar de trailerhelling, en besloten deze overwinning met een bezoekje aan de Italiaan. David at z’n geroosterde kip met rozemarijn met z’n handen, omdat dat nou eenmaal lekker is. Ik nam me een pasta met zeevruchten. Stinkend naar de look besloten we zo vlug mogelijk terug te keren. Natuurlijk, zou jij niet?…
Indian Summer
Nee, ik ben niet gestopt met deze blog, ik ga gewoon bijna nooit meer vissen… Geen tochtje tijd, teveel werk en te druk. Maar zaterdag raakten we eindelijk eens met de boot weg. Laat opgestaan en om 7 uur afgesproken op de autoweg aan de Nederlandse grens. David pikte me op en na een flinke rit stonden we aan het prachtige grote water. Het zag er veelbelovend uit, ook de nieuwe trailerhelling! Een lekker zonnetje verwarmde onze bleke kantoorgezichten. Indian Summer. We konden niet wachten, twee uitgelaten veulens die graag eens gas geven met die boot! Woooosh… en op de eerste stek duurde het niet lang voor David een vis mistte op een gesleepte makreel. Jammer maar de dag was lang. Een tijd later, en een paar honderd meter verder kreeg ik een droge tik op m’n baitcaster en ramde vast. Ik had trouwens net gezegd dat er iets ging gebeuren omdat ik een groot signaal had gezien op de X125. M’n pas opgespoelde Power-Pro gele dyneema lijn sneed door het heldere water, wat zie je dat mooi! Na korte en ietwat flauwe dril kwam er een 104 cm snoek binnenboord. Weeral een metersnoek! Van de aasvis was geen spoor meer. Ha!
Nadien bleef het stilletjes en we gingen op zoek naar andere stekken. Die leverden niks op, maar op de plek waar ik de vorige keer een klein snoekbaarsje haakte sloeg David een mooi bakbeest vast. 80 cm snoekbaars astemblieft, natuurlijk was hij erg blij met deze personal best. Je zou voor minder. Hoe het mogelijk is dat je die met een grote makreel kunt vangen is me een raadsel… Deze had er dus zin in want alle dreggen zaten binnenin. Nu we onze nieuwe dieptemeter gebruiken zien we de vissen/scholen vis ook veel duidelijker op het scherm. Wat het extra leuk maakt.
Een tijd later nog een aanbeet, deze keer een beste snoek voor David, die 105 cm op het meetlint aangaf. Héhé, nog een meter in de boot. Je wordt dat dus gewoon… Tegen de avond vaarden we terug naar onze ‘topstek’, om nog iets te forceren maar daar gaf niets of niemand meer acte de présence. Het bleef stil. Toen het begon af te koelen stoven we met de boot naar de trailerhelling, voldaan. En hunkerend naar de volgende keer. Maar dan zal de Indian Summer wel voorbij zijn, denk ik…
Bwoarze in de bwoot!
Een goei week geleden stapte ik nog eens mee op de boot van Luc. Voor hem zijn het de laatste visdagen, hij wordt papa en dat heeft zo z’n weerslag op het visgebeuren.
Een Nederlandse rivier. De dag startte moeizaam, en de aan lichte hengeltjes getrolde 5 cm Shad Raps bleven tot Luc’s verbazing onaangeroerd. Nochtans was dit een stuk stromend water die al mooie ‘bwoarzen’ had opgeleverd. Uiteindelijk schoot het een paar kilometer verder wel in actie en dat was de start van een mooie gevarieerde visdag. We sloten tegen donker af met een 37-tal vissen, grotendeels mooie handvolle baarzen. Er kwamen ook een viertal snoekbaarzen tussendoor, en een agressieve winde. Tegen donker aan verwisselden we van taktiek en wierpen we de kantjes uit op zoek naar rovers op het ondiepe. Ik mistte een mooie roofblei op een kleine drijvende stickbait, ving zowaar een baars op een popper, en even later haalde Luc een roofblei boven. Niet groot maar dat kon onze pret niet drukken. M’n mooiste ‘baarsjes’ waren 42 en 43 cm en Luc had de hoofdvogel, een mooie 44 cm! De zon ging onder in zijdepasteltinten, het bleef lekker warm en gezellig. Wat een zalige visdag!
Vorige week, tijdens een verloren uurtje testte ik een zelfgemaakte maar slecht geschilderde jerkbait, die ik in een jaar nog altijd geen zwemles had gegeven, het bleek een winner want ik haakte op korte tijd twee snoeken en mistte er nog eentje ook! Kan slechter…
Eindelijk
Onder zo’n walgelijk warme zon gaan vissen? Op roofvis? Ja, dat deden we gisteren. David kreeg eind vorige week z’n Vaarbewijs toegestuurd en eindelijk konden we onze nieuwe second-hand boot dopen en te water laten. Nederland dus, het grotere water. Het lag er met het krieken van de dag fantastisch bij. De boot startte perfect, lekt niet, de motor zoemde prachtig en na het spelevaren dachten we ook nog eventjes aan vissen! De shads gingen in de spelden en het trage trollen kon beginnen. Ik wilde het dyneema op m’n reel herspoelen, het lag niet mooi, en ‘k liet nog voor de eerste worp alle lijn van m’n reel lopen. Tijdens het high-speed binnendraaien van de shad kreeg ik reeds een harde aanbeet. Een leuke snoek kwam naast de boot, David schatte hem rond de negentig, deze dag begon dus goed. Even later kreeg David een aanbeet, die hij mistte. Een eerste stuk water leverde verder niks meer op, tot onze verwondering eerder. De beren lagen stijf, verblind door de zon in hun ogen? We dachten trouwens dat door de extreem zonnige dag alle actie in de vroege morgen zou komen.
Tegen de middag kamden we een nieuw stuk water uit. Het zag er erg veelbelovend uit en onze nieuwe Lowrance X125 tekende mooie vissignalen op het gedetailleerde scherm. We gingen in ‘t rond aan het werpen met shads, en 50 meter verder had ik er een leuke snoekbaars op die de grote Fox-shad bijna helemaal binnengewerkt had. Wat later haakte ik een snoek bij de boot, die het ganse zaakje een tijdje gevolgd had en vlakbij alsnog het fluogroene aas binnenwerkte. Welkom, jongen, welkom!
Dit was het dan, de actie op deze stek. De warmte werd ondraaglijk en we zetten dan maar de gashendel open om wat nieuwe stekken te zoeken, en alzo toch wat af te koelen.
Een uur of twee later keerden we terug naar de eerste stek, en ik nam het stuur over. Nauwkeurig backtrollend voeren we over de taluds waar de dikke vermeende rovers zich verschansten. David sloeg direct toe met een leuke snoek, een negentiger, de nul was bij hem dus eindelijk van de teller. Een kwartier later klopte onze Wolly een volgende vis vast, een mooi beest van exact één meter lang. Ook jij, welgekomen! Daarna was het over, tussen als het ‘strandgewoel’ trailerden we onze boot en zon-gegaard en rood-verbrand reden we terug huiswaarts. We zijn verliefd op die boot! Méééér!…
Zwerven
Het begon al goed, of eigenlijk slecht. Ik wilde op vrijdagavond aasvissen vangen, om zaterdagmorgen in alle vroegte een levende vis te presenteren aan een moeilijk met kunstaas te verleiden snoek. In België kan dit dus nog. In Nederland niet. Goed geprobeerd, maar echter buiten het formaat van de vissen gerekend. Ik had een klein plasje gekozen, waarvan ik dacht dat er niks anders rond zwom dan handgrote gedegenereerde vissen, de tot mijn aasvissen gedegradeerde sukkelaars. Een doosje maïs en een wit broodje zouden volstaan. Ze kenden daar immers niks. Als Chris Yates himself zat ik even later naar een pennetje te turen in de kant. Mooi plasje, met een paartje ijsvogels incluis. Super op vrijdagavond. Nu nog een paar kleine vissen in dat aastonnetje krijgen! Ik zag een staartlob tussen het wier verschijnen, vlug werd de set-up een beetje omge-tuned en even later zoog het beest het korstje van tussen het wier. Een prachtige bronsbruine verwilderde schub, wat mooi! Misschien vier kilo, langgerekt en zonder buikje, ik was dol tevreden met deze perfect gave vis. Tja, maar geen camera voorhanden … Ik viste verder en kreeg regelmatig een wegzakkertje, spijtig genoeg allemaal vissen van niet één maar wel twee handen groot. Als aasvis vind zelfs ik dat wat overdreven. Ze mochten dus allen weer zwemmen.
De twee vissen die wel geschikt waren rolden van dat kleine haakje af. Ze zwommen dus ook weer. Niks lukte dus en toch lukte alles. Veel vis, maar geen aasvis. Ook had ik een soort giebel, flink groot met z’n twee handen vol, mét een sluierstaart. Dat had ik tot nog toe alleen maar op foto’s gezien. De avond vloog zo voorbij maar ik had dus nog steeds geen aasvissen…
Ik besloot dan maar om ‘s morgens vroeg naar Nederland te rijden, en met kunstaas wat te pionieren op – voor mij – nieuw polderwater. De uitgekozen regio viel me spijtig wat mager uit en alle water stroomde keihard, er werd flink gepompt. Het werd gauw middag. Zonder beet.
Ik zag een torenvalkje in een berm toeslaan, en opvliegen met z’n kleine prooi, is me dat een mooi vogeltje! M’n favoriete roofvogeltje trouwens. Ook liep ik tegen een zwerver aan die onder een brug lag te slapen, zielig vond ik het en de gedachte aan de arme man liet me de ganse dag niet meer los. Z’n kleine radiootje (met gekraakte antenne) dat stil spelend langs de oever van de beek stond maakt het geheel nog triester…
Ik vetrok dan maar naar betere oorden. Kilometers water werden bekeken en na korte steekproefjes minder bevonden. Uiteindelijk reed ik moegeploeterd, én om de eer te redden, terug naar één van m’n gekende poldergebieden. Zelfs daar was het een fiasco, ik zag geen snoek, geen volger, niks. Ze lagen zo vast als Al Capone in een betonblok, gedumpt onder water.
Ik besloot om 14u00 terug te rijden om Jan op te halen van z’n scoutskamp. Maar tijdens één van m’n allerlaatste worpjes peuterde ik met een grote spinner een mooie baars van onder een lage overhangende boom, die maakte dus nog wat goed. Een absoluut magere score, als je weet hoeveel snoeken daar bij een liggen!
De melkman die passeerde met z’n electrisch karretje was zo goed om me z’n visbootje aan te bieden om de polder dieper te verkennen. Ik wees het na een leuke babbel toch maar af, ‘t zou toch immers niks meer worden. Even later dreef ik met de kilometerslange vakantiegangers-caravan-stroom mee, terug naar België. Trok genietend een Nederlandse saté-kroket uit de muur bij Texaco, en ja, ik voelde me zowaar gelukkig in dat mooie zonlicht. Maar aan die pindasaus moeten ze echt iets doen!…
Baarzen
Gisteren werd het een dag op het grote water. Luc nam me mee voor een dagje baarsvissen. Ik heb me trouwens wat herpakt en krijg weer zin in vissen. Het werd niet zomaar een dagje want ik stond ‘s morgens om 3u30 op en ging vanacht pas om 1u00 slapen, gesloopt. Het water waar we begonnen staat bekend om z’n megabaarzen, en ik was er al kien op om m’n persoonlijk record van 46cm te verbreken. Een vis die ik zowat twintig jaar geleden ving. Spijtig genoeg gaven de baarzen ginds geen thuis, en de windkant van het water lag bedekt onder een dikke gifgroene smurrie die verschrikkelijk stonk. Ik vergeleek het met white-spirit met opgeloste groene lakverf! Zijn die nou die blauwalgen? Bweurk.
We bliezen de aftocht en reden naar een ander water. Kraakhelder en we roken direct vis en onze kansen. Kleine Rapala’s gingen aan lichte hengeltjes en het trollen kon opgewekt beginnen. Na 150 meter had ik al de eerste vis en met z’n 41 cm mocht hij er zijn! Prachtige dril op zo’n licht spinhengeltje! Hier en daar kwam er een vis aan boord, het ging hier dus heel wat beter. Toch waren de vangsten niet zo denderend, want iedereen die we ‘s avonds zagen aan de trailerhelling had moeten krabben voor een visje. Samen hadden we een tiental vissen, met als mooiste de volvette baars van Luc, die 42cm op de schaal bracht. Wat zijn die toch prachtig getekend! Luc bracht ook een medium snoekbaars aan boord, en ik peuterde al werpend een snoek van een onderwaterrichel vandaan. Met z’n 70cm gaf hij prachtige sport op het lichte materiaal…
Over de middag kregen we een tropisch onweer over ons heen en nadien bleef het gestaag een paar uur druppen, ‘s avonds brak de hemel open en kregen we heerlijke zon over een rimpelloze watervlakte. Super, maar ‘killing’ na een lange dag op het water. Compleet uitgesloofd werd de boot tegen het donker getrailerd en suffend vingen we terugweg naar ‘t verre België aan. I’ll be back be there!…
Natpak
Vistripje op het allerlaatste moment, zonder voorbereiding, naar Nederland. De dag begon slecht toen ik met viskledij en al aan de trailerhelling door stom toeval in het water verdween. Doorweekt werd er een oplossing gezocht. En de dag doorgevist. Mooie luchten en mooie snoeken. Vijf vissen zagen we die dag in de boot en er waren er twee bij van 104 cm. Dus wij allebei blij! Erg toffe dag, zelfs in die natte kleren. Ik droogde trouwens wel op door het waterzonnetje en het lauwe briesje. Toen we laat op de avond trailerden, geloof het of niet, verdween ik nog eens in het water, van de trailer gegleden, verdorie! ‘Dat heb je mooi geregeld’: zou Jacques zeggen!
Stemmingswisseling
Zaterdagmiddag deden David en ik ons vaarexamen in Nederland. Het Vaarbewijs heb je immers nodig als je een boot hebt die behoorlijk hard gaat. Ik had me goed voorbereid maar door een toevallige samenloop van omstandigheden had ik het gevoel dat ik niet helemaal juist op de pedalen trapte. Een ganse week overstrest. Niet goed. Het examen ging me nochtans redelijk goed af. Maar het mocht niet zijn. Ik had een puntje te kort. Davis is blij geslaagd. Zo is het leven, en het volgend examens sta ik er voor de tweede keer.
Toch een zware dobber om uit te loden, want ik kreeg het zaterdagavond en zondagmorgen niet verteerd. De oorspronkelijke plannen werden gewijzigd en ik besloot om het bij mij in de buurt te zoeken. Met de lichte spinhengel op zoek naar snoek, ‘s morgens na het uitbrengen van m’n stem voor Groen. Niks vergreep zich aan m’n shadjes. Ik was reeds naar de auto aan ‘t wandelen toen ik een ingeving kreeg. Keerde om naar andere oorden en de eerste worp resulteerde in een volger. Die ik net erna toch haakte. Leuke snoek, goed zeventig cm, zoiets. Al een beetje beter gestemd vistte ik de strook verder af. Wat verder ving ik er nog eentje dat alles gaf wat er in z’n lijfje zat. Dapper, maar je had geen kans. Ik zag een hommel zitten op een paarse bloem, die wilde ik op de foto. Hij liet het toe, dronken misschien?
Verderop kreeg ik nog een volger, geniepige beet in de staart van de shad, maar hij besloot dat het niet koosjer was. Weg snoek.
In de namiddag besloot ik om eens iet anders te proberen. Twee broden in tas, klein materiaal mee, en een oude ultralichte snoekbaarshengel met 16/00 nylon op het oude Mitchell molentje. Ik wou het op die mooie windes proberen die bij ons in het kanaal zwemmen. Resulteerde in een erg mooie namiddag, en ondanks de weinige oppervlakteactiviteit wist ik toch drie mooie schuchtere windes te vangen. Puike sportvis op licht materiaal, wat plooide die hengel mooi! Dit doe ik zéker nog, maar dan wat beter voorbereid, met zonniger weer, en met méér vis bovenop.
Ik kon m’n verlies al wat beter dragen…
Het word traditie
Dinsdagavond word traditie. Ademhalen! Na een zware creatieve dag op het werk wil ik nog eens met m’n voeten in het water. Waadpak mee, een tang, fototoestelletje en hengel met één jerkbait. M’n Guppy.
Veel volk aan het water waardoor het ineens een stuk kliener word. Op een stuk waar ik niet eerder vistte haak ik een vis van ongeveer 80 cm. Na wat geknoei, want dat is het als je tot je middel in het water staat, laat ik hem terug gaan. Goed begin! Ik loop het water af en sta versteld van de hoeveelheden speldaas, voer voor onze snoeken. Er staat een schraal windje maar de flauwe zon en m’n neopreen pak maken het aangenaam in het water. Ik krijg een tweetal harde tikken maar de snoeken zetten niet door.
In een hoekje krijg ik terug een doffe tip, en de tweede worp laat het snoekje uit de rieten stuiven om vol op de Guppy te schuiven. Erg mooi als je het ziet gebeuren.
Dan blijft het wat stil en tweehonderd meter verder komt er terug een snoekje uit de diepte. Een witte flits als hij het aas grijpt. Mis! Maar hij is dol en geeft niet op, drie keer valt hij aan vlak voor m’n voeten en uiteindelijk heb ik ‘m te knippen. Jongen, je was klein maar erg dapper!
Gestopt rond 22u30 maar ‘k was pas thuis rond 1u30, wooof, als een visser zoals ik aan de praat gaat met andere vissers… Tja.
Seizoensopening
Zondag op om 4u15, wat vroeg is voor me. Snoekbaarsvissen in Nederland! Want dit weekend is het roofvisseizoen terug geopend. Ben had me uitgenodigd om samen met z’n pa een poging te doen om een paar snoekbaarzen te verleiden. Dat wilde best lukken, alhoewel het een moeilijke start kende. Plots schoten de vissen in aktie en werd overal vis gedrild. Maar rond de middag was het feest over. Een 15-tal mooie snoekbaarzen waren de klos. Eén ervan spande de kroon, Ben had er een ferme dril aan want zo’n beest geeft zich niet zo gemakkelijk gewonnen als een snoek van dat slag. Toen hij bovenkwam dacht ik direct: ‘Dit heb ik nog nooit gezien’. Zonder enige stress werd het beest geland en gemeten. 90 hele centimeters snoekbaars, een waar kasteel! Wat is zo’n dier impressionnant! Op de foto zie je dat niet zo, want den Ben is immers ook een best impressionante kerel. Een topvangst, en hij was er ook wat high van. Een PB, Kick chapeau!
De middag bracht ons een uitstapje op de wal, om te buurten bij enkele bevriende Fransen. Erg fijne mensen, een paar flessen champagne werden geopend en we dronken op het goede gezelschap, straffe verhalen, exotische bestemmingen, en natuurlijk op de roofvis. Ganzeleverpaté en droge salami op brood maakten het af. De Fransen hadden allen geneugten van thuis bij tijdens hun vakantie in Nederland.
Terug op het water, andere stekken werden gezocht, gevonden en afgevist maar het mocht niet meer zijn. er werd niks meer verzilverd. Halfweg in de namiddag besloten we terug te gaan, en tijdens het binnenlopen wat te trollen met snoekbaarsplugjes.
Ben had algauw een minisnoekje, een ‘aasvis’ zou Jacques een beetje lachend opmerken.
En net voor het binnenlopen aan de trailerhelling klopte er iets op m’n diepgevoerde plugje. Vastgelopen? Nee hoor, het snoekbaarshengeltje gaf een prachtige dril maar de snoek had geen kans. Ik landde hem met de hand en je zag het meteen, een beste meter. Dus, 106cm mooi in de boot. Wat een afsluiter van deze prachtige openingsdag van het nieuwe roofvisseizoen. De boot werd getrailerd, gepoetst en op de kant gezet. En het eerste pintje werd besteld. Kutbier dat wel, dat Nederlandse fluitje. Maar, we gaven een toast op de mooie dag…
Terug adem halen 5
Wat kan je anders doen dan een spinhengel grijpen als je niet veel tijd hebt? Was al wat laat van het werk af, en kon het niet laten om buiten wat af te koelen. Een zware baitcaster, onthaaktang, m’n kapotgebeten Guppy en een extra plug mocht er iets kwijtraken. Meer had ik niet nodig voor een kort avondje vissen. Ach, misschien de vijfde worp en ik had een volger tot vlak voor m’n voeten. De snoek schrok van m’n verschijning, maakte rechtsomkeer en schoot weg. Kans verkeken dacht ik. Een kort worpje vooruit bracht de snoek terug in het oppervlak maar hij miste m’n Guppy. Derde worp en nu ging hij er volledig voor, prachtig! Een kort gevecht een een vis van +/-80 cm kon even later probleemloos teruggezet worden. Hij schoot er als een raket vandoor. Wat zijn ze heftig op dit moment van het jaar…
Iets verderop, op een plekje waar ik eigenlijk nog nooit gevist had, kreeg ik een harde aanbeet, maar de vis schoot vrijwel direct los. Spijtig, maar er was er al eentje op de kant, het kon de pret niet meer drukken.
Het bleef wel een tijdje stil, maar tegen de schemering haakte ik er eentje op maximum werpafstand. Hij kwam m’n aas halen in het oppervlak. Leuke dril en het snoekje van een goeie 70 cm zwom even later terug…
Ik ging tevreden naar huis, dit is pas vissen! Kort uithalen, en je niet druk maken om het resultaat. Als er maar actie is, en je het gevoel hebt dat je goed bezig bent…
M’n kapotgebeten zelfgemaakte Guppy, net één jaar oud.
Op z’n retour
Dit is de magere snoek die ik een maand of wat terug ving, in ‘t gezelschap van Ben. Of het arme dier is op z’n retour, of ze was net afgepaaid. Toch leuk om eens een wat langere te vangen in België. Zoveel zwemmen er ook niet.
Dit weekend werd er niet gevist, ‘k had er eens geen zin in. Ben ik aan het aftakelen?…
Nieuwe boot!
Woensdagavond kochten David en ik bij een uiterst sympathiek Belgisch koppel een nieuwe, weliswaar tweedehandse boot. Een volledig nieuwe boot is voor mij financiëel niet haalbaar. De alu boot zal het ons zal toelaten om wat meer water te bestrijken, en mobieler te zijn.
En wat meer ruimte en stabiliteit is ook natuurlijk niet verkeerd.
Het is een Sylvan Sporttroller 1600 op een Riba kanteltrailer geworden, met een Honda 30 pk erachter. Het nieuwe roofvisseizoen kan er niet gauw genoeg zijn.
Yahoooo!…
Terug ademhalen 4
Gisteren had ik Jacques Schouten aan de lijn, en zoals altijd is dat een geambieerd gesprek over grote onbereikbare vissen, en de zoektocht er naar.
Nou moet je het Jacques niet leren, maar hij is altijd geinteresseerd in een Belgische grote vis. Z’n oren gaan er van wapperen. Hij luisterde gretig naar m’n plannen. Ik merkte op dat het nieuwe plan een paar minder leuke kantjes had. We zouden moeten onderduiken, nachtwerk, inbreken, want het water verdraagt geen pottekijkers. Zelfs geen visser.
‘Geen probleem’ hoorde ik hem zeggen, op z’n allerdroogste Hollands. ‘Als ‘t maar dikke vissen zijn. Nou, ik heb zelfs al bij Juliana in de tuin gevist…’
M’n frank viel direct. ‘Bij jullie koningin dan?’
‘Ja, in haar vijver, en daar mag je ook helemaal niet komen hoor!’…
Ik kwam niet bij, zo grappig vond ik dit, maar het bleek nog waar ook, hij had er trouwens karper gevangen ook!
Gisterenavond trok ik er eventjes op uit met de lichte spinhengel. Met hoop op snoek. Wat een zweterig weer! Ik hing een klein Fox Jerkbaitje in de speld. Nog nooit iet op gevangen, maar het formaat stond me wel aan voor dit moment. Tweede of derde worp, mischien de vijfde en ik had er eentje. Welkom jongen, welkom! Ik banjerde door de bramen naar beneden om het beestje te landen, en het ging er even later fors van door, terug naar z’n standplaats.
Ik klauterde langs de andere kant van het brugje naar beneden, deed één worp en zag een snoek van op twee meter afstand een shot wagen, hij mistte voluit, maar de volgende worp verdween het kleine jerkbaitje voluit in z’n bek. Jij ben de pineut. Ook welkom!
Het beloofde voor de rest van de avond, maar buiten twee volgers die ik niet kon verleiden, zag ik niks meer. Ik moet dat Fox dingetje een betere kans geven…
Jacques met een leuke Ierse snoek, tijdens ons tripje aldaar, vorig jaar.
Ode aan Luc
Was wat later van het werk weggeraakt, en wist niet goed wat doen. De dag had me slecht nieuws gebracht, en ik was er behoorlijk door van de kaart. Luc, één van onze visvrienden van vliegvisclub The Royal Coachman uit het Gentste, blijkt al een hele tijd te zijn overleden zonder dat ik het wist. Hoeveel vliegen hebben we op de wekelijkse bindavonden niet samen gestrikt? Ook al heb ik de man al jaren niet gezien, toch blijf je je visvrienden en de mooie herinneringen koesteren. Nu is hij er niet meer. En dat doet pijn. Van de originele oprichters van de vereniging zijn er nu reeds drie fantastische mannen niet meer onder ons. Daniêl, de man de me het vliegbinden bijbracht… Leo, oud geworden, maar met een ongelofellijke levenslust en optimisme en nu Lucske… Dit is het leven, zo gaat het nou eenmaal…
Dit en dat waren m’n gedachten van de dag en uiteindelijk pakte ik nog een lichte spinhengel uit de hoop om wat met streamers te gaan gooien in de buurt. De zon gaf haar laatste uurtje licht en het werd al wat killer. Het water is er zo uitgehelderd dat je alles ziet liggen onder water, karpers en snoeken inclusief. Paaiende brasems. Fantastisch.
Ik miste een snoek die met veel kabaal uit het uitlopende riet schoot en de rakker zag kans om m’n oranje konijnebontstreamer van z’n staart te ontdoen. Een tweede kans gaf hij me niet.
Wat verderop kreeg ik een herkansing met een oppervlakteplugje. Walk the dog-vissen noemt men dit. Ik zag de snoek van vier meter verder een shot wagen tot vlak in het kantje. Hij klapte erop en schoot direct los. Te vlug aangeslagen? Enorme kolk. Toch een beste vis, één om te hebben! Spijtig, maar ik had toch vis gezien, gevoeld, en dat deed me deugd na het zware nieuws van die morgen. Volgende keer meer succes. Ik heb geslikt en kon terug ademhalen. Het ga je goed, Luc…
Vliegvissershemel in Slovenië
Terug ademhalen 1
Was het gisteren in België goed weer of niet? De godganse dag kon ik niet laten om vanaf de derde verdieping op het werk buiten te kijken over een zonovergoten Brussel. Om zes uur was het te erg geworden. Ik stoof naar huis. Thuis greep ik m’n baitcaster, één plug en één reserve shad, én de onthaaktang (je weet maar nooit!).
Tien minuten later moest ik gewoon aan het water zijn. Adem halen. Nu… direct!
Het ziet er prachtig uit, alles schiet groen uit, maar alleen de snoeken waren niet actief. Niks gevangen dus.
Tijdens de wandeling merk ik ook dat de plaatselijke jeugd ook geniet van de lente. Langs het water is al gebarbecued, en het ligt er vol achtergelaten vuilnis. Ik word er niet goed van, vreselijk. Krijgen kinderen geen dan goede opvoeding meer, of is het uit collectieve nalatigheid? Anayway, ik stond er op te kijken, en had een gevoel van plaatsvervangende schaamte!
Wat verstrooid werp ik verkeerd, een pruik in m’n reeltje, lijn kapot en m’n plug verdijnt met een fraaie boog in het water. Een kwartier of langer sta ik te milimeterwerpen om de plug van het wateroppervlak te grissen. En dat lukte uiteindelijk.
Even later ging de zon gloeiend onder, en ik kon er toch maar lekker van genieten. Zag drie karpers rollen op het einde van de wind, en vond het nogal wat. De karpervisser even verderop had ze niet opgemerkt. Trouwens, men moet leren kijken om te zien.
Niet vissen, en toch vangen!
Vorige woensdag ging ik, wat ziekjes, aan een water in de buurt even werpen met m’n kunstaas, moest even ademhalen na het werk. Ik kreeg een teken, het was er zo duister, diffuus duister licht. en dat voorspelde niks goeds. Maar in het heldere water kon ik m’n kunstaas al van veraf volgen afstekend tegen die donkre wolken. Ik verbaasde me ook over de hoeveelheid water die er de laatse maanden was bijgekomen. Meer dan een meter, op z’n minst teveel voor m’n lieslaarzen! De hemel opende zich, en de achterklep van m’n Berlingo werd m’n schuiloord. Dit werd niks meer. Geen snoek gezien.
Ik had onze zaterdagse én nederlandse boottrip met Luc Van Litsenborg afgezegd, omdat ik me niet goed voelde.
Zaterdagmorgen ging ik, nog altijd ziekjes, langs bij Gunther en Ben die op een Fortwater een gezellige karpersessie deden. Die whiskey-cloa’s toch! Een viertal karpers hadden reeds de kant gezien, en ja, er zat verdorie weer een dertigponder bij! Een vis die op dat water zelden op de kant komt… mooi! Trouwens een erg mooie schub die vanaf nu ook op mn verlanglijstje staat!
Ik had m’n streamerhengel bij, kon het niet laten, en half verdoofd liep ik een uurtje of wat wat te dolen. Het water was kraakhelder en ik kon zo een aantal vissen in het kantje zien liggen.
Een kleine snoek greep mis, maar hoe kun je die halve zwart-fluogroene kip nou missen? Maar even later had ik ‘m toch.
Toen ik bij de karpermannen vertrok ging ik nog even hetzelfde stekje af. Nog wat actie van kleine vis en toen kwam daar plots die grote bek tevoorschijn die graag en traag m’n streame trachtte binnen te zuigen. Ook mis verdorie!
Wat een vis voor dit kleine Belgische water. Ik kletste de streamer terug het water in en voer hem diep achter de vis terug. Deze keer stoof zij erop als een ‘wilde vrouw’ die het op onze vriend Ben voorzien had! Gehaakt, en een korte gevech! Een lange vis maar extreem mager. Had er zelfs medelijden mee… zou er dan zo weinig proovis op ons fortwater rondzwemmen of is het een vis op z’n retour?
Ik toog met het beest naar Ben en Gunther, even verderop. Ben schatte, ik schatte en we hielden het op een 97 cm. Dat verdomde meetlint lag immers nog thuis. Maakt niet uit, de vis toonde zo mager dat het niet eens opviel. Ze zwom traag terug weg.
Zondag ging ik bij m’n ouders langs. M’n ma werd zeventig en dat moest gevierd. Ik ging ook even langs bij Geert Ballevier, één van m’n echte jeugdvrienden. Hij is erg onder de voet van de recente visterfte op de Gavers. Het water waar ook ik ooit vier jaar van m’n leven sleet, op zoek naar de grote karpers. De kroon van het water is niet meer. Een zestigtal vissen legden het loodje. Waarschijnlijk veel meer. Zéker 18 veertigponders en twee vijftigponders zijn dood gevonden. Wat erg. Zelfs vissen die ik ginds in 1992 ving (ha, wat was ik jong toen én mager!). De doodsoorzaak is nog niet duidelijk. We zijn er het hart van in. (Ondertussen, eind April, zijn er bijna 200 vissen gestorven…)
Maar, Geert toonde me ook z’n pas opgestarte kweekstation voor Discusvissen. en dat begint erg aardig te lukken. Erg mooi om de oudervissen te zien rondzwemmen met de nooit uit het oog te verliezen kroost!
Gisterennamiddag maakte ik nog een wandeling langs het kanaal Kortrijk-Bossuit waar het voor mij méér dan dertig jaar geleden allemaal begon. Waar ik ooit leerde vissen, en vrienschappen werden gesmeed. Het is er zo veranderd. Bepaalde stekken zijn onder drie meter beton verdwenen, en op andere plekjes zijn jonge scheuten heuse bomen geworden. Tja… het doet me altijd raar om er terug te gaan, en steekt de nostalgie de kop op. Op de foto hieronder onder zie een piepjonge Phil Cottenier met een vis uit ’87 van dit kanaal, een vis die ik het jaar nadien ook ving.
Gisteren kwamen een paar karpers reeds aan de oppervlakte azen op in het water gesmeten broodkortsen, en ik zag ook een paar kleine schubs die zich helemaal uit het water slingerden. Zichtbaar onder impuls van de erg mooie dag! Ma kon een slechtere dag gelukt hebben om zeventig te worden!
Man man, ik ben nog altijd ziek. Ooit word ik beter.
Snoekbaarzen?
Gisteren tijdens dat gure weertje moesten we zonodig nog eens uitpakken. Om 4u30 op, en op weg naar Nederland en z’n roofvissen in al z’n glorie, op het open water. Dat bijna niet bevisbaar was wegens de snoeharde rukwinden. Luc en ik hadden getrailerd op een ons onbekende plek om dichter bij onze visgronden te kunnen beginnen. Dat wilde wel lukken want even later had ik al direct beet, een vis die ik loste. Kort, tussen de hevige wind, koude regen door speelde ik er in de loop van de dag dus een viertal kwijt, Luc minstens evenveel, heel eigenaardig, en we hadden eer geen uitleg voor. Ik had uiteindelijk een vijftal snoeken, hij een drietal. Luc had wat pech met de grootte, ze waren middelmaatjes, en ik voelde me wat schuldig. Maar ja, dat is vissen, dat heb je voor als je samen uit een boot vist. Bij het uitkomen van een stukje vaart ging er op een onverwachtte plek een snoek op een niet mis te verstane manier aan m’n aas hangen, hop, 102 cm. M’n dag was weeral erruhhh goed…
Navigeren en driften was geen lachertje wegens de wind, maar na het omdraaien aan een kort hoekje sleurde een vis m’n hengel over de rand van de boot. Luc kon er nog net aan en ik begon aan een flinke dril waarbij m’n hengel brak, godverdomme. Ik werd wat nerveus maar kon de vis onder de kalmerende woorden van Luc toch nog handlanden. Allah,104 cm met een buikomtrek van 55 cm! Nooit gezien. Wat zijn die vissen verdorie dik dit jaar! Die gebroken hengel nam ik er wel bij. Dat is nou de tweede Shimano die eraan gaat… Tja… Als de pech eenmaal begint.. dan vang je blijkbaar goed?…
‘s Avonds na het uitdriften naar onze stek toe, begon het goed te spoken, zon, en toch werd het behoorlijk donker. Regen, hagel en sneeuw, enkel een hittegolf hadden we nog niet gehad!
Om het compleet te maken, reed ik de auto vast tijdens het traileren van de boot. Dat werkje nam een erg ruim uurtje in beslag!… Om 23u30 thuis, goed gaargestoofd door alle de actie en de kou.
Maare, visweer was het wél! Geen andere vissers te bekennen. Zijn we gek? Of niet? Nee.
Weekendafsluiter?
Zondag was ik op stap in Nederland met Luc Van Litsenborg. We waren van plan om met voorns te slepen. Ik vond het verbazend dat ondanks de mooie weersvoorspellingen het toch een sombere dag werd, met een zachte bries. Snoekweer dus. Er lagen veel boten op het water, die behoorlijk wat in het rond kruisten. Slechte tekenen dus. Na 14u30 werd het stil op het water, ze dropen af, en dat had mischien met de vangsten te maken? We vonden de scholen prooivis nog altijd op dezelfde plaatsen terug, maar de snoeken hadden in die buurt geen interesse in onze zorgvuldig getakelde aasjes. De conclusie was vlug gemaakt, ze zaten ergens anders. Op zoek dus!
Op het windkantje en op ondieper water hadden we na 100 meter slepen al reactie! Kortom, het werd een leuke middag vol actie op korte tijd, maar met te veel missers. Uiteindelijk hadden we na een aantal gemiste kansen toch vijf snoeken in de boot, een mooie negentiger voor Luc en een vis van net één meter voor mij. Iedereen tevreden naar huis en joehoe…. weekend geslaagd.
Volgevreten
Oef, ik ben na bijna anderhalve maand nog eens het water op gegaan. Het deed deugd, ook al was het ‘s morgens flink koud. In de namiddag kregen we een mooi zonnetje te zien, en er was nauwelijks een kabbeltje op het water. Dit is nooit bevorderlijk voor onze vangsten. Wind moeten we hebben, en donkere wolken! David ving ‘s namiddags een snoekje van rond de zeventig en ik had net daarvoor een dikke snoekbaars. Dit was de enige actie van de dag.
Luc Van Litsenborg beviste ‘ons’ water voor het eerst en haalde al na een uur hard uit. We hoorden hem in de verte een kreet slaken, gingen zien, en konden pronto deze dikkerd fotograferen. Hij had verdorie z’n fototoestel niet bij. Amai, 110 cm volgevreten vette supersnoek, astemblieft!
Yezzz!
Laatste vrijdag hadden we een gouden dag. Eerst kwam de vis van David met z’n 117 cm binnenboord en maakte de sfeer in de boot opperbest. De diep geviste shads deden het dus. De dag kon ondanks ‘t slechte weer al niet meer stuk, en ik had niet durven hopen dat ik wat later na een gevecht op het scherp van de snee (m’n speld was open gegaan!) nog een 112 cm zou vangen. Beiden een ‘personal best’ op dezelfde namiddag, een mens wordt voor minder gelukkig!
Snoek of snoekbaars
Gisteren met David gaan snoeken met de boot op groot water in Nederland. Het was een mooie dag op het water. Een warm zonnetje, geen wind, zalig gewoon! Maar natuurlijk is dat niet best voor de vangsten, helder weer moeten ze daar niet. Het moet bereweer zijn… grijs bereweer met ruwe golven.
We hebben de ganse dag diep gevist tussen 7 à 11 meter, omdat we de scholen vis ook op die dieptes vonden. Maar, geen snoek liet zich verleiden. Niet al vertikalend, nog al traag slepend, nog met een dode sardien net boven de bodem…
Reeds op de terugweg naar de trailerhelling, net voor het donker, vonden we een echt grote school vis en daar rond vissend had ik in het halfuurtje dat ons restte twee mooie snoekbaarzen, en David had er één, en ene gemist. Allen ongeveer 60cm. Raadselachtig dat die allemaal gingen voor onze grote shads, waarom vist met normaal met zo’n erg klein kunstaas op snoekbaars?…
Twee andere bootvissers zeiden dat het er voor de snoek nu echt moeilijk gaat. Dat hadden we dus al ondervonden.
Nog maar net van de trailerhelling gereden en stonden we al in de file en dat voor meer dan 3 uur,
een gekantelde vrachtwagen met palmolie… ik was pas na elven thuis… Whoh…
Slepend vissen
Ik was pas om 1u ‘s nachts thuis na het bowlingavondje en om 5u al terug uit bed om met Luc van Litsenborg naar de polder te gaan snoeken. We hadden allebei niet veel geslapen, hij had ook een feestje achter de rug. Ik had zelfs m’n beloofde sardines vergeten. Met het krieken van de dag lag de boot al op het water. Twee sleepdobbers achter de boot met daaronder een blankvoorn moesten de snoeken verleiden.
Dat lukte alvast niet goed, de snoek lag vast. We gaven onszelf het excuus dat het water te troebel was. Maar, na het nodige geexperimenteer ving Luc tegen de bodem twee vissen in de late voormiddag. M’n dobber polpte niet onder, ik keek het gelaten maar genietend aan. Zalige warme dag in deze afstervende polder! Pas in de late namiddag monteerde ik een iets grotere aasvis en na een uurtje had ik er ook een op, 88 cm. Mooie vis, die een leuke dril gaf aan m’n oude maar herboren Winston Impens 1 1/2 Lbs karperhengel.
Wat verder onder een brugje plopte m’n pen nog eens razendsnelweg met een kleinere bijtgrage snoek als resultaat.
De zon ging in rood ten onder als we terugstuurden naar de trailerhelling. We waren gaar, de polder had ons weeral goed gedaan. Moeilijk om na zo’n dag nog een goed uur te rijden om thuis te raken.
Zeilen & bowlen
Zaterdag stond er in België een stevig windje. Net goed om wind mee op een goede plek te kunnen vissen waar ik al werpend niet bij kan. Ik was wat aan het experimenteren met zeildobbers en zaterdag was het uitgelezen moment om te gaan ‘zeilen’. Thuis lijkt zo’n ding enorm groot maar eens op het water valt het nogal mee. Ik had er een grote sardien op een elastiektakel onder gemonteerd, op drie à vier meter diep. 40/00 dyneema als voorslag met een volglijn van 250m 15/00 Spiderwire. De dobber ging met de wind op stap als een volleerde wereldreiziger, en ik was in staat om de volle 250 meter eruit te krijgen. Verbazend was het contact dat ik op deze afstand nog had met m’n aas. Ik kon een aantal driften afronden maar dan was het over met de pret, de felle stormwind bracht immers ook surfers aan het water. Ik kon inpakken. Geen snoek die de sardien heeft gesmaakt.
s’Avonds was het VBK Regio Mechelen Bowlingavond. 25 man aanwezig op de vijf door Mark Goossens afgehuurde banen. Erg leuk en sfeervol. Ik zat in de ploeg van Pa, de Rie Michiels, Kurt Van Cauwenbergh en de Kozn. Rie startte ongemeen snel en met feilloosheid. Hij ging er prat op dat hij nooit in een bowling was geweest. Hoh… Deambiance zat er goed in en iedereen had de nodige strikes. Mega leuk en zéker voor herhaling vatbaar!
Later besloten we om in het zog van de Pa naar Zaal Broadway af te zakken om af te ronden met een pintje. In dat zelfde kielzog reden we faliekant verkeerd en ipv van Vilvoorde naar Mechelen te rijden zaten we plots in Tervuren! Vijftig kilometer om! De drank kan er voor niks tussen zitten want de Pa raakt geen druppel aan!
Toen we uitstapten zei hij: ‘Ja ik weet het, ik was een beetje verkeerd.’
Huh, vijftig kilometer?
Streamers gooien
Donderdag was polderdag. Samen met Luc Van Litsenborg een dagje streamers gooien! Luc had zich aan ‘het streamers binden’ gewaagd, en ze zagen er fantastisch uit.
Ook het weer speelde goed mee, alhoewel er een fris windje stond. Aan het open water wist Luc in de voormiddag slechts één aanbeet te verzilveren, ik zag echter niks.
In de namiddag deden we de meer ingesloten polders aan en daar ging het héél wat beter. Ik eindigde ‘s avonds met een vis of zes. Bijna allemaal middenmotertjes. Luc reeg niks meer op z’n streamer en was al druk in de weer met het ontrafelen van het geheim achter m’n streamer. Niet nodig dus.
De dag nadien voelde ik me al ‘s morgens ziekjes maar ik vertrok toch naar Nederland omdat ik een afspaakje had met Jacques Schouten. Terug aan de slag met de streamer die me gisteren succes bracht. Niks mocht baten, ik kreeg die godganse dag geen vis op de kant. Enige actie was een peutertje die zich verslikte in m’n aas en de zaak terug naar buiten werkte voor ik het goed door had.
Jacques was als door de viskoorts geslagen, wat een drive heeft die man! Vijf had ie er, en nog een hoop verspeeld. Tja, het kan keren hé!…
‘s Avonds genoten we van het echt lekkere Indonesisch gerecht dat Sylvia voor ons had klaargemaakt, en na de nodige rum/cola en koffie reed ik huiswaarts. Om prompt een weekend ziek te worden.
Adem halen 9
Maandagavond was ik vroeger thuis, een uurtje vissen dus! Een lokaal meer dicht in de buurt, waar ik al een paar maanden niet meer was geweest om te vissen. Ik koos voor de rood-witte Sandra, omdat die me daar al vis heeft opgeleverd. Het mocht niet baten, de vis lag stil. Maar het warme ondergaande zonnetje deed deugd, zeker als je beseft dat het wel eens de laatste mooie dagen van het jaar kunnen zijn.
Tegen donker vond ik een klein dood snoekje. Althans, ik dacht dat ie dood was. Hij lag op z’n kop in de golven te dobberen, zielig, maar er zat nog wat leven in. Een grote snijwonde op z’n kop. Aalscholvers, of een boot?… Ik heb ‘m uit z’n lijden verlost, maar kon het niet over m’n hart krijgen om ‘m mee te nemen om op te eten. Het zijn ten slotte mijn vriendjes.
Poldersnoeken
Vrijdag was het snoekendag met David. We kozen voor een groot Nederlands water, met bewezen grote snoeken. Althans voor anderen, helaas niet voor mij want ik krijg er geen voet aan wal. De talrijk aanwezige vissen laten zich niet vangen. Wij wijten het aan dressuur, maar misschien kunnen we er geen zak van. Kunnen we eigenlijk wel vissen?
Anyway, het was een mooie maar vrij koude dag op het water, maar tot ver in de namiddag kregen we geen snoek te zien. Eerst een tijd getrold met groot en klein kunstaas, diep en ondiep. Dan een tijdje veelbelovende stekken afgeworpen. Niks. Ook gevertikaald boven signalen op 8 meter diepte. Niks, buiten een tikje van een moedige snoekbaars.
Daarna terug getrold. En zie, aan m’n Mann’s Megagrub (megagrote supertwister, 35cm+) pleegt een kleine snoek van zo’n 55 cm bijna zelfmoord. Hoe is het mogelijk dat ze dit kunnen binnen sloeberen?
We vissen zo verder en ik krijg iets verderop, net na het passeren boven een school aasvis, nog een venijnige aanbeet boven 8 meter water. Hij hangt niet, wilde dus alleen even proeven of de tanden scherpen. ‘De herder van de school’: merkt David op.
De dag is zo voorbij, en we kunnen terug. David moet het vandaag stellen zonder vis. Na de nu al legendarische lekkerbekjes tussenstop met spareribs aanvaarden we de terugweg om prompt de file in te rijden. Ik ben pas om 23u30 terug in Mechelen.
Ik slaap een paar uur en sta ‘s morgens vroeg al terug in de Nederlandse polder. Het doet deugd om samen met de reigers de smalle beekjes uit te peuteren. De koeien slaan het allemaal maar wat gade. Dit is pas echt vissen, mijn ding! M’n oppervlakte Spook laten ze met rust en schakel om naar een streamer. Na een paar honderd meter vind ik vis, en er volgen algauw enkele vissen tot zo’n 70cm. Lekker. Ik mis er minstens evenveel en nog meer, ze duiken met te veel bravoure op m’n streamers maar raken vlug onthaakt.
Wat verderop zie ik een grote pluk gras op het water drijven. Dit lag er vorige keer toch niet? Groen op drift. Ik vlei er m’n streamer naast en die word ogenblikkelijk binnen geslurpt door een mooie vis. Erg toffe dril, het beest geeft zich uiteindelijk gewonnen en ik trek hem aan het dyneema tegen de oever om hem te pakken. Eén slag maakt hij nog en het fijne Spiderwire snijdt zich een weg tot op het been van m’n geweekte wijsvinger. Godverd! Weer al een fout. Maar, ik kan hem meten op 91cm. Voor de polder een echt beste vis! Mooi Vandeplancke, die is binnen! M’n dag kan niet meer stuk!
Toch word die dag even later aan flarden geschoten door de komst van een boze beroepsvisser die me behoorlijk uitscheldt en me toebijt dat ik helemaal niet mag vissen in dit stuk water. Tja, én daar kom ik nu al drie jaar? Blijkt dat hij die ganse polder pacht… waarschuwingsbordjes zijn er blijkbaar te veel aan? Na een korte discussie en dreiging met de politie muis er toch maar vanonder… met de staart tussen de benen.
Dan maar op de tast naar ander water, buiten ‘s mans territorium? Dat is vlug gevonden en ik mag er zelfs met de gewone vergunningen vissen. Een half uur later leg ik een leuke snoek op de kant, m’n Guppy blijkt hier ook te werken. Het is hier groot genoeg om met de boot te vissen, hier kom ik dus nog terug.
Later, op de terugweg naar huis hou ik nog even halt aan een verloren slootje, geprangd tussen autosnelweg en een bos. Je rijd er zo voorbij. Een halve meter diep, maar er stonden drie reigers op wacht. Mooi teken. Een kwartiertje later heb ik reeds drie aanbeten gehad, en alledrie schoten ze los… Pfff… Streamers? Ik verwissel naar een kleine Storm oppervlakteplug en tik de zaak terug in het oppervlak. Prompt haak ik een leuk snoekje dat tijdens het pakken van het aas een eind de lucht in schiet. Fantastisch!
Vijf stuks snoek op de kant waaronder een mooie, leuke dag in de polder dus. Het lucht je op… een beetje adem halen dus.
Herfst?
Zou deze week de herfst beginnen? Of mischien word het direct winter?
Wat moet een mens nou met temperaturen van 20 graden eind oktober…
normaal kan je het niet noemen met bloeiende bloemen en nauwelijks verkleurende bomen.
Zaterdag zaten we in het Vrijbroekpark, Jan’s kleine vissersopleiding! Het viel niet mee want hij had er geen zin in.
De kriebelende maden die ik had gekocht waren veel interessanter dan de onder water schuivende pen.
Ach ja, hoe zijn we immers zelf geweest? Heb jij nooit maden op een drijvend blad gelegd, ze de golven ingestuurd en ze nagekeken tot de wriemelaars zichzelf over de rand kriebelden, de gewisse dood tegemoet?
Adem halen 8
Gisterenavond had ik nog een groot uurtje over na m’n escapade naar het Vredegerecht. Het zonnetje deed me deugd maar eigenlijk is dat niet zo’n best snoekweer. Toch maar gegaan, genietend van de zonnestralen op m’n pas kaalgeschoren bol.
Een paar weken geleden had ik een paar Toads gekocht, uit de kluiten gewassen siliconen kikkers, een moord om er mee te werpen, maar ze zwemmen erg mooi. Dat vond ook een snoek van 85 cm die de kikker uit kant kwam halen. Dus ne een halfuurtje had ik al een vis en was er best tevreden mee, zo na het werk.
De verdere strooptocht langs het water leverde niks meer op, buiten een babbel met enkele sympathieke vissers.
De zon ging onder en ik naar huis.
Adem halen 7
Zaterdagmorgen stond ik in alle vroegte in de nog altijd groene Hollandse polder. De geur van landbouw deed deugd na het afzien in de stad. Het viel me op hoe groen alles nog was, nog blaadjes aan de wilgen… Alleen het frisse morgenwindje deed er me aan herinneren dat het toch al midden oktober is.
In Bretagne had ik twee oppervlaktepluggen gekocht, waaronder een Heddon Spook. Ik kon het niet laten om er mee aan de slag te gaan. In combinatie met m’n nieuwe Fox Lure & Shad hengel zowaar prima licht te vissen. Het is erg plezant om je kunstaas de ganse tijd te zien werken, gestuurd door de subtiele tikjes uit die schitterende hengel. Ik trok dus v-sporen in de polder. Erg leuk.
Een uur of ving ik niks, tot ik aan één van m’n favoriete plekjes kwam aangewandeld. Langs de kroosrand knalde er vlak voor m’n voeten een 70-tiger op die Heddon, man ik sprong omhoog van het verschot, wat is dat explosief als een snoek iets van het oppervlak grist! Erg tof en twintig meter verder had ik er nog eentje, iets kleiner van formaat. Vijftig meter verder had ik een misser, de vis schoot langs m’n kunstaas door, en verdwaalde ook nog een tweede keer. Ik stapte verder maar in het terugkeren, tien minuten later had ik ‘m wel te knippen. Haha!
Ik trachte de kou uit m’n lijf te verdrijven door een stukje te gaan stappen naar een andere stek.
Daar bleef het verbazend stil, maar ik kon zien dat er al gevist was. Na een halfuurtje klapte er een vis, zonder enige rimpel vooraf, vanonder een plukje overhangend gras op m’n kunstaas. Het was er geen dertig centimeter diep en toch lag die vis eronder, onzichtbaar. Het water kleurde donker, gasbellen spatten kapot, geur van bagger. Een echte bak! Die dan nog eens fel door de slip ging. Met m’n lekke liesbot wilde ik niet in het water gaan, stom van me, want na wat geklungel met m’n handen schoot de vis los. Meestal vind ik dat niet erg, maar nu kon ik niet laten m’n meetlintje te voorschijn te halen en een voorzichtige schatting te maken. Ik kwam op ruim één meter, één meter tien was wat overdreven. Godverdomme, een gemiste metersnoek in de polder, godverdomme!
Het bleef een paar honderd meter stil, maar iets verderop hadden ze er wel zin in, want voor de rest van de dag kreeg ik nog een tiental aanbeten, was de tel kwijtgeraakt, maar ik wist er nog een viertal te klissen, ook een grote baars griste de Heddon van het oppervlak.
Het viel op dat de kantjes het best gaven, geen enkele vis werd in het midden gehaakt.
Zalige dag, zonder meer, alleen jammer van die gemiste knoeperd.
De twee karperstaarten die in de vooravond naar me stonden te zwaaien boven het oppervlak maakten het plaatje compleet.
Hoop in bange dagen
Ja, hoop. Wat is er mooier dan je eigen kid aan de slag zien met een hengel? Dat hij scherp vist dat had ik al door, zelfs iets te scherp. Ik heb ‘m een tweede hengel gekocht met een elastiek in. Tegen m’n principes, want je voelt de gehaakte vis niet, net als bungee dat ding. Maar hij vangt er zijn vissen mee, en de elastiek is tolerant!
Zaterdag ging het opperbest in het Vrijbroekpark. De ene brasem na de andere werd geland met sweetcorn als aas.
Plezier dat ie had. En dat maakt me blij.
Adem halen 6
Tja, het heeft deze week al lekker gewaaid. Dinsdagavond was het berenweer, met die lekker zware wind beukend op de goede kant.
Was op het werk net twee dagen ‘hard werk’ kwijtgespeeld door het stuk gaan van een server (geen back-up verdorie), en dan ben ik ‘s avonds om te luchten een uurtje gaan vissen. Ik dacht dat die wind wel goed zou zijn… maar ik heb helemaal geen beet gehad… nog geen volgertje.
I love Sandra
De voorspelling dat het slecht weer ging worden ging vorige week niet echt op. Daar zaten we dan op onze boot, traag driftend over een slome rivier. Alhoewel het overtrokken was werd het vrijdag toch broeierig heet.
We waren reeds aan de heldere rivier toen het nog schemerde, en dat is verrekt vroeg opstaan voor mij! De boot lag vliegensvlug op het water (we worden het aardig gewoon!). De eerste vissers die we zagen waren beroepsvissers. Honderden meters fuiken werden op hun boot binnen gedraaid, met veel krabben en hier en daar vis als resultaat. Later op de morgen kwamen we ze terug tegen en dan waren ze elektrisch aan het vissen in het kantje. Man, wat kwam daar paling in het net! Mag dit eigenlijk wel in Nederland? ‘s Avonds hoorden we van een andere kunstaasvisser dat de betreffende beroepsvissers helemaal geen recht had om op dat stukje rivier te vissen… Tja… Ook hadden ze daar vorig jaar een gekende snoek van 127 cm dood gevonden in één van die fuiken… Gromgromgrom!…
De eerste aanbeet kwam erg snel, en resulteerde in een vlug gelande snoek van 97 cm, ik kon er best mee leven. Hij slaagde er ondertussen wel in m’n favoriete Sandra aan de duistere diepten van de rivier toe te vertrouwen. Die was ik kwijt. We vereeuwigden de vis in het eerste morgenzonnetje. Het voorspelde veel goeds voor de aanstormende dag. Maar dat bleek een foute veronderstelling, niks volgde nog. We gingen stug door tot in de late namiddag maar geen snoek vond onze kunstaasjes nog de moeite.
De dertiende!
De dertiende, én onverwachte snipperdag voor David en ik. Bloedheet, maar gelukkig een heerlijk briesje aan de rivier. Na een uur hadden we al door dat het geen superdag zou worden. Alle soorten favoriete kunstaassoorten kregen een nat pak, maar geen snoek die er z’n tanden in plantte.
Na een uur of vier, pal op de middag kreeg David een nazwemmer die z’n Simonz shad een paar keer aantikte en hem uiteindelijk toch nam. David sloeg mis, met een grote kolk tot gevolg. Een kwartier later probeerden we het nog eens op hetzelfde plekje en direct kreeg hij een stevige beet. Een snoeiharde dril volgde en een mooie 106cm kwam uiteindelijkin het oppervlak.
Het kostte ons enige moeite om de vis terug te zetten, de dril had blijkbaar veel van ‘m gevergd. Maar na een halfuurtje recuperatie op een strandje zwom hij met een stevige staartslag alsnog de diepte in. Oef, dat stemde ons gelukkig… stel je voor…
Rond drie uur namen we siesta met een uitgebreid etentje op het terras van een nabijgelegen restaurantje, om nadien een andere strook rivier te bevissen. We hakten door, en door tot het quasi donker was, zonder gevolg. Lichtjes verbrand en versuft door de felle septemberzon keerden we terug.
De dertiende, het kan béter, maar vooral véél slechter!
Kantje vissen
Zaterdag ging ik onverwachts met David een dagje bootvissen op snoek. Omdat we dachten dat ‘onze’ rivier troebel zou wezen door het vele regenwater van de laatste dagen lieten we onze keuze vallen op een stilstaand water in de buurt van Rotterdam. Nieuw water voor ons, en dat is altijd spannend. Erg mooie trailerhelling! Het water bleek er bijna winterse erwtensoep, zo groen, met ongeveer 60 cm doorzicht. Niet bemoedigend dus. Het vissen bleek er relatief eenvoudig door de uniforme diepte. Het was eens leuk om niet constant op de dieptemeter te hoeven zien. Helaas zagen de snoeken het anders, niets liet zich zien. Tot we onder een nauw bruggetje door voeren, en de hengel van David krom ging. Vast! Nee, vis! Een snoek in de 75cm categorie, die in het warme water onthaakt werd.
De ganse voormidddag werd allerhande kunstaas uitgeprobeerd, niks werkte, er werd niks meer gevangen.
Rond de middag pikten we op een meter of acht uit het kantje een dyneema lijn op van karpervissers die vanuit de overkant visten. Het moet er ginds zo’n goeie 200 meter breed zijn. En toch hadden die mannen het lef om commentaar te leveren. Ze visten met toploodjes voor hun hengeltoppen (had ik ‘s morgens vroeg gezien toen ze nog in hun nest lagen) maar in de overkant visten ze echter op het talud (80 cm diep). Zonder volglood. Je kan het al raden hoe gemakkelijk je zo’n lijn kan oppikken… Je waren jong en met veel lawaai…
David zei: ‘Ach, laat ze nou…’ maar ik word daar behoorlijk kregelig van. Je kan geen volledig water opeisen. Hup, er naar toe gevaren, en het efkes uitgelegd…
Haa, hún uitleg was dat iedere karpervisser ginds naar de overkant vist… tja, en dat hadden wij moeten weten… en rekening mee houden… Balen dus!
s’ Namiddags deden we de westkant van het water aan, met een heel ander diepteverloop dan de Oostkant. Bemoedigend, maar geen enkele snoek liet zich opmerken.
Zalige dag op het water, met een lekker zonnetje. Alleen moeten die snoeken dat niet zo.
Adem halen 5
Vorige vrijdag had ik een dag vrij. Bijna gesmolten door het extreme weer had ik er echt nood aan! David kon niet uitpakken met de boot, dus ging ik maar alleen op pad.
Rustig struinend langs een kalme Nederlandse rivier zou ik trachten een snoek te vangen. Dat wilde wel lukken want na een uur kreeg ik er een mooie op, die m’n aas agressief op een krappe meter uit de kant kwam halen. Een dikke vis, misschien wel een meter, deed het water in ‘t rond spatten aan het korte stukje uitstaande lijn. Ik strompelde de rotsblokken af om ‘m te landen en ondertussen zag hij kans om er vandoor te gaan. Weg vis, spijtig, want het had m’n dag fantastisch gemaakt.
Dertig meter verder kreeg ik nog een nazwemmer maar de snoek schoot flitsend terug in het wier.
Dat was de actie voor die morgen, de zon kwam erdoor en het werd bloedheet. Het water steeg in m’n lieslaarzen en ik droop af.
Zondagmorgen reden David en ik terug naar dezelfde rivier. Het was er aangenaam stil met het krieken van de dag. Zaaalig! Nadat we vlotjes de boot getrailerd hadden driften we de rivier af, de wind zat precies in het verlengde ervan.
Ik kreeg vrij vlot een aanbeet van een snoek in de 75cm klasse die het in de boot wel erg bont maakte, en dus vlug terug in z’n element ging.
Later op de voormiddag miste ik een kleinere vis, maar het was toch actie! En nog iets later zag ik uit het zes meter diepe water een machtige vis om hoog komen die in een halve cirkel m’n favoriete Guppy uit het oppervlak kwam halen! Superactie! Wat een mooi zicht was dat… de beet kwam niet onverwacht, en na een kort gevecht had ik een 102cm in m’n pollen. Gelukkig, en dit op een warme zomerdag…
David zat het stilletjes aan te zien, en ik vond het spijtig dat hij geen beet kreeg, hoe raar kan het lopen hé?…
We probeerden het ook trollend op het taluud, maar niets liet zich nog vangen.
Maare, het was zo zalig op het water dat het ons een formidabel gevoel gaf. Na tien uur kwam het vakantievolk het water op en het was onmiddellijk gedaan met de rust. Tussen jetski en zeilboot voeren we terug naar de helling, met de staart tussen de benen. De dag werd gezellig besloten met een saté anex pindasaus en een frisdrankie op het terrassie.