Info

Posts uit Roofvissen

Twee dagen vrij om te vissen, een hemel op aarde! De eerste dag gingen we met de boot van Marc naar het grote water, de tweede dag met mijn boot naar een Nederlandse rivier.

De dagen konden niet contrastterender zijn. Dinsdag was het guur, erg winderig en ik was blij dat ik twee regenpakken boven elkaar aan had! Woensdag was het werkelijk zonovergoten!

Op de grote plas was de derde worp met een jerkbait al goed voor een snoek. Helaas, een kleine. Maar daarom toch niet minder geappreciëerd! Een goede start van de dag, ware het niet dat het tot 15u30 duurde voordat er zich nog iets vergreep an het kunstaas. We waren ondertussen van het werpend vissen overgestapt op het trollen, om nog wat méér water te kunnen dekken. Vier kunstazen achter de boot. Nog maar pas lag de gouden Super Shad Rap van Marc achter de boot of een mooie snoek nam hem te pakken. Helaas werd de vis gelost. Een paar minuten erna was het mijn beurt en deze kwam wél in de boot. Ook geen monster, maar dat kon de pret niet drukken! We dachten dat de oplossing gevonden was, maar nee…
Trollen gaat erg vlug vervelen, dat is zowat het saaiste dat er is. Maar het kan erg effectief zijn.
De volgende stek zouden we terug werpend uitvissen, voor de broodnodige afwisseling, maar dan met licht materiaal. Heerlijk, een licht hengeltje en klein kunstaas. Na al dat gebeuk met die grote brokken plastic. Dat voel je in de armen…
Na een kwartier haakte Marc een snoek op een kleine Rapala plugje, maar ook deze vis werd voor de boot gelost. Dat was niet zo leuk. Verder gaf deze grote stek niks meer van z’n geheimen prijs… We besloten terug te gaan naar de trailerhelling en daar nog wat in de buurt te werpen.
Een onooglijk gaatje in de beschoeiing gaf ginds nog een mooie snoekbaars prijs. Een toffe afsluiter van deze gure dag!

De dag erna waren we redelijk vroeg aanwezig op de rivier. Als verwacht stroomde het nauwelijks en het doorzicht was fenomenaal. Niet bevorderlijk voor de vangsten! De dag zou kort zijn en ik besloot m’n gekende stekken af te varen. Al bij toch al een héél eind. De eerste stek gaf zowel voor mij als voor Marc een volger. Beide snoeken namen geen tweede shot naar het kunstaas. Dat was een teken voor de dag. Het bleef verder stil.
Werpen of trollen gaf geen wezenlijk verschil en we hadden tussen het niks vangen ruim de tijd om de rivier in al z’n pracht te bewonderen. Na de picknick besloten we een goede stek een tweede kans te geven en ze volledig en secuur te bestoken met klein kunstaas. Het water was er net ietsje troebeler, en al gauw kwam de eerste snoekbaars binnenboord. Dat was tenminste iets!
Op dezelfde stek zouden er nog vier volgen én een snoekje voor Marc. We hadden elk drie vissen, en konden gezien de omstandigheden niet klagen. Een andere boot moest het stellen met één baarsje…

Tijdens de gesloten tijd voor de Nederlandse snoek kwam Marc met het idee om het eens op de zeebaars en fint te proberen. Vond ik wel wat en ik wilde er al direct een avondje forelvissen op het Oostvoorne tegenaan plakken. Het sloeg tegen want het was bikkelhard warm, en we waren toch wel iets te vroeg op het jaar. Geen aanbeet, zelfs geen visje te bespeuren. Het enige wat we zagen vangen was één enkele bot.
Op het Oostvoorne was het al niet beter, nochtans waren we goed ingepikt, prima set-up. Aan de details kon het niet liggen. De forellen lieten zich wél loom kruisend zien, maar niet vangen…

Ik besef dat ik al een hele tijd niets meer postte. Niet dat ik niet meer vis maar alle aandacht gaat voorlopig naar de renovatie van onze woning. Toen het nog flink koud was en het roofvisseizoen nog open, ging ik wel nog enkele keren terug naar het grote water waar ik al een paar keer met Marc was geweest. Veel volk op het water, maar met de aanstormende gesloten periode is dat ook geen wonder. Het ging vlot, vlotter dan ik gedacht had. Ik amuseerde me te pletter. Met de kleinste maat Culprit en een nieuw modelletje van Art-baits, met die inkepingen erin. Leuk spul. De snoekbaarzen zijn hier gemiddeld niet zo groot maar er is plenty actie. En daar doe ik het voor. Het is gezelligheid troef aan de trailerhelling en iedereen is een grote familie. De één al wat rijker dan de ander, dat valt ook op.

De pogingen die ik op snoekbaars deed aan m’n plaatselijk kanaal bleven dit jaar nog steeds vruchteloos. Niet eenvoudig om hier vis te vinden. Gaandeweg verloor ik m’n greep. Nochtans dacht ik vorig jaar het spelletje door te hebben. Niet dus, het blijven snoekbaarzen…

De laatste dagen voor de sluiting was een sessie gepland op een ander erg groot water, gekend voor z’n monstersnoeken. Jacques zou me twee dagen vergezellen. Het was een gezellige boel en we waren niet gehaast. Jacques is trouwens nooit gehaast. We dachten eerst te trollen maar het aanhoudende goede weer nodigde uit om werpend te vissen met kunstaas. De iPilot trok ons tergend traag over de taluds. Heerlijk. De twee dagen verliepen rustig, het is geen plas met aanhoudende actie. Eén beet zou mooi zijn. En rond twee uur in de middag kijk ik toevallig hoe Jacques z’n shad binnendraait tot net tegen de boot. Een werkelijke mega, maar dan ook echte megasnoek komt traagjes op 20cm achter het aas tot tegen de boot gezwommen. Ergens boven zes meter water. Het duurt maar een seconde voor het beest traag en onverschrokken terug wegdraaid. Een toppredator, die keus genoeg heeft. En het spelletje kent. We zakten in onze stoeltjes van onmacht, terwijl Jacques maar bleef herhalen: ‘Zag je dat nou, zag je Dat nou, ZAG JE DAT NOU!???… Ik had het gelukkig ook gezien. De grootste snoek die ik ooit zag, en stukken groter en vooral dikker dan de 125cm die ik vorig jaar ving. Een moment om nooit te vergeten.
De stek stak in de gps. En met tussenpozen kwamen we die dag nog terug om die paar honderd meter in het vierkant terug uit te kammen met verschillende kunstaasjes. Geen rimpeltje meer. We hadden één kans gehad.

Gesloten tijd in Nederland. Karpertijd in België. Ik vis met het pennetje op een lokaal fort, plezant vissen maar de vissen zijn redelijk klein. Ik denk zelfs dat van het originele bestand niet veel overschiet na de grote sterfte. De uitzetting van kleine karpertjes deed ze waarschijnlijk de das om. Verder vang ik wel erg dikke brasems, met zoete mais. Die zelfs een oude Bruce & Walker IV nog doen plooien! Heerlijk, een uurtje voor donker nog een visje trekken…

Ik zit ook ergens anders een koi achterna, een mooie gouden vis van een kilo of zeven. Hij laat zich maar niet strikken. Argwanend koerst hij onder strategisch aangeboden korstjes, streelt het allemaal met z’n lippen om dan knorrepottend terug te verdwijnen. Hij is héél achterdochtig. En z’n kleine adjudantjes hebben het al meermaals voor me verpest door voor z’n neus de korst weg te halen. Maar m’n kans komt nog wel.

Vorige week ging ik nog eens terug naar de vijver waar ik enkele jaren geleden (na m’n echtscheiding) veel viste, aan m’n appartementje in Mechelen. Een karperput, stijf van de brasems én van dressuur. Wederom deed het lijntje zoete mais z’n werk. Twintig korreltjes mais op een lijntje, niet meer, en pal in het kantje. Vier stekjes, vijf minuten per plekje. 25/00 nylon, ultra-licht pennetje en een hakje voor één maiskorreltje. Aanslaan na de eerste tik. Goed voor drie vissen tot zo’n elf kilo tijdens de middagpauze… Mooi!

Ondertussen is het erg warm geworden, iedereen geniet van de lente en de karpers raken al in voortplantings’mood’. Een plaatselijk kanaal is goed om geregeld actie te krijgen met de korst. Je moet er wel omzichtig vissen, goed presenteren en listig drillen. Gisteren ving ik nog een leuke schub die Marleen op de foto zette. Handig om eens een fotograaf bij je te hebben!…


vertikalend...
rustig aan
lokaal amusement
dressuurvis
bruce & walker
witbrood-eter

Ik besef dat ik te weinig schrijf op deze blog. De voorbereidingen voor onze verbouwing die eind deze maand start en hier en daar een karweitje zijn daar schuldig aan. Toch kom ik m’n maandelijkse afspraak met Fons na. Fons, dat weten we, dat is poldervissen. En ‘t is ook onze laatste uitstap vóór de sluiting van het snoekseizoen. Ik pikte hem op in Kontich en zoals altijd werd het weer een geanimeerd gesprek richting Nederland. Boordevol plannen! Een eind ver in Nederland werd het ons pijnlijk duidelijk dat de ganse zwik dichtgevroren lag. Dat moet vlug gegaan zijn. We wisten van niks, en dan voel je je stom! Het kostte ons héél wat tijd om een stukje te vinden waar het water wél open lag. En ‘t was een verlossing om ook nog enkele snoekjes te vangen! Later op de dag werd het ook iets warmer zodat we onze laatste visdag prima doorkwamen!
Een paar dagen nadien komt er een dag vrij, ik rij terug naar de polder want het waait te hard voor zowel de belly als de boot. Omdat ik alleen ben besluit ik wat te gaan ‘dieven’. Vissen waar ik niet mag. Ik ken een aantal stukjes water waar het goed vissen is, helaas zwaait er ‘zogezegd’ een beroepsvisser de plak. Ik weet dat er mooie snoeken zwemmen, en 20 minuten later heb ik er al eentje! Op een zelfgemaakt spinnertje en m’n CWJ 5-grammertje. Make my day, baby! De rest van het stuk geeft me niks meer en ik rij kilometers verder, het grote water over. De nodige moeite, een zoektocht, een wandeling. Nochtans vang ik de rest van de dag maar één visje meer, na stug doorvissen. Ik zou het nog beginnen geloven dat hier erg veel vis naar de haaien is door de winter…

ijs in de kantopen watersneeuwsnoekmolen in de polderpoldervisjesnoek!

Eindelijk weer eens op het water. Koud, dat wel. Met samengespoeld ijs op de kant bij de start. Het begon met een paar honderd meter peddelen om tot voorbij de ondieptes op de diepe taluds te raken. Een mens gaat van minder zweten… Ik was met m’n zwakke fysiek en bijhorende vetophoping wat trager op de stek dan de twee Marc’s. De tweede Marc, was net zoals ik een totale beginner maar was er verdorie vlot mee weg. Een serieuze doop op een eindeloos sop dat nu toch de 4,5 graden bereikt heeft!
Toch had ik vlug m’n eerste aanbeet op een rood-oranje SaltShaker, op een goede 11 meter diep. Met de nieuwe Lowrance dieptemeter zie ik heel duidelijk deze vissen staan, wat erg goed is voor het vertrouwen. Een leuke dril en een mooie snoekbaars kwam binnen, jammer dat de twee anderen zover vooruit waren. Hmm, nipt gehaakt die vis. Dan maar zonder foto terug naar beneden. Beter zo. Op deze stek kreeg ik kort na elkaar 4 aanbeten, drie vissen lostten. We peddelden verderop onder de brug door, dat was al een flink eind sporten. De aanbeten bleven uit. We aten een hapje in de gezellige luwte van de brug en besloten om andere oorden op te zoeken. Voor Marc 1 ging het te traag. Hij had slechts één beet gehad. Marc 2 ook.
Op de andere stek lag al behoorlijk veel volk maar we gingen er toch in. Stroom, en later nog méér stroom. In tegenstelling tot ons lag de snoekbaars stil. Niemand ving hier z’n visje.
De dag gaat vlug in de belly en na nog één tussenstop om te plassen werd het al vlug avond. Marc voorspelde dat het wel zou accelereren tegen donker. Het bleek in het laatste licht een flauwe, maar toch een heropleving.  Hij ving er op korte tijd nog drie op de magische bijhengel, Marc 2 kreeg helaas geen beet meer maar bleef enthousiast en ik sloeg er net voor sluitingstijd toch nog een peutertje uit.
Goed gelucht vandaag, kan ik je verzekeren. En absoluut geen koude voeten, waar ik dat aan verdiend heb weet ik niet.
Zondag had ik de dag vrij, en ik kon gerust terug gaan. Maar ik voelde me ‘s middags niet lekker en besloot het af te blazen. In de namiddag werd de microbe toch terug levend en ik besloot het in België kortbij te zoeken. Mooie stekken met behoorlijk wat vis onder water, maar helaas geen beet op de dropshot. Ik kreeg het na anderhalf uur zo koud dat ik de aftocht blies. De frietjes met andalouse-saus van het kot in Massenhoven lagen  erg zwaar op m’n maag en ik was blij dat ik even later op veilig op het toilet zat. Ouf. Stel je voor dat je eerst nog je zwemvliezen en je waadpak uitmoet… Wooooosh!…

Ik wist niet dat het zo erg kon. Op vrijdag naar de polder trekken, met goed visweer en lekker aantrekkende warme wind. Het ijs was verdwenen en de hoop torenhoog. Het kunstaas werd iedere keer weer onaangeraakt binnen gedraaid. Nog geen volgertje… noch geen polderbaarsje om me te verblijden. De eerste keer visloos met de 5-grammer. Er lag er veel vis dood, de vorst had z’n werk gedaan en het bood een troosteloze aanblik. Als je ‘s avonds naar huis rijd en geen enkele beet hebt gehad, dan ga je nadenken…
De dag nadien waaide het zo hard dat er als beginner met de bellyboat op uitgaan me toch een riskante onderneming leek. Ik bleef thuis, en dacht aan enkele mogelijke stekken dichtbij. Ik zocht het uit via Google Maps en toog op weg, reed een beetje verloren en kwam zo op een veelbelovende stek. Het was er verdorie erg diep en het leek erg goed. M’n precies aangeboden Fin-S shadjes op de dropshot werden ook niet genomen.
Ik kwam er zowaar een gekende roofvisser tegen die er ook een paar avonduurtjes kwam wegwerpen. Waarmee een amusante babbel ontstond, gezellig en onverwacht. Ik bleek op goede stekken gestoten, waar ik als West-Vlaming nog nooit over had gehoord. Een onthouder dus. Maar helaas geen vis op de kant.
De dag nadien had ik nog een paar uur over en reed terug naar ginder, zonder enig resultaat. Een lang weekend gevist. Niks, nada. Het is wat. Ik steek het weer op het weer.

Wie had ooit gedacht dat ik me daar nog aan zou wagen? Ik ben geen goede zwemmer en dat weerhield me steeds om een bellyboat te kopen. Maar Marc is daar al eeuwen zo enthousiast over dat ik ook gezwicht ben. Het was een stevige investering, vooral toen bleek dat m’n extra dieptemeter voor de boot de geest had gegeven. Na enig zoeken kocht ik een High&Dry belly, een Scierra-neopreen pak en dito schoenen en een Lowrance Elite 5X. Die Lowrance kan ik ook vooraan op m’n boot gebruiken zonder storing te creeëren met m’n X125.
Zondag, de eerste vrije visdag van het jaar, zou een bellyboat dag worden op het grote Nederlandse water. Met een watertemperatuur van 3,5 graden is dit geen sinecure. Extra goed ingeduffeld begon ik aan de job, maar ik slaagde er niet in om koud te krijgen! s’ Avonds had ik niet eens koude tenen. Prima pak en dito schoenen!
Het water lag er rustig bij maar er waren veel bellyboaters aan de slag op de ietwat bereikbare stekken. Friendly family! Aarzelend schoof ik van wal, maar er was geen vrees. Marc hield me in de gaten, ik zat direct op m’n gemak, het voelde als natuurlijk aan. Maar ik schoot niet op. M’n korte beentjes zorgden er voor dat ik niet goed kon peddelen. De zwemvliezen zaten zowat boven water! Na enige aanpassingen lukte het beter en de ergernis ebde weg. Pas laat in de middag zat ik -zoals het hoort- echt geconcentreerd te vertikalen, en automatisch te peddelen met m’n voeten. Dat vraagt toch enige gewenning als je een zittend bestaan leeft. Al gauw kwam er wat actie in deze lome visdag. Ik ving er kort na elkaar twee, en Marc had er ondertussen drie. Ik kon er erg goed van genieten, het is een fijne manier van vissen die ik al eerder had moet toepassen. Maar zo’n dag komt ook aan z’n eind en tijdens het terugpeddelen ving Marc nog een beste vis op z’n bijhengel. Z’n dag-goedmaker noemt hij dat breed lachend. Tot op het bot verkleumd kroop hij nadien op de kant, ik stond als het ware te zweten in m’n pak. Niet te geloven. Het is ook ‘een beetje’ aan sport doen hé…
Volgend weekend méér van dat, als het weer goed zit!

Een snipperdag met Marc, het zou de beste dag van de week worden volgens de weergoden. Driedubbel ingepakt trailerden we de boot het ijskoude sop in. We waren voorlopig de enigen. En er zat een zon aan te komen, Marc verheugde zich er op. De mooie kleuren van de opkomende zon hielden niet lang stand en verdwenen onder wattenwolken vol sneeuw, die er gelukkig niet uitviel. De temperatuur viel best mee, zolang je er niet te veel op lette. We vingen zo nu en dan een visje maar volgens Marc was het toch een off-day. Ik ben minder gewoon, blijkbaar vis ik op de verkeerde en te moeilijke wateren. Ik moet toegeven dat het bootvissen in België inderdaad een zware dobber is. Zeer veel moeite om een visje te vangen maar ik wilde er me dit jaar toch in vastbijten. Te veel stroming, te veel golven, te onrustig water. Hier, op het grote water in Nederland, valt het nog mee.
We driften over leuke stekken, de dieptemeter toont prachtige en erg veel bananen. Tien meter is zo een beetje de diepte die we aanhouden. Nu en dan komt een leuke vis boven en ik ben erg gelukkig met deze visdag, ver weg van InDesign, Photoshop en Apple’s. De dag loopt ons zo voorbij en naar de avond toe gaat het met de beet ineens wat beter, en het is ook duidelijk waarom.
Ook is het erg leuk vissen drillen met één van m’n nieuwe St. Croix stokjes. Een puik en strak hengeltje voor een klein reeltje, in dit geval een Abu ProMax. Iedere trilling word mooi doorgegeven naar m’n arm en zelfs met dikke handschoenen aan heb ik goede voeling met de 21 gram die tien meter lager hangt in de volle stroming. Marc viste vandaag vooral met z’n Culpritjes (ik denk dat hij er mee gaat slapen), en een paar creaturen die ik nog niet in m’n assortiment heb wegens te obscuur! Ik was vooral aan de slag met standaard Fin-S, met Salt Shakers in verschillende kleurtjes, en met dat populaire witte wormpje zonder naam uit de Goudvoorn… De beten waren hard en ik voelde het geweldig. M’n boterhammen raakten zelfs niet op, zo geconcentreerd visten we onze dag uit. De teller stopte op twaalf snoekbaarzen, zeven voor Marc en vijf voor mij. Nog altijd een off-day volgens Marc, ‘alhoewel goedgemaakt’. Net voor donker trailerden we de boot en haastten we ons om de motor en de boot niet te laten bevriezen. De autoverwarming stond wel degelijk op verwarmen en druk nakeuvelend bromden we huiswaarts. Thanks, Marc, ook voor je foto’s! Enkel de korte file in Antwerpen was teveel aan deze erg toffe dag!…

Ik werd wakker om 4 uur, vroeg genoeg dus. Maandelijkse afspraak met Fons, de polderman. Het is reeds een gewoonte geworden, en alhoewel Fons een stille ziel is, zijn onze dagen toch gevuld met fijne gesprekken over vissen, onze families, doorspekt met de nodige kolder. Maar de lach bestierf op m’n gezicht toen hij me zei dat het vandaag oostenwind zou worden. Dat was me ontgaan. Oostenwind is nergens goed voor in de polder. Gure kou, i don’t like it. And neither do the fish. Maar het zou volgens hem windstil worden en dat leek er al beter op.
Een goed gevoel dat ik deze keer m’n boterhammendoos wél bij had, en dat ik de koffie uit de thermoskan gewoon in een kopje kon gieten in plaats van in m’n hand. Hoeveel keer is me dat overkomen, ik vergeet altijd m’n eten. Briefje gelegd op het aanrecht!…
We waren er met het krieken van de dag, en maakten de kippen wakker. Besloten eens op een andere plek te beginnen, we hadden al ‘gewoontjes’, en dat is ook nergens goed voor. Ik begon met de Spinhoven 5-grammer, met het citroengele kleine Shad-rapje waar de vorige keer zo leuk werd mee gevangen. Dat is zo relaxed vissen, je kan er miniscuul juist mee presenteren, en het hengeltje weegt geen scheet. Prachtig hengeltje. Oo, ik vind het het mooiste dat ik heb. Al gauw kwam er actie, Fons kwam gelukkig aandraven met een flink dikke polderbaars, en even later haak ik twee vissen op dezelfde stek, op twee worpen. Fons haak op de zelfde tien vierkante meter ook nog een vis. We maken een flinke wandeling en doen wat nieuw water aan dat jammer genoeg iets te ondiep blijkt. Grijze luchten trekken nu helemaal open, de zon straalt en het word zowaar ‘heerlijk’ warm! De actie valt nu volledig stil… en we verliezen de goeie ‘feel’. Na de koffie en boterhammen (wat was dat lang geleden zég!) de auto in en even verkassen. We komen Jan Walraevens tegen die de eerste stapjes in de polder zet en ik tracht hem wat raad te geven, of dat wijs is weet ik niet.
Op een nieuwe stek worden we gespot door enkele Belgen die Fons goed kennen, oude vismaten. Er word geklaagd dat er weinig te vangen is, het weer meneer! Wij kunnen echter niet klagen maar pochen niet. De ene weet me eraan te herinneren dat ik enkele weken terug een ware bak van een vis ving, gezien op een site. Ik ontsnap want er jaagt een vis van onder de waterplanten en ik werp er een keer of tien op met een spinnertje, zonder resultaat. Fons haakt -na het vertrek van z’n vrienden- een eigenbouw jerk in de speld en ramt er zowaar direct diezelfde vis wél uit. Dat kan dus tellen, we moeten ze dus triggeren, ze liggen misschien wel lam van dit heldere mooie weer!
Hengels worden geruild en het is aanpassen met deze zwaardere hengels en baits. Ik doop de jerks die ik van Fons kocht de Fonzy’s. Mooi suspenderend spul, perfect voor dit polderwater. Gelijkt een beetje op de Toppie, maar dit vist mooier. Ik haak na een paar worpen een beste vis. Het word dus jerken voor de rest van de dag! Dat valt mee en we amuseren ons. Wel hebben we tal van missers, toch wel eigen aan het jerkbaitvissen.  ‘s Avonds blijkt de teller bij Fons op drie snoeken en de mooie baars te staan, ik had wat meer geluk met zeven snoeken en onze Jan kreeg jammer genoeg geen trokje. De zon ging te vlug onder, in immense kleuren, en de mist kroop samen met de kou uit de sloten. Het werd tijd voor een nieuwe nacht. Na het bijpraten en de laatste boterham karden we terug naar België, tevreden over deze zonnige herfstdag!… Met luciferstokjes in m’n ogen, anders viel ik geheid in slaap. Blijven babbelen, Fons!…

Ik zat verkeerd toen ik dacht dat het zwaar weer zou worden op het grote water. Windkracht 4 kan al gauw een hel worden om plezant alleen te kunnen vissen. Het moet niet te zot worden. Ik besloot de boot op stal te laten, naar de polder te rijden en om 7u30 stond ik bij Jacques aan de deur. Bij de geur van een lekkere koffie en de uitsijter die Sylvia voor ons bereidde onstponnen zoals steeds de meest enthousiaste visplannen. Jacques wilde z’n knusse zetel ook wel even verlaten om met mij een snoekje te vangen.
Ik reed naar het verst mogelijke uiteinde van de polder, met uitgebreid commentaar van Jacques kant! We waren al zat snoeken gepasseerd, en gelijk had ie. Ik viel van de ene verbazing in de andere toen ik zoveel vissers aan de slag zag. Deze poder liep vol! Nooit goed, maar niet geklaagd. Klein Rapalatje in de speld en vissen maar. Jacques ging een grote spinner in de speld. Het werd niets. Even verkassen naar een ander stuk maar dat bleef ook stil. Jacques ging er na een uurtje vandoor.
Ik verkasste nog een keer, kwam sympathieke vliegvissers uit Diksmuide off all places tegen, en ik begon te vangen. Op m’n eigen spinnertjes. Een tweetal snoekjes en een paar baarzen. Ik stond verwonderd van die baarzen. Die vang je daar zo gauw niet.
Het werd zowaar mooi weer en ik vond het jammer dat de boot thuis stond. Maar de natuur in deze polder is zo super en ik kwam op een stuk achetraf terecht, ik was hiier nog nooit geweest. De vissen werketen wel mee, al waren het meer baarzen dan snoeken. Ik kreeg toch nog wat regen op m’n dak. verdorie die vest lag nog in de auto… Toen ik omdraaide stond ik plots tegenover een fantastische regenboog, van grond tot grond, adembenemend. Waarom staat dat niet zo op de foto? Wat een intense kleuren.
Met de verandering naar winteruur valt ook de dag rap in ‘t water. Ik sloot af met drie snoeken en een twaalftal baarzen. Die laatste (mooie) snoek weet ik liggen in een bochtje, op een kruispunt van twee wateren, en op die stek staat wel wat dressuur. Verandering bracht actie. Plugjes en zilveren spinners bleven onaangeroerd. Toen ik er een totaal zwarte spinner aanging met zwarte hackles ving ik deze vis bij de eerste worp. En het was reeds quasi donker… Heerlijke geuren kwamen me toegewaaid uit enkele polderhuisjes. Daar begon een feestje, lachende en geparfumeerde mensen. De zonderling liep nog alleen in de polder. Plots kan heimwee en weemoed me overvallen. Laarzen uit en de auto in, naar huis. Een zakje pikante kroepoek en een Fanta uit het benzinestation was mijn feest. Mooie dag hoor!

Allerheiligen is een vrije dag in België maar door omstandigheden kon ik geen volle dag het water op. Het was middag toen we vertrokken en we zagen geen hand voor onze ogen. Dikke mist, heel dikke mist. Pa vertelde aan de telefoon dat het in West-Vlaanderen mooi zonnig was en we besloten het er nog op te wagen, tegen de kust aan was er misschien zon?
Hoe verder we Nederland in reden hoe erger het werd. Ik besloot dan maar op een riviertje te gaan varen/vissen… Het zag er niet zo hoopvol uit in deze grijze soep. De Hobie kayaker die ik uit de mist zag opdoemen had zich opvallender gemaakt met drie lange fluoriserende wimpels op z’n kayak. Bizar zicht. Hij was nochtans even vlug in de grijze soep verdwenen als hij gekomen was. Ik besloot te werpen met kunstaas en een grote shad passief naast de boot te hangen, in de hoop een luie snoek te strikken.
Het werd niks, zelfs niet toen Marleen en ik door de flarden mist heen aan de overkant van het meer konden vissen. De mist trok weg en de avond werd sfeervol door het mystieke licht, dat ik om de één of andere reden nooit kan vangen in dat kleine fototoestelletje van me. Het was zelfs een aangename temperatuur, er was immers geen lovertje wind. Ik trachtte de dag nog te redden met een mooie baars, maar zelfs die gaven niet thuis. Toch is het werpen met dat CWJ hengeltje al zo prettig dat de vangst niet zo veel uitmaakt…
Met donker reden we terug naar huis, kwamen terecht in een stevige file, en zaten wat te suffebollen in de warme auto. Waarom waren de mensen rondom ons zo aan het stressen? We vochten om de laatste pistolet uit ons picknickmandje (dat Marleen zo liefdevol had klaargemaakt). Conclusie: thuis gebleven was er evenveel mist geweest maar op het water is die zoveel mooier…

Een snoek die m’n zelfgemaakt spinnertje aanvalt, losschiet, en na een aantal worpjes terug aaanvalt en los schiet…

Dag één na de vangst van m’n leven toog ik terug op weg om 5u30, om Fons op te halen. Het komt er op neer dat we tijdens herfst en winter één keer per maand naar de polder gaan snoekvissen. Het werd net licht toen we ginds aankwamen, en het was niks te warm, het waaide erg hard maar gelukkig begon onze visdag zonder regen. Ik besloot m’n warme fleece karperpak aan te trekken en voor een keer geen lieslaarzen. Dat zou me zuur opbreken.
Ik had de avond ervoor bij Marc thuis een tweedehands CWJ 5-grammertje gekocht, het zag er uit als nieuw en ik moest en ik zou er mee vissen! Ik haakte een geel/wit Shallow Shad Rapje in de speld, want ik vind de nerveuze actie van die dingetjes onweerstaanbaar. Het weegt ook maar een grammetje of vijf en ‘t is vijf centimeter lang. Dat chartreuse kleurtje valt ook erg goed op in het wat bruinige water van de polder. Het is alsof deze kleur onder water straalt!
Het duurde een tijdje voor de eerste aanbeet kwam, en we dachten dat dit kwam door de gure wind. Toch kwam die aanbeet vol in de wind, in een hoekje van een open stuk. Prettig om dit hengeltje te dopen met deze vis want het bleek een hele beste voor de polder met z’n 90cm! Fons nam vlug enkele foto’s van deze opener van de dag. Nadien duurde ‘t wel even voordat m’n tweede vis toehapte. Een kleintje na al dat groot geweld van gisteren. Fons was naarstig op zoek naar vis maar het wilde nog niet lukken met z’n spinners en jerkbaitjes. Pas nadat we neerstreken op een nieuw stuk water kwamen de eerste vissen op de kant, hij kwam op dreef, en zat al vlug aan een stuk of zes. Dat vlotte en hij was dol-enthousiast! Bij mij was dat enthousiasme héél wat minder omdat het ondertussen goed regende. Ook was ik voor de vierde keer m’n boterhammendoos vergeten. Die stond nog in de ijskast in België… Tja. Gelukkig was de koffie wél mee. De wind sloeg alle nattigheid door m’n pak, en na een tijdje bleken zelfs m’n wandelschoenen goed lek. Ik stond ‘vol’ water. Terug naar de auto en kleren uit. Verwarming volle bak en verse kousen aan. Na een half uur opwarmen/opdrogen schoot ik in m’n vertrouwde polderkledij en laarzen. Dat voelde beter, én waterdicht! Fons bleek sterk bezig met z’n spinners en FairPlay-tiengrammer, hij viste ook vol in de wind. Goed ingepakt en met rode handen en kaken zette hij goedgemutst en geconcentreerd door. Met de wind in de rug bleef het bij mij echter stil op het gele plugje. Ik haakte dan maar een zelfgemaakt spinnertje met roze glitterhackles in de speld, stapte ook tegen de wind in, en herbegon met volle moed.
Een kruising van twee grachten bracht vis en na het uitpeuteren van een paar honderd meter van deze dwarsgang stond m’n teller op zeven snoeken. Ik kon er mee leven, ‘t is een erg mooi resultaat! Ik kwam Fons terug tegen en die had er acht! Mooi! Het schemerde al en we bliezen de aftocht… het was mooi geweest. In de wagen, met de verwarming op vier, gloeiden onze kaken rood na van deze uitgewaaide maar prima visdag in dit prachtige Nederlandse landschap… Zo mag het vissen altijd zijn.

Marc stuurde me een sms of ik zin had om een vrijdagje mee te gaan, het grote water op. Ik stemde zonder meer toe, een snipperdag op het onverwachts is altijd tof. En al zeker met Marc er bij… Hij vist altijd zo licht als maar kan en we spraken af om de ganse dag in te zetten op baars met klein kunstaas. Als dat niet lukte wilden we ook nog wat vertikalen.
We waren voor dag en dauw aan het water, om de files voor te zijn. Er stond een flinke wind maar het bleef ‘s morgens erg fris maar mooi droog, én, het draaide uit op een onvergetelijke dag.
Na een paar worpen haakte ik op een blauwe Aruka Shad een flinke winde. Superblij was ik met deze vis want een winde van 50 cm had ik nog niet op m’n lijstje. Kort later haakte Marc er ook eentje, maar dat bleek een baars te zijn die 47 cm op de meetlat bracht. We waren pas bezig en de nul was voor beiden van het bord met twee prachtige vissen… Nog een paar worpjes later klopte Marc vast op een beste snoek vast, 90 cm snoekbeest werd op de gevoelige plaat vastgelegd. ‘k Had wat moeite met de scherpstelling van de camera, daar moet nog aan gewerkt! We waren in ons nopjes. De dag kriekte nog maar, de zon kwam op, er was bijna niemand op het water.

De stek was uitgepeuterd en we verkasten, de autopilot liet ons mooi over de taluds varen, en methodisch werden enkele kilometers water gedekt. Toen dat niet lukte werd er getrold met dieper duikende plugjes omdat we verwachtten dat de baarzen misschien al wat dieper lagen… maar dit werd niks.
Lekker uit de wind geankerd zaten we ‘s middags op Marc’s gasgeveerde stoeltjes ons boterhammekes op te eten. Dat was pas genieten en wat een boot heeft die man! Tiptoppie in orde. Zo’n stoeltje moet ik ook op de boot hebben!
Ondertussen kwamen de mogelijke snoekstekken van dit grote water aan bod en het bleek dat ik volgens hem misschien wel op het goede pad zit. Goed voor het zelfvertrouwen. Jammer van de twee geloste vissen van de laatste weken. Een ervan was werkelijk een absolute bak… maar m’n naam stond er blijkbaar niet op. Ik verspeelde ze door eigen stommiteit. Op groot water met weinig aanbeten komt dat hard aan.
Na het eten visten we voor anker op een mooi talud, in de hoop om terug een mooie baars te strikken. Ik met een klein roze shadje en Marc zette in met een dropshotmontage met iets wat op een kruising van een garnaal en een speldaasje geleek. Bam, en hij haakt al na een paar worpjes een beste baars. 48cm schoon in de boot, wat een vissen zijn me dat! We waren blij met deze prachtige vis. En ik zei net dat hij me de broek afdeed met z’n baarzen als ik ook een tikje kreeg op een meter of vijf, zes diepte. Het beestje zwom zo naar de boot en ik mompelde dat het wel een piepklein baarsje moest wezen. Marc draaide zich net om toen deze vis -wakker geworden- er plotseling met ongekende kracht en snelheid vandoor ging. Het kleine molentje op het lichte Godfather-hengeltje piepte onder de opgebouwde spanning. Dit moest wel een vals gehaakte karper zijn, zo’n krachtsontplooing!
Het leek voor mij een uur te duren, maar na een uiterst enerverende dril, geflirt met het ankertouw en een onder de boot beukende vis verscheen er plots een enorme kolk die in honderden belletjes ver uitdeinde… Wat was me dat?
Marc bleef me maar kalmte aanmanen, m’n naam stond er op want anders was ik deze vis al lang verspeeld. Rustig aan Geert, rustig aan. Marc heeft zo te zien geen zenuwen (daarom is hij ook zo’n fijn gezelschap) maar hij was al even opgewonden als ik. Verkrampt drilde ik zo rustig mogelijk verder. Toen ze de eerste keer boven kwam, dat vergeet ik nooit meer, wat een zicht in dit heldere water. Top-Torpedo! Wat een snoek lag daar moegestreden naast de boot.
Niet aarzelend schoof ik m’n hand in de kieuw en trok het beest op adrenaline in één beweging de boot in.
Ik had moeite om ze te tillen, lang en zwaar ging ze op m’n hand. Marc mat 125cm, en dat was eerder onder- dan overschat… wat een beest! Het zonnetje speelde op haar mozaiëken kleed en het leek wel zomer. Na een paar minuten en tal van foto’s liet ik haar gaan, terug naar haar talud. Koel speurend naar aasvissen.
We zonken in onze stoeltjes, kletsten op elkaar handen, praatten de zaak door, dit was één van de vangsten van m’n leven. Ik was heel blij dat Marc er bij was én de brave man was al even blij als ik!
Na een uur niksen besloten we toch nog wat te vertikalen en op een paar gemiste aanbeten op tien à twaalf meter diepte gaven we er ginds de brui aan om nog eens op de ochtendstek te proberen. Maar ook dat werd niks meer.
Toen de boot terug gleed naar de trailerhelling gierde de adrenaline nog altijd door m’n lijf… en nu (maandagavond) is het weinig minder. Aan deze vis was ik toe, en Jacques zei me net nog dat ik het ook gewoon verdiende… M’n naam stond er op. Goed voor het zelfvertouwen. Marc, je hebt er één van mij te goed! Ik ben erg gelukkig met deze mooie vis en ik hoop dat ze nog lang mag leven in dit mooie uitgestrekte meer…

Soms loop je aan de waterkant tegen mensen aan waarvan je weet dat ze bijzonder zijn. Je zet je neer naast de tent van een wat oudere karpervisser (want tegenwoordig zijn ze allemaal jonger dan wij) en de eigenaar blijkt een eersteklas kerel te zijn. Een geanimeerd en warm gesprek. Hier en daar een springende vis. De marker nog op de stek. Geen geheimen. Passie over het vissen.
Wat iemand in z’n leven al heeft gedaan, of gevangen heeft, laat me meestal koud. Het is de mens die telt, de toon van het gesprek en het warme gevoel wat achterblijft. Dit gevoel heb ik niet bij zoveel mensen… en ik babbel bijna tegen iedereen aan de waterkant. Meestal gaat dat vlot, erg vlot, de meeste vissers zijn gewoon sympathiek. Jaap in persoon was bijzonder.
Gisteren zat ik een dag op het grote water op zoek naar een topsnoek, het zag er goed uit in die mooie opkomende zon en het juiste gevoel was er ook, maar de actie bleef uit in tegenstelling tot de twee vorige bezoeken aan deze Nederlandse binnenzee. Snoeken liggen soms ver uiteen, en al helemaal als er niet veel rondzwemmen op een plas. ‘s Middags begon het hard te waaien, kon ik boot niet goed meer langs het talud sturen, en ik gaf er de brui aan. Ik besloot dat ik niks meer doe zonder dat ik er zin in heb, heb ik er geen zin meer in dan pak ik in. Naar huis. Je denkt na want er is geen tijd te verspillen in dit leven. Kan ik vanavond nog gaan voeren op m’n karperstek? Dat moet net lukken, ik ben nogal tijdstipgevoelig op dat punt.
Nadat de bollen op de bodem lagen schoven kleine karpers in het kantje aan mij voorbij. Bellensporen uit bodem drukkend mooi. Straks ga ik voor het eerst sinds lang op karper vissen…
En net lees ik -met een harde klap tegen m’n kop- dat Jaap de karpervisser van ons is heengegaan, plotsklaps en zonder waarschuwing. Dat komt gemeen aan. Nauwelijks een paar jaar ouder dan jezelf, en nog zoveel te doen… Het is over. Het is allemaal zo relatief…

Blijkt dat ik op de rommelmarkt een leuk kunstaasje uit lang vervlogen tijden heb op de kop getikt! Na uren rondslenteren en speuren ontdekken we aan het laatste kraampje een tof vismandje. Daar wordt ik helemaal week van. Echt iets voor m’n verzameling gebruikte, doch historisch niet zo waardevolle vismandjes. Maar ze hebben geleefd en dat is het belangrijkste. Voor twee euro kan je niet sukkelen en ik neem het ding mee. Er slingeren wat doosjes in rond, er zit echter niks waardevols in. Of toch, een paar Rublex spinners die betere tijden hebben meegemaakt. En ook nog een onooglijk eigenaardig plugje, zo’n drie centimeter lang. Ik schenk er verder niet veel aandacht aan.

Een paar weken later kom ik op een verzamelsite een advertentie tegen van een dergelijk aasje, uit de jaren vijftig van vorige eeuw, leuk hé! Het dingetje heeft zelfs een naam, de Rublex Plucky…

Vrijdag was een snipperdag. Door omstandigheden thuis kon ik niet met de boot weg maar kon ik ‘s middags wel dicht bij huis gaan kunstaasvissen. Ik had bij Dekock een nieuwe Buster Jerk gekocht in de orinele grootste maat. Man, dit vist mooi, en gemakkelijk! Mooi flankend ging dit door het heldere, diepe water van een Belgisch meer (waarvan de naam niet mag genoemd worden). Ik stond te genieten. Iedere worp vier meter opschuiven en terug dezelfde worp inzetten, traag binnentikken, naar de vogels en bloemen kijken, werpen. Na een uurtje besluit ik een andere kant op te zoeken, het zag er op de één of andere manier aantrekkelijker uit. Al gauw krijg ik een felle tik en na een korte maar pittige dril land ik een -voor België- beste snoek. Ik pak de Rozemeyer jerkbaitstang vast om de vis te kunnen hanteren en tegelijkertijd loop ik laar de kant. De snoek slaat nog eens met z’n kop en het slecht afgeknepen uiteindje van de stang wordt uit m’n hand gerukt. Met twee diepe snedes in m’n vingers tot gevolg. Het gutst er uit en ik kan nog vlug een foto nemen van de kop van de snoek. Langs m’n hengel gemeten komt hij net tot tegen het startoog en dat blijkt (thuis opgemeten) 93 cm. Echt mooi naar Belgische maatstaven.
Ik rij met een bloedende hand tot in de stad op zoek naar een apotheek en na het dicht tapen van beide vingers ga ik terug aan de slag, maar het is tevergeefs. Het blijft tot ‘s avonds stil. Maar, deze vis is lekker binnen. Ik rij in optima stemming terug om Marleen op te halen…

Zaterdag reed ik met Fons mee naar de Nederlandse polder. Volgens de boekjes op een perfecte visdag. Beetje bewolkt, een windje, niet te koud. Mooi snoekweer, al is het met het krieken van de dag erg fris. Maar het draait anders uit. Er is wel actie, ze komen wel achter onze jerkbaits aan, maar worden erg moeilijk gehaakt. In een zelfde kommetje haken Fons en ik elk een leuk snoekje wat de spanning breekt. Ik haak er voor de rest van de dag maar ééntje meer, net voor we naar huis reden. Spijtig van de missers.
Fons deed het veel beter, hij had op z’n mooie zelfgemaakte jerkbaitjes goed wat actie, maar ook bij hem bleven de echt gehaakte vissen achter. Maar dat deed ons niet veel, zo’n dagen maak je mee, het is eigen aan het snoeken in de polder. De volgende keer weer beter, of missschien is ‘t wel gewoon niks…

Fons vond het gisteren zalig in de polder. Het was een ontdekking, echt waar. Wat een stekken. Het plan was om een poldervaart aan te pakken die quasi onbereikbaar ligt, er is maar één plekje op werkelijk kilometers water waar je maar enigzins kan traileren. We reden er in alle vroegte naar toe om te constateren dat daar nu een mooie roestvrij stalen slagboom voor staat met een bord ‘Alleen te gebuiken als je lid bent van…’. Verdorie, dit was vroeger een open gat in het riet (weet je nog Luc?) en nu word mij dit afgenomen?… Zo direct iets nieuws improviseren (zonder snoeimes) was niet mogelijk met een boot van 5 meter achter de wagen. Dan op naar een ander water in de buurt waar ik nog nooit had gevaren. Na een dag op dit water kwam ik tot de conclusie dat ik er ook helemaal niet mocht varen (althans niet met mijn papieren). Maar goed, we lieten het niet aan ons hart komen want het is er prachtig toeven en zowiezo niet te bevissen vanaf de kant… toch duurde het tot ‘s avonds voor de eerste vissen in de boot kwamen. Was het nu omdat het te hard stroomde, er te veel kroos lag, de wind nie goed zat of ik weet het niet wat reden meer, de snoeken deden het pas na uuuren geconcentreerd werpen. We hadden samen zo’n 7-tal aanbeten op een uur tijd, als ik het me goed herrinner. De vissen die wél in de boot kwamen waren allen van het zelfde polderslag. Met dit wisselvallige weer, de prachtige natuur, goed gezelschap en nog een paar snoeken in de boot: een zalige visdag!…

Even een update tussen het vele vissen… wat is er de laatste tijd gebeurd? Regelmatig word er gedropshot, met wisselend suskes, dat wel. Een hete dag met Jan op het water resulteerde in een sof. Ik kon slechts met moeite één snoek en een snoekbaars landen, terwijl Jan het visloos moest stellen. Maar op het water is nog altijd beter dan thuis…

Een andere dag ging ik met Marc naar het voor mij onbekende grote water. De keuze viel op één bepaalde strategisch gekozen stek. De vangsten liepen niet vlot, tot het donker werd. Dan werd het wachten vergoed, we hadden elk vier snoekbaarzen, met tal van gemiustte vissen. Een zonderlinge avond in bijzonder aangenaam gezelschap! Wat geniet die man van ieder moment, een wijze les voor mij, en werkelijk aanstekelijk… Dat moeten we meer doen!

Ik blijf korte sessies vissen met de dropshot en dat wil ook wel eens meezitte, zoals met deze snoekbaarsoma. Gelukkig was er een gsm in de buurt, want op zo’n moment ligt de camera meestal thuis… ‘t een beest dat me bijzonder gelukkig maakte (bedankt Lieve & Johan!)…

En ‘t is zover, we gaan deze keer op zomervakantie naar Bretagne, en alles wat ik heb aan zeehengelmateriaal gaat mee. Een benieuwd of ik daar een zeebaars kan verschalken…

Gisteren had ik een dagje op het water gepland met Jacques, alweer erg lang geleden dat ik die had gezien… De bedoeling was om op grote baars te gaan vissen in Nederland. Dat leek ons de beste optie om iets te vangen in dit warme weer.
Maar, ik was er om zes uur en het bleek in Zeeland toch flink koud… en het begon al vroeg stevig te waaien waardoor het nog frisser leek.
We gingen van start met de kleine maatjes Rapala Jointed Shad Rap. Fijn plugje is dat om te slepen. Gaat aan mijn materiaal tot ongeveer 4,5 meter diep.
Er stond een flauwe stroming, en we hadden al vlug beet. Ik eerst een leuk snoekje op dat heerlijk lichte materiaal, de Godfather Parabolic. Dan Jacques een toffe baars. Ik lostte terug een baars en Jacques ving wat later nog een klein baarsje.
Plots begon het keihard te stromen, te gieren, en het was gedaan met de beet.
Er kwam onweer opzetten vanuit het zuidwesten en de harde wind tegengesteld aan de stroming maakte het erg moeilijk om de boot te controleren.

We zijn dan, omdat we niet wisten hoelang het zo erg zou waaien, overgestoken van de rivier naar de overkant van de plas om daar in de luwte te vissen, in voor mij onbekend water. Niks meer gezien, nochtans leek de viswijze voor ons perfect. Ik verspeelde verdorie wel twee pluggen, eentje door m’n eigen stomme fout aan een stel fuiken en eentje werd er zomaar afgesneden na vastlopen, het kan gebeuren… als je door krap tegen de bodem vist. Rond vier uur in de middag was ik bekaf door het voortdurend geconcentreerd en drastisch bijsturen en zijn we rond de haven in de relatieve luwte gaan pielen op snoekbaars. Een ongelukkige worp deed m’n Rapala in het tapijt van de boot belanden en Jacques zou me daar wel even mee helpen. Terwijl hij het plugje in z’n hand hand kreeg de boot een duw van een golf en één van de dregjes ging helemaal mét weerhaak door de top van z’n vinger. Met doorknippen en doorhalen werd het probleem verholpen. Jacques is geen kneus of mietje!

Jacques ving nog een snoekbaars in de haven zelf, even dachten we iets gevonden te hebben, maar verdere actie bleef uit. Een plotse rukwind bracht m’n iPilot en de boot in de war en we smakten zonder controle tegen de schuine oever aan. Gelukkig kregen we de motoren net op tijd uit het water waardoor de schade beperkt bleef.
Dat was het, we hadden het gehad. Niet veel vet op de soep, maar toch heerlijk uitgewaaid!
En altijd een leuke babbel met de immer rustige Jacques!

We mogen niet klagen met dit mooie zomerweer maar voor het roofvissen is dit niet best. Het was erg lang geleden dat ik Fons nog eens gezien had en door ons beider drukke vakantieperiodes leek een gezamelijke visdag nog 2 maand verder. Dan maar een snipperdagje in de week. Vrijdag reden we in alle vroegte naar het grote water in Nederland. We wisten zo al dat het erg moeilijk zou worden om iets aan de schubben te komen, geen wind, veel licht en geen stroming. Dat was ook zo. Op het grote kanaal visten we de oeverzones uit langs leuke plantenbedden, ieder plekje leek ons een mooi snoekhol, zéker met deze zon. We zagen wat grote windes ons aas volgen, maar ons kunstaas was daar net iets te groot voor. Fons kreeg een snoek op een zelfgemaakte jerkbait (waarvan hij er een hele mooie reeks van bijhad en er me ook één cadeau deed, merci man!) maar deze vis loste al vlug. In het kanaal bleef het voor de rest stil… Voor de verandering en verkoeling vlogen we naar een stek aan de andere zijde van het water, met mogelijks een kans op een snoekbaars maar het vertikalen op diep water bracht ook geen aanbeet. Dichtbij lag een mooie stek met steile oevers waar mischien ook wel een snoek onder de weelderige plantengroei kon staan. De enige die thuis gaf was een kneiter van een baars die loom Fons’ jerkje volgde, zonder aan te vallen. We wierpen de stek helemaal uit met alle kleine aas die we bij hadden maar deze megabaars was reeds op vakantie vertrokken. Na een tijdje trokken we terug naar de andere zijde van het kanaal om terug werpend aan de slag te gaan. Dat gaf geen resultaat maar het werpen tussen plantenbedden is erg leuk en ieder nieuw plekje is tof om naar te werpen. Om de dag te redden dacht ik om de schaduw van de rietvelden te gaan opzoeken om daar, kort in de kant trollend, nog een snoek vanuit het donker te peuteren. Dat lukte want Fons kreeg op z’n ouwe getrouwe BigS pluggen enkele beten waarvan er een kleintje werd geland. Toch nog een visje in de warme boot! Een leuke maar werkelijk bloedhete dag, zelfs de runderen in het natuurgebied zochten verkoeling in het water!…

Veel groter kan ik ze niet maken. Een spinnerblad van een centimeter of zeven lang, dat telt. Met een half pakje konijnebont erachteraan. Licht verzwaard, zodat ik er nog net mee boven de waterplanten kan vissen… ik kan niet wachten om ze te testen…

Eerste dag van de grote vakantie voor Jan, prachtig weer en terug spelevaren in Nederland. Pas om 10 uur vertrokken voor rustig een dagje uit. Niets overhaast. Uitgebreide picknick aan boord met pattiserie incluis! Bloedheet op het water, en dat dit z’n invloed heeft beneden spreekt vanzelf. Een beetje gevertikaald, een beetje getrold, op zoek naar snoekbaars en baars. Dat werd niks. Dan maar werpend in het kanaal gaan vissen. Met m’n nieuwe iPilot is dat fantastisch te doen, je zet de route uit, en al wat je nog rest is vissen! Dat ding is gewoon super!
Kort na deze start haak ik in de kant een kleine geweldenaar, het blijkt een harder die zich op volle snelheid onder m’n boot doormurmt. Eeen tegenstander van klein formaat. Hij raakt geland, ik vind deze toevaller bijzonder prettig…
Een kwartier later krijg ik op een Aruka-shad een machtige en razendsnelle groene volger. Deze mooie snoek grijpt in het kraakheldere net mis in het aangezicht van de boot… en ik krijg geen tweede kans. Deze flirtte met de metergrens… Jammer.
Dan zien we en voelen we voor de rest van de namiddag niks meer. Ook Jan heeft vandaag gevist, hij heeft zich bijzonder geamuseerd. En werpend met kunstaas is misschien wel een manier om hem echt aan het vissen te krijgen. Het ging goed, slechts één keer ging hij vast in het kantje. En die ene pruik in het dyneema, dat ben ik al lang vergeten. Een toffe, warme dag!

Spelevaren met Marleen en Jan zonder hengels in de boot, dat doet pijn. Dus smokkel je een kleinigheid aan boord, en ga je ongemerkt op een rustig plekje aan de gang. Op zomerse dagen valt tijdens zo’n prikactie niet veel te halen. Soms nog een baars of snoekbaarsje…

Met de huidige weersomstandigheden is een snoekzoektocht in de polder niet evident. Het meest water ligt potdicht en jan en alleman klaagt steen en been over het vele ijs. Vooral de sneeuw die op het ijs blijft liggen baart zorgen. Het ontbrekende licht kan de zuurstofhuishouding in deze ondiepe poldervaartjes danig in de war sturen, met sterfte tot gevolg…
In een dikke sneeuwpap reden we gisterenmorgen Nederland tegemoet. Fons zag het allemaal wel zitten en had de snoeken in z’n dromen als in veelvoud aan z’n Busterjerk geregen. Ik zag het zoals gewoonlijk wat sceptischer tegemoet. Dat ijs verdwijnt niet zomaar…
Die polder lag zo wit als een doos nieuwe Dash. Het was inderdaad zoeken naar een streepje open water. Hongerig als sneeuwwolven baanden we ons een weg door de sneeuw, dat kunstaas moest nat worden. De enige stukjes water die open lagen waren plaatsen waar een pittige stroming stond. Ik weet niet of dit werkelijk zo is maar als snoek zou ik daar in de wintermaanden toch niet graag in liggen… In ieder geval, Fons en ik zagen de ganse dag niks, nog geen tik op die hengeltop.
Het zicht was blauw, wit en fantastisch, de boterhammen die ik in de koelkast had laten staan waren lang vergeten. Het was alleen koud aan de voeten.
We zagen er de fun wel van in, thuis lag er ook sneeuw, maar de polder is zo mooi onder een laag wit… Dus, geen vis deze keer. Leute te meer!


Zoeken naar een streep open water!…


Boterhammen vergeten maar het zicht maakt veel goed…


Zoeken naar snoek in de stroming…


Fons met de Busterjerk…


Avondzon boven de Alblasser…

Met de dooi krijgt ook het visserinstinct een nieuwe impuls. Het voelt aan als de lente, maar is het natuurlijk niet. Uitgedost in poolpak en sweaty moonboots droop ik gisteren na een halve dag dropshotten af naar huis. Geen leven, geen actie, nog geen tikje op de subtiel aangeboden shadjes. De aalschovers doken als bezeten, maar ik zag ze niks vangen. Dan maar gestopt in de hengelzaak, ik kon niks bedenken, maar nam dan wat materiaal mee om polderspinnertjes te maken. Het is leuk om doen op een winteravond, en wetend dat het beste vangertjes zijn is het draagzaam om betere tijden af te wachten. Ze zien er niet perfect uit maar dat hoeft ook niet, als de actie maar goed is. En gezien ik toch al het geleende kunstaas van Fons verspeel, kan ik er hem eens een stelletje cadeau doen!…

Nu de winter hard toeslaat heb ik, geteisterd door dicht vriezende hengeloogjes en stroef dyneema, meer zin om in de zetel te hangen met een filmpje, chips en een goed glas. Maar de dag vliegt aan me voorbij, de vogels op de voederplank laten het niet aan hun hart komen, sneeuw stuift tegen het raam.
Morgen moet er terug gewerkt worden. Verdorie, toch nog vlug even het warmtepak aan, of er is dit weekend niet gevist! Een kort bezoekje aan het kanaal met z’n oliedikke water. Traag golven de golfjes. Erg traag. Vlaagjes sneew, er ligt een goede 10 centimeter. Benieuwd of ik hier met de dropshot iets kan versieren in dit donkerdiepe water. Hoe reageren de snoekbaarzen op deze overweldigende kou? De haak wordt versierd met een Gulpje, dat moet wel goed zijn…
De eerste stek geeft niks van z’n geheimen prijs en ik wandel na een kwartiertje naar een ander plekje waar onder water een uitgesleten geul ligt. Na drie worpjes, netjes naast elkaar geplaatst om het water secuur te bewerken, krijg ik een tikje. Heel zacht, ik sla niet aan maar trek het shadje 10 centimeter verder. Knal én hangen! Dat het een kleintje is maakt me geen moer uit. Het is vis, op deze sombere winterdag. Het beestje heeft mooie kleurtjes en ik ben er echt blij mee! Een film kan hier niet tegen op…

Koude pootjes op onze voederplank!…

Ondanks de kou…

Prachtige winterkleuren…

Ik ga natuurlijk wel meer vissen dan het aantal posts die verschijnen op deze blog. Het resultaat van deze minisessies is natuurlijk niet van dien aard om er iedere keer iets over te schrijven. Woonde ik in de polder dan was resultaat halen op ultra korte visuitstapjes wel iets gemakkelijker… Jammer.

Vorige week woensdag zat ik – dankzij een onverwacht dagje technisch werkloos – nog eens in de polder. Jerbaitjes zouden het doen, deden het ook, al waren de snoeken op de een of andere manier wel erg onstuimig met het kunstaas, toetsten het slechts aan, of losten gewoon. Actie genoeg maar van een goeie tien aanbeten kreeg ik er slechts drie op de kant. Ondanks heftig stormweer en regen toch een fijne dag.

Ik ben dit jaar sedert de opening van het roofvisseizoen iedere week wel één of meerdere avondjes aan het water te vinden. Dat gaat dan om een krap uurtje vissen. Maar goed, het is even ontsnappen aan de drukke dag, wat tijd voor je zelf vinden. En dan mag het water al niet ver uit de buurt liggen… En zie, kanalen te over in Vlaanderen! Ik was het rap beu om vanaf de kant zoveel shads te verspelen in de mosselbankjes die onze kanalen rijk zijn, en ontdekte dat het dropshotten daarvoor de uitkomst is. Veel subtieler gepresenteerd, perfect stilstaand te vissen, en vooral haperen de loodjes door hun vorm niet zo gauw in de obstakels. Dat de haak op dat moment boven de bodem hangt is ook een plus.
Vanaf de kant is dit een heerlijk rustige manier van vissen, als het water er wat rustig bijligt ben je in staat om ieder individueel mosseltje te voelen waar het loodje over heen sleept. Door het gevoelige topje van dit soort hengels leer je ook heel wat bij over de bodemtopografie, iets waar ik ooit bij het karpervissen nog m’n voordeel zal uithalen!
Doen de snoekbaarzen het, liggen ze er, dan weet ik het quasi meteen. De aanbeten zijn hard en de drils zijn met het Fox Pro dropshothengeltje subliem. Momenteel zijn de resultaten het best met het Fin-S shadje en Gulp Alive (alleen is dit zo’n verdomde stinkboel met dat lekkende potje)
Ik vang eens niets en dan ben je zo weer weg, dan weer eens één, of soms een viertal. Met weinig tijd is dit een plezante visserij waar je ook weinig gesleep met spullen heb…


Leuke visserij!…

Voor dag en dauw stonden we zaterdagmorgen al klaar in de polder. De haken gewet en de motivatie op scherp. Het weer voorspelde niet veel goeds, véél regen… deze voorspelling kwam mooi uit, nu en dan een stevige bui en een pittig windje, m’n nieuwe regenpakje van SPRO en Aigle lieslaarzen kwam dus van pas! Benieuwd hoelang dat regenpak dicht blijft, maar voorlopig komt er geen druppel door.

Fons ging aan de slag met z’n favoriete BigS plug. De welbekende klassieker waar hij zo graag mee vist. Ik koos integraal voor de kleine jerkbaitjes.
De onvolprezen Fox Dolphin, de Buster en m’n zelfgemaakte houten plankjes waar ook al eens wat blijft aan haken!
De dag startte goed, ik kreeg vlot beet, met hier en daar een misser. Fons had minder geluk met z’n Big S. Gedreven en secuur viste hij kilometers water af maar moest geduldig afwachten. Pas later ging hij ook een Buster in de speld en ging prompt aan het vangen!

Het viel op dat de snoeken al in de beschutting van de bewoning lagen, het open water gaf niet zo goed.
Na de middag viel de wind, en ook m’n vangsten vielen plots stil. Fons ging er tegenaan met de Buster en scoorde een paar mooie poldervissen.
Ondertussen was de concentratie verdwenen en ik parkeerde een paar jerks in de bomen, niet te redden, was me dat een gepruts.
Dan maar met de shad geprobeerd. 2 missers volgden. Hmmm… In de late namiddag viel alle actie weg, maar in ‘t laatste half uurtje kwamen er toch nog een paar leukerds op de kant. M’n laatste vis kwam helemaal van onder een duikertje vandaan om de jerk binnen te zuigen. Dat was een prachtige aanbeet, om die vis vanuit het donker te zien aankomen…
Ik besloot ons uitstapje met een Duitse uiteenzetting waar Fons smakelijk om kon lachen. Ja Fonz, der Hechte ware die Pineut! Ik kan dus helemaal geen Duits.
Kort, Fons had vier snoeken gevangen, ik had er vijf. Negen snoeken op een dagje, dat is een mooi resultaat!
We reden iets vroeger naar België terug omdat ik met de Mechelse karpervrienden had afgesproken in een restaurant in Vilvoorde!
Ik was er redelijk op tijd en kon al direct m’n kiezen zetten in een malse grote paardensteak. Na een uitgewaaide dag in de polder smaakt dit opperbest! De zaak werd onder deskundige begeleiding van Bart, Ben, Gunther en Steven doorgespoeld met ‘t nodige gerstenat. In welk gaatje dit nog bij kon na een halve kilo steak met friet, dat weet ik niet, maar het gebeurde! Na de obligate rondjes en altijd leuk karpergeroddel in een volkscafé reed ik geeuwend terug richting Antwerpen. Rond 1 uur lag ik in m’n bed. Een marathondag dus…

Gisteren nog even een dag op stap met Fons, in de polder. Ik dacht dat het door de zware regenval en huppende temperaturen een flopje ging worden. Maar het viel mee, want Fons had net z’n blauwe Pakolepel in de heldere poldersoep gedoopt en er ging al een snoek aan! Diezelfde Pako stond ‘s voormiddags garant voor meerdere aanbeten, alhoewel er veel vis gelost werd. M’n vier pas gebonden streamers konden op niet veel bijval rekenen, enkel op de groen-blauwe kreeg ik een slappe aanbeet… De conclusie (voor mij) was dat ze meer zin hadden in een steviger hap, de vibraties van een schommelende lepel zijn onder water immers helemaal anders dan een zacht pulserende bontstreamer. Ik deed verder met alles wat ik m’n tas had maar erg veel actie kreeg ik niet tot ik er een jerkbaitje aan knoopte. Toen kwamen er vlot wel enkele aanbeten, meestal met lossers tot gevolg. Eén snoekje sprong als een forel zo hoog uit het water, prachtig!
Een beer van een poldersnoek (die m’n aas tot in de kant argwanend had gevolgd) werd deze dag op meerdere tijdstippen aangeworpen met een keus aan verschillende aasjes. Maar deze eendebek hield z’n kaken echter stijf op elkaar.
‘s Avonds zochten we nieuw water op, een eind van de wereld af. Het zag er rustig uit, met veel rondscharrelende prooivis. De aanbeten kwamen vlug, met nog meer missers tot gevolg. Fons losste er een paar héle beste en ik lostte er één op een Aglia-spinner die ik bij m’n grootste poldervissen had kunnen noteren. Fons vond dat ik op dat moment toch wel wat véél vloekte! Mea culpa!… Ik voelde me verslagen, zo’n vis laten gaan…
Met de spinner kwamen er in sneltreinvaart nog een aantal baarsjes op de kant, zo’n zes bij een gezonken bootje vandaan en nog een viertal in een scherpe bocht aan een duikertje. Ik vind dit een schitterende visserij op licht materiaal.
Het werd gauw schemerig, en de rit naar het verre België was wederom zwaar. Maar goed, Fons had een twaalftal aanbeten met vier gelandde vissen, ik een zestal met 2 snoeken op de kant. Actie genoeg. Alleen aten de snoeken vandaag niet met een lepel maar och zo voorzichtig als ‘sushi met stokjes’…

Snoeken in de polder from Vandeplancke Geert on Vimeo.



Veel tijd om te vissen is er niet, de herdruk van Luc De Baets’ De Dunne Lijn slorpt tijd. Mogelijks vistijd. Ook de wind speelt nooit in m’n voordeel op de dagen dat ik weg kan… Maar goed, zo nu en dan wat leuke vissen, waaronder een reeks 40+ baarzen…

Ik ben ook aan het testen met m’n nieuwe videocamera, veelbelovend. Maar slaag er niet is om deze filmpjes mooi op deze blog te plaatsen, doorklikken op Vimeo geeft een véél beter resultaat!…

Verticalen op baars from Vandeplancke Geert on Vimeo.

Terwijl ik me al opwind over een winde (van een kleine halve meter), zo vangt Jacques wel eens een wat grovere baars! Meer kan u zien én lezen in z’n nieuwe boek ‘Als het Vissen in je Bloed zit’…
Zie en bestel op: http://www.alshetvisseninjebloedzit.nl

Wat een warme zomerdag langs een riviertje! Struinend met de lange werphengel, met korst en blikmais als aas. Ik had al twee brasems op het korstje gevangen, ik wist niet dat brasems aan de oppervlakte azen op stromend water?… Ik zag deze winde daarnet azen op een bedje zoete mais die ik tien minuten eerder op een ondiep plekje had gestrooid. Net op de rand van stroming en rustig water. Op een karperhaakje had ik drie maisjes geprikt om hem te camoufleren en het listig tussen de andere gelegd. Het was er ongeveer 70cm diep. Deze vis kwam regelmatig over het voerplekje schuiven, proefde en spuwde dit haakaas in één keer uit, en keurde het zaakje dan maar finaal af.
Eén ge-free-lined maiskorreltje op een piepklein haakje bracht wél uitkomst…
Vissen op zicht is machtig, niet eens een pen nodig!

Ik moest aan Vic denken toen we vandaag door de zonovergoten polder reden. Hij zal de polder missen, en de polder hem ook… Onze Vlaamse Jan Schreiner is niet meer. En dat is jammer want ‘t was een verdomd sympathieke man.
Fons vroeg me of ik niet mee wou om een onvervalste zomersnoek aan de haak te slaan, na 30 jaar snoekvissen was dit nog iets wat op z’n palmares ontbrak. Ik had ‘m gewaarschuwd dat de polder goed dicht lag met planten, maar we gingen toch.
Prachtig weer, T-shirt-weer. Prachtige polder, met tientallen hazen… En veel groen. Het was dus zoeken naar stekken waar we met twee een tijdje konden vissen. We verplaatsten ons vlug en alzo kom je op plaatsen waar je nog nooit gevist hebt. Dankzij een goede stafkaart met daarop aangeduid waar je wel en niet mag vissen is dit erg eenvoudig.
We stonden versteld van het erg heldere water, en door m’n nieuwe polaroidbril werd dit gevoel nog versterkt. Een aquarium!
Op de eerste stekken bleef het rustig. Verkassen.

M’n eerste aanbeet kwam van onder een boom, een droomstekje langs een iets bredere vaart. Zoals Fons zei: ‘Als je de stek ziet wéét je dat je het kan verwachten’? Maar ik sloeg prompt de lijn kapot… Vis weg, met streamer in de bek. Dit is erg en het is alleen je eigen schuld, Planke… Ik viste verder in de hoop dat een beetje snoek een streamer op enkele haak vrij gemakkelijk kwijtraakt.
Wat verder verspeelde Fons een uit het water springend snoekje. Spijtig. Enfin, mooi weer, en toch nog beet krijgen. Dat was al iets. Verkassen.
Naar een stuk polder waar we niks van wisten. Mooi open water en stroom. Fons haakt al na een paar worpjes (aan de auto) een beste vis, die ook weer lost. Jammer. De stek aan de auto werd stevig uitgekamd omdat het er goed uit zag. Zonder verder resultaat.
Dan maar verder het land in, het zag er veelbelovend uit. Driehonderd meter verder haak ik een peutertje, waar ik eerst een streamer-spelletje mee had gespeeld. De rakker bleef maar van links naar rechts kruisen, achter m’n streamer aan, voor hij erg zich toch op stortte.
Verderop werd het onbevisbaar, dus keerden we terug. Fons vond het leuk om nog een paar worpen aan de auto te doen. Hij haakte al vlug een leuke snoek, die na een foto mocht zwemmen.

Ik begon wat aasjes te verwisselen, ik kan het niet laten. Ik zei net tegen Fons: ‘Zie eens hoe mooi dat Buster Jerkje door het water gaat in die stroming, ‘t is precies echt!’. En het slootje onder me spleet open en je zag al direct dat het een poldertopper was die het aasje verzwolg. Nou was m’n kunstaas voor m’n voeten op die plek zeker al zestal keer of meer gepasseerd en nu pas een beet… Tja…
Totaal ongecontroleerde dril, met een te licht hengeltje, door een nerveuze visser die weet dat hij een mooie aan de haak heeft.
Het beest raakte geland en m’n maat nam enkele mooie beelden. We waren in euforie. Putje zomer en daar ligt plots een poldersnoek van exact een meter voor je voeten. Onverwacht. We hadden ‘m beiden dat jerkje zien nemen! We moesten er hartelijk om lachen. Ik wenste Fons er ook één toe! We deden het zelfde stuk water nog eens maar het was over met de pret. Verkassen. Het bleef stil.
Dan maar terug naar de eerste stekken. Een mooie snoek, toch wel een erg stevige tachtiger, volgde m’n streamer tot in de kant en bleef er stokstijf op halfwater staan. Ik riep Fons naderbij, mischien was het wel mooi als hij de vis op de kant kreeg? Dat plannetje lukte niet en de vis verdween spoorloos in het kraakheldere water…
Het was op voor vandaag, en we gingen een uitsmijtertje eten in het visserscafé.
De flauwe Nederlandse biertjes deden toch netjes hun werk. Weeral een prachtige dag, met zoals Fons zei: ‘Een moment dat je nooit meer vergeet’.
‘t Is een beetje zoals Vic…

Jacques Schouten heeft een nieuw kindje gebaard, en ik heb het verwekt. Ahum…
Negen jaar na z’n vorig boek (De Nieuwe Zoetwatergiganten) is er nu deze klepper! Over z’n belevenissen en hengelavonturen op alle mogelijke plekken van deze globe. Als vanzelfsprekend gaat dit boek over de allergrootste vissen die je met een hengel kan vangen, en het zoeken ernaar. Jacques werkte er negen jaar aan, ik aan de vormgeving een paar hele stevige weken. Frans Fentrop maakte deze keer de illustraties, en we zijn met z’n allen erg fier op dit (2kg.) resultaat!
Meer info vindt je op http://www.alshetvisseninjebloedzit.nl

Het is veel gemakkelijker over je triomfen te schrijven, dan over het falen. Voor mij was het net voorbije roofvisseizoen samengevat: één falen. Oké, ik ving wel eens een visje, maar over de ganse lijn was het bijzonder flauw. Maar ja, als je nauwelijks vist kan het bijna niet anders.
Mensen verwijten me dat ik teveel resultaatgericht zou zijn, dat ik wel moet vangen om er plezier aan te beleven. Wel, dat is natuurlijk de grootste nonsens, en het bewijst hoe weinig ze van me kennen. Ja, ik vang graag m’n visje, en ‘t hoeft niet eens groot te zijn. Als ik maar eens actie krijg. Je bent een visser, of je bent het niet. Ik wil ze van onder de spiegel vandaan krijgen. Daarom. Bittervoorn, zeelt-tje of kanjersnoek, je bent altijd welkom…

Wel, vorige week kon ik onverwacht weg, Jan ging op scoutsweekend. ‘t Was verdomme koud in de Hollandse polder. Ik kreeg wel wat actie, maar er zat geen lijn in. Mijn trouwe streamers werden aangeplukt, gemene staartbijters! Uiteindelijk had ik vijf aanbeten waarvan ik er twee haakte. Eén heel kleintje en een hele mooie, ik schatte ze ergens tegen de negentig aan. Misschien wat minder, maar ze was zo dik, zo vol dat ‘t voor de polder een enorme indruk maakte. Jammer dat ik er moederziel alleen stond met m’n geluk. Dat zo’n vis zo hard kan sleuren op een zacht hengeltje met 10/00 dyneema was me onbekend. Dus het poldervissen is voor mij in de toekomst ook ‘superlicht’ vissen (maar niet zo licht als Peter Linzell hoor, dat gaat me wat te ver!).
Nu, dat staartplukken doet me denken aan regenboogforellen, die kunnen dat ook goed als ze een paar keer gehaakt zijn. Eens testen of het eetbaar is, of er reactie komt… Dressuur? Sommige mensen, weeral, menen dat dit niet kan maar ik weet ‘t nog zo niet… Feit is dat de stroken water die ik bevis de laatste weken erg veel kunstaas gezien hebben. Dat het water lange tijd toe lag maakt het alleen maar erger.
Iedereen wil immers op korte tijd z’n visje vangen, hé?…

Zaterdag ging ik terug met Fons Fairplay. Fons, de polderfreak (en nog meer een Jan Schreiner-freak!). Altijd leuk om daarover te babbelen, en toen hij z’n eerste eigengemaakte vederlichte jerkbaitjes in m’n handen stopte kon ik niks anders doen dan ze mompelend goedkeuren. Ze zagen er gewoon perfect uit, en daar kan ik enorm van genieten. Ja, Fons, ge zijt beeldhouwer, of ge zijt ‘t niet! Nu nog een likje lak, en ‘t is viske pak!
M’n eerste worp, net naast de auto resulteerde in een flinke vis die vrij vlug losschoot. Hmmmm…. niet slecht als begin… maar u kan het wel raden, ik kreeg voor de rest van de schitterende visdag zelfs geen staartbijter meer… Alle aas in m’n doos passeerde de revue.
Fons kon maar druk doorspinnen met z’n zelfde lichte spinnertje en kreeg pas in de late namiddag z’n eerste aanbeet. Oef, de eer was gered. We dachten dat ze tegen de avond wat agressiever zouden worden. Nee, het bleef stil. Ook andere polder vissers klaagden, het wonder van de laatste roofvisdag van dit seizoen was dus niet gebeurd.
Toen kreeg ik een sms-je van Jan, die met z’n vriend Ben ook in de buurt aan het vissen was. ‘Ja, Geert, we hebben er negen, en nog wat lossers erbij’…
Wat doe je daar nou mee, dachten we. Jan, is dat soms een wind-up? Nee, zo is Jan niet, hij vangt ze gewoon. Maar wat bleek… ‘s morgens had hij in de zelfde zwaar bevistte polder gevist als wij deden… en dat was niet best. In de volgende, me totaal onbekende, polder liep het voor hem blijkbaar wel als een trein. Een waarschijnlijk weinig bevist watertje. Moet je dit nou klasseren onder de noemer ‘dressuur’? Maar het is gemakkelijker te zeggen dat Jan en Ben erg goed kunnen vissen! Dan ben ik er vanaf, haha!
Toch hadden we met z’n allen weer een heerlijke dag in de polder, en dat bewijst ook weer dat ik niks moet vangen om me prima te amuseren!


Als je van vlakbij een haas ziet op de vlucht gaan, de halve polder door, dan is je dag al goed. Zaterdag waren we naar de polder afgezakt voor de bijeenkomst van het Vischcollege 777. Een mengelmoesje van karper- en snoekvissers die in de winter samenkomen om te ‘poldersnoeken’. De Belgen (Fons en ondergetekende) waren er al toen ‘t nog donker was. Een half uur te vroeg voor openingstijd van het cafeetje. Dat zegt duidelijk genoeg over onze zin om te vissen…
Na de nodige koffie, thee en Jaegermeister stormden we met z’n allen in alle windrichtingen het soppige land in. Iedereen was enthousiast want de wind zat goed, het was warm én bewolkt. Bijna garantie op goed snoekweer. Nu, zo eenvoudig lag het niet, er was weinig prooivis te vinden en de snoeken lagen redelijk vast. Ik vond het zelfs moeilijk. Maar voor mij was het een nieuw stuk water met uitdagende hoekjes om naar toe te werpen. En dat is fijn want het is uitdagend voor je concentratie. Ik had een oud hengeltje uit m’n kast gehaald. Het verbleekt tegen Fons’ prachtige Fairplay hengels maar het doet wat het moet doen, op een fijne manier snoeken vermoeien. Een Kunnan-stokje waar ik de ganse dag Ondex 4-tjes mee geworpen heb. In goudkleur. Dat oude hengeltje was ooit m’n eerste kunstaashengeltje én het blijkt nog altijd prima.
Om twaalf uur zat iedereen terug in het vertrekpunt, kwijlend naar een kom erwtensoep met bijhorende broodjes kaas/ham. En Jaegermeister dat daar gedronken werd! Iedereen van ons clubje, op een paar na, had enkele vissen gevangen. Iedereen was zichtbaar tevreden! Er werden voorstellen ingediend om met de club ook eens ander polderwater te verkennen, op visweekend te gaan én zelfs het wijde sop te ontdekken, op zoek naar winterse gul.

Ik had de vorige avond een feestje met de ex-werknemers van Focus Advertising gedaan en maar twee uur geslapen, pfff, de polder en de Jaegermeister sloopten me! Het was zwaar, een mokerslag in de namiddag! Het goudkleurige spinnertje parkeerde ik in een minder moment in een boom en ging verder met een eigen creatie aan de stalen onderlijn. Een fel oranje streamer met zwarte kop. Fons had ook bitter weinig geslapen maar de man is zo gedreven in het poldervissen dat hij het gewoon vergeet. We struinden dapper voort en toen het uiteindelijk donker was (we hadden om vier uur afgesproken maar waren het straal vergeten) had ik er vier, allemaal mooi door de winter getekende snoeken. Fons had vandaag minder geluk met z’n enkele mooie vis. We hadden er van genoten en stapten in het donker blij de polder uit.
Het café was al zonder vissers. We waren de laatsten… Een poldervisdag is voor een Belg altijd te kort. We hielden mekaar wakker in de lange rit naar huis, door ‘t maken van flauwe grappen en een paar klappen op m’n hoofd! Fons, ge zijt nen echte poldervisser, petje af. Een ferme dag.


Dit lang weekend zat ik met David in het hart van Nederland, hopend op een mooie snoek van een paar duizend hectaren groot water. Het weer zat alvast mee, het was erg rustig én vooral erg warm voor de tijd van het jaar. De zon deed ons genieten. We hadden een hotelletje dichtbij de waterkant gevonden en ook stalling voor de boot. Alles was piekfijn geregeld, erg relaxed op deze manier!
Helaas zagen de snoeken m’n kunstaas niet zitten want ik kreeg slechts twee aanbeten op drie dagen vissen. De ene aanbeet resulteerde in een lossertje, de andere in een kleine snoek. Ergens rond de 70 à 80cm.
David had héél wat meer geluk met vier vissen en een aantal losschieters. Eén van tegen de meter aan, een 102,104 en 106 cm. Ik kan er ook een paar centimeter naast zitten, want ik was geintimideerd. Werd compleet naar huis gevist… kwam er niet aan te pas. Het viel op dat alle gehaakte vissen vrij nipt gehaakt waren, en eer een groot aantal losschieters ware. Waren deze snoeken voorzichtig geworden? Lagen ze met de bekken stijf dicht? We visten stug door tot zondagmiddag allerlaatste minuut maar het werd zondagochtend niks meer. Volgende keer beter, of, dat hoop ik toch. Met drie metervissen in de boot is dit een perfect weekend, maar zo zie je maar hoe ‘het niks vangen’ je perceptie kan beinvloeden…
Misschien moet ik me maar eens op het snoekbaarsvissen storten… Of gaan karpervissen, dat zou nog eens iets nieuws zijn!

Eind dit jaar verhuis ik, zélfs van werk, en laat Mechelen én Brussel aan z’n lot over en ga op het platteland wonen. En laat dat nou net in de buurt van het Albertkanaal zijn. Als straf kan je dit heus niet zien. Deze indrukwekkende waterweg (een erg drukke snelweg is béter) maakt op mij een enorme indruk. Na een paar stevige wandelingen is deze betonbak, die zowat de helft van België in twee snijd, in m’n kleren gaan kruipen en is er het verlangen om dit aan te pakken. Ik denk dat het voornamelijk komt door het erg heftig klotsende water dat maar moeilijk tot stilstand komt als er zo’n binnenvaartreus langs is gekomen. Het stroomt soms als gek en is troebel, behalve op zondag. Het ruikt er naar vis, voor wie het ruiken wil, en nog niet weinig! Het is zelfs zo dat m’n karpermicrobe terug toeslaat! Wie had dit gedacht?
Dat moet echter nog even wachten. Maar vorig weekend had ik na het leggen van een vloertje bij Marleen thuis nog een uurtje over. Met een vertikaalhengeltje en een doos shadjes in verschillende gewichtjes struinde ik wat langs de betonnen kaaien. Diagonalen vanaf de kant noemen ze dit in hengelsporttermen. 18 grams shadjes bleken mooi kontakt te houden met de bodem en ik voelde mooie mosselbanken tijdens het tikken op de bodem. Ik had al vrij vlug een leuke snoekbaars en mistte er later twee. Ze sabelden maar wat.
Het nodigt uit om méér, en dat komt nog. Volgend jaar woon ik er en wordt het grootste kanaal van België m’n thuiswater… Kan slechter, dacht ik zo?…
Als bijhorende fotoimpressie, hieronder een erg mooie van Phil Cottenier.

Ik weet het, het heeft weinig met vissen te maken. Maar toch, zoals de vliegvisser graag z’n vliegje graag op de juiste tien vierkante centimeter presenteert, zo schiet de boogschutter graag raak. En dat deed hij!
Jan werd vorig weekend 2de op de Belgische Kampioenschappen Boogschieten Liggende Wip. En deze week 3de op de Proviciale Kampioenschappen! Bij de jongsten. Als dat geen puik resultaat is waarop we fier mogen zijn?!… Als ‘t dan geen echte visser word, dan liefst een goeie boogschutter!

Zaterdag ging ik met Fons een dagje stappen in de polder. Hij had het weekend ervoor erg goed gevangen tijdens die stormachtige zaterdag. De wind had duidelijk in z’n voordeel gespeeld want nu lag de ganse polder zowat dicht met kroos. Erg mooi hoor, maar om te vissen… Dan maar op zoek naar enkele open stukjes die noord-zuid gericht lagen, en waar het kroos opgestuwd lag. De voorspelde oostenwind was er niet echt en het was heerlijk toeven. ‘s Morgens was het rustig, hier en daar een snoek en een aantal baarzen.
Het ging op Fons’ spinners heel wat gemakkelijker dan op m’n beproefde streamers. Iedere aanbeet was vis voor hem, ik moest het echter stellen met niet gehaakte vissen, met gemene staartbijters. Ik kreeg zo’n mooi zelfgemaakt Schreiner-spinnertje cadeau en daar bleven ze wél aan hangen. Tot ik het spinnertje zelf in een boom hing. Fons had gelukkig een gans assortiment bij.
Kortom, op de weinige bevisbare plekjes had Fons een zestal snoeken en ik had er drie. Als ik het goed voor heb waren er een paar die een héél eind in de zeventig waren. Mooie vissen voor de polder dus!
Op enkele stekjes wemelde het van de baarzen, we hadden er elk misschien wel tien met zelfmoordneigingen.
De stelling die ik ‘s middags formuleerde en waar Fons zo hartelijk om kon lachen was: ‘Tijdens oostenwind vliegen de gebraden kiekens niet in je mond’. Die stelling ging dus vandaag niet echt op want er was nauwelijks een briesje.
De vooravond was nog goed voor een bezoek aan het ons welbekende cafeetje, een uitsmijter en twee bier kon er wel in voor we terug naar huis karden. Merci, Fons, en ik ben jaloers op je ragfijne Fairplay-hengeltjes!

Om 4u op. Slaapkop. Eindelijk nog eens een uitstapje naar ‘onze’ nederlandse rivier. Dat moet zowat twee jaar geleden geweest zijn? Zalig warm weer, met honderden plezierboten op ‘t water. Iedereen wil natuurlijk genieten en heeft vakantie…
Zoals altijd zijn de vroege uurtjes dan het best, en op een stek die me ooit al een mooie metervis cadeau deed haakte David na een vijftal worpen een mooie 95cm snoek op z’n favoriete Fox shads. Die het beste van zichzelf gaf, knokte als een duivel in de redelijk felle stroming. Ze ging gewillig op de foto en zwom ook direct terug de diepte in. Dat was een prima start! We gingen de gekende stekken af, wat met onze grotere boot veel gemakkelijker gaat dan de Rana van weleer. Je bent véél mobieler, en da’s tijdswinst dus. Een kilometer verder deden we een lang én mooi bed fonteinkruid aan. Door de stroming en het kleine bijsturen met de electromotor was een perfecte drift langszij mogelijk. David zag een ‘jacht’ van enkele vissen die boven water sprongen. Nauwelijks een paar meter ervandaan plonsde m’n ‘Bull’ jerbait door het oppervlak heen, in een gaatje tussen de planten. Na de eerste tik zag ik een mooie vis over het houten plankje heenschuiven, prachtig om zien in dit heldere water. Daar doe je het voor, voor dé aanbeet. Er volgde een wat eigenaardige dril in het oppervlak maar de vis kwam uiteindelijk toch gemakkelijk langszij. Ze werd gemeten op 101 cm. Dat kan slechter.
Op naar andere stekken, we vonden heel wat nieuwe veelbelovende plekjes maar we voelden instinctief aan dat de felle zon verantwoordelijk was voor het stilvallen van de actie. Op de meeste plaatsen zag je in de oever zelfs tot op de bodem. In een klein zijkanaaltje kreeg ik in de schaduw van een rijtje bomen nog een lossertje. Dit was bijna gegarandeerd een kleintje, aan het kolkje te zien. In de namiddag, tussen jetski en toeristenboot, was het al helemaal gedaan. De enige vis die we nog zagen was een dikke winde die op m’n blauwe Sceaming Devil knalde. De vis was lelijk toegetakeld door de dreg, en ik had er spijt van. Hij mocht zwemmen zonder de gebruikelijke fotopose.
Rond zes uur ‘s avonds kreeg ik nog een eigenaardige tik op een Bass Assasin Shad, die direct resulteerde in een losser. De veertiggrammer vloog rakelings langs David’s hoofd en die kon er niet mee lachen… Een ongeluk is immers gemakkelijk gebeurd zijn.
Dan maar terug naar de trailerhelling om in de file te liggen van trailerende boten. Het duurde een eeuwigheid door de vele dagjesmensen. Na het rituele hapje aan de rivieroever vlogen we huiswaarts. Thuis dee David me een berg snoekbaarsshadjes cadeau, dé aanvulling van m’n collectie. Prachtig cadeau, maat! Na het uitgebreid bewonderen van de nieuwe spulletjes kroop ik na twaalven in bed. Een lange dag, en niet mogelijk zonder zonnecreme factor 50+…

Ergens begin jaren negentig was ik tijdens de wintermaanden op bezoek in Engeland. Wij, Phil Cottenier en ik, gingen naar een karperbeurs, de naam van het evenement ben ik al lang vergeten. Ik had er wel wat contacten en we verbleven bij The Bisto Kid, een Engelse kerel die we aan het franse Lac Du Causse hadden ontmoet en tevens een goede vriend was van Steve Briggs. We gingen trouwens op bezoek bij Steve en Joan in hun caravan die aan de oever stond van één of ander gekend karperwater. Hij had toen een prachtig Cassiën-spiegeltje rondzwemmen in een aquariumpje op z’n veranda. Prachtige herinneringen heb ik aan die twee fijne mensen, die ik later beter leerde kennen.
The Bisto Kid bracht ons ook naar het private Kingfisher Lake waar een aantal mooie karpers rondzwommen. Een aantal karpervissers hadden hun centen samengelegd en zo een eigen meer aangekocht. The Kid had er net z’n ‘share’ verkocht omdat hij de centen nodig had. Het meer zag er prachtig uit, zelfs in putje winter. We zagen zelfs een aantal karpers in het kraakheldere water onder de ‘snags’ liggen, passief tegen de bodem.
Toevallig zat Martin Locke van het toen prille Solar Tackle aan het meer te vissen. Het was, als ik het me goed herinner, rond kerst en er was geen actie. Het water was dik als olie, en zwart. En toch zat Martin er te vissen, met z’n vriendinnetje (van het moment). Ik merkte op dat het wel fijn was dat ook z’n vriendin achter haar batterij hengels zat. In m’n dromen is niets leuker dan een levensgezellin die ook graag vist! En dan nog tijdens de winter… Het bleek echter dat zij met dood zeeaas op snoek aan het vissen was. Op zich vond ik dat héél wat. En nét dat moment dat wij er stonden gaat er een dode makreel op stap, de Optonic floot een rustig deuntje. De dame haalde flink uit en na een stevige dril lag er een voor Engelse maatstaven erg grote snoek in het karpernet. Een fantastisch moment, we waren er als de kippen bij om dit beest op de foto te zetten en mijn beelden haalden dan ook lekker de Engelse hengelsportmagazines. Als ik me niet vergis was dit nipt een engelse dertigponder. Een week of wat later deed ze het nog eens over met een andere Engelse topsnoek, en met die twee snoeken samen had ze verdorie één of ander record gebroken.
Maar, helaas bleef de idylle met Martin niet duren…

Dag iedereen, ik ben aan het knutselen geslagen op deze blog. Een onbenut moment op het werk maakt dit mogelijk… Het ziet er een beetje anders uit, we moeten mee met onze tijd.
Niet alle links werken reeds, maar dat word in de volgende dagen verholpen.
Voordeel van deze nieuwe set-up: het archief is overzichtelijker en gemakkelijker te gebruiken en je kan met de tags bvb: alles wat met karper- of roofvissen te maken heeft in één keer selecteren.
Ik krijg opmerkingen dat één en ander tijdens het browsen erg moeizaam verloopt. Dit ligt enkel aan Internet Explorer. Iedereen die een andere browser, zoals bvb. Firefox, gebruikt vliegt als een meeuw door m’n blog. Aan alle Internet Explorer gebruikers: eindelijk dumpen die handel en doe de gratis download van Firefox op http://www.mozilla-europe.org/nl/firefox …

Een paar dagen vakantie in Nederland bracht ons niet de verhoopte aantallen snoeken, daarvoor zat het weer echt tegen. Maar dat het leuk was is zéker. Maandagmorgen begon het al goed met drie uur file achter de kiezen. Het kon de pret niet drukken want we hadden een paar dagen vissen voor ons, en dat was behoorlijk lang geleden.
Na een uurtje vissen op een ons bekende strook water kreeg ik een harde aanbeet op een diepgeviste Fox-shad. De vis kwam, kopschuddend, bijna helemaal het water uit en de shad sloeg uit de bek en rakelings langs m’n hoofd. Een mooie metervis, dat was duidelijk. Niet geteurd want dit was absoluut was een vlot begin! Ietwat later kreeg ik op een hooggevistte Bull jerkbait een spectaculaire beet. Ik zag de vis over de jerk schuiven, vlakbij de boot en met de zon in de rug. Prachtig om zien. Maar ook deze vis schoot los…
Daarna bleef het rustig voor ons beiden. De zon sloeg genadeloos toe en we zagen de watertemperatuur stijgen met de ‘minuut’. 23 graden in het oppervlak. Alle hoop werd op de avond gezet maar actie bleef helaas uit.
De volgende morgen, om 6u dus, waren we al terug op de plas. Voor mij, na een hele dag keihard zoeken met shads en jerks, stond de teller nog steeds op nul. David wist wel tegen de avond een aanbeetje te krijgen maar de rover liet zich niet haken. Triest resultaat, en we beseften dat we sterk begonnen waren maar dat de warmte ons nekte. Zelfs onze huidskleur sloeg ondanks alle smeersel snel door naar de ‘rodere’ kant.
De volgende dag wist David op een nieuw ontdekte stek twee snoekbaarzen in ongeveer evenveel worpen te strikken op een Firetiger Fox shad. Hoe die vissen dit grote snoekaas helemaal binnen krijgen is me een raadsel. Ik moest het terug stellen zonder enige, u leest het wel, zonder enige actie. Ik berustte.
Onze brave maat deed er ‘s avond nog een schepje bovenop om in een onooglijk gaatje, waar iedereen zowiezo aan voorbij vaart, een mooie snoek te haken. ‘Hier staat vis op de dieptemeter’: hoorde ik hem zeggen, en een seconde later ramde hij vast op een 104 cm snoek. De nul was van de teller. Mooi!
Het was die dag al flink beginnen waaien en de zon verdween ook regelmatig uit de hemel. Dus dachten we dat de vangsten wel zouden aanzwengelen. Ik moest ‘s middags al vertrekken naar huis, dus zetten we ons nog eens goed scherp. Op het wijd werden nieuwe stekken gezocht en ook gevonden. Aanbeten kwaamen nu vlot, met talloze missers. Verwisselen naar ‘kleiner’ kunstaas (40 gr. Bass Assasin) bracht me toch een snoekbaars in het net. Oef, voor deze had ik wel moeite genoeg voor gedaan. Het beestje schoot er het leven bij in (en Jan en ik smulden ‘s avonds van deze bijzonder lekkere vis, een openbaring).
500 meter verderop vonden we een enorme bol aasvis. Het scherm kleurde dicht, we waren bijna zéker van actie. David stond er op toe te kijken toen ik een werkelijk snoeiharde ruk aan m’n Jentle Jerk hengeltje kreeg. De hengeltop verdween onder water maar ik kreeg de vis niet gehaakt. Wat een pech allemaal… Natrillend deed ik verder en na wat gestoei kwam er toch nog een klein snoekje boven. Een erg kleintje, maar hij maakte me toch gelukkig op het eind van deze vistrip. Inpakken én wegwezen, en m’n zoon ophalen.
We hebben genoten van deze paar dagen weg, relax man!

Maandag, na het kleine karpersuccesje van de dag ervoor, dacht ik om nog eens terug te gaan. Maar de ganse dag bleef het hier stevig regenen en de zon kwam niet piepen, ‘k had er dus geen goed oog in om karper in het ondiepe kantje te vangen. Na ‘t werk vloog ik er naar toe en al vlug stond het pennetje te dansen op de plek waar ik karper meende te weten. M’n warme adem kringelde omhoog in de sterk afgekoelde buitenlucht, gelukkig bleef het droog. Het pennetje bleef ook de ganse avond droogjes staan. Het water leek levenloos onder die loodgrijze hemel. Net tegen donker ving ik op de valreep een bak van een brasem. Had ie niet vol schimmel gestaan dan had ik er zelfs een foto van genomen!
Gisterenavond stond er wél een mooi zonnetje en een lekker kabbeltje, en ik had zin in snoek! Met het waadpak aan was het lekker aangenaam en stond ik volop genietend een strook water te bestoken met een zwarte jerkbait. Echter, door het stappen in de zon liep ik te stomen zoals een saunaganger…
Kort, ik had van 19 tot 21u. vier aanbeten, waarvan ik er drie ving. Eéntje ervan, een babysnoekje sprong bijna boven water om m’n jekbait, die ik net ophaalde, te pakken! Een toevallige passant kon er een doornee vis aldaar op foto zetten. Voor de ene is dit een monster, voor de ander slechts een peuter. Ach, wat maakt het uit, ik ben ten minste gaan vissen. Een aangename én ‘warme’ avond!

Het kon me niet bekoren om in dit voorjaarszonnetje op zolder aan het werk te gaan met Gyproc, zaag en vijs. Ik zou vissen! De ganse dag heb ik op het werk niks anders gedaan dan ‘Copy’ > ‘Paste’, in opperste concentratie om toch maar geen fout te maken… wél, vanavond zou ik vissen!
Waadpak aan, Gentle Jerk in de hand en een ‘Super Freddy’ in de speld. Wat een fantastisch kunstaas is me dat! Ik ben er helemaal wild van. Met een beetje handigheid laat je deze fopvis ‘kronkelend sterven als een echte voorn’. Ik vis hem met een klein loodje ervoor om hem een metertje diep te kunnen vissen.
Wederom het zelfde verhaal. Honderd meter afgevist voor de eerste aanbeet, een droge tik op het kustaas en een mooi helemaal zichtbaar gevecht in het ondiepe water. De vis even naast de hengel gelegd, want dat meetlint ben ik wéér kwijt. Ongeveer 88 cm blijkt later.
In dat zonnetje wil ik wel eens foto met de zelfontspanner, prentjes voor m’n blog, maar de vis verkoopt me een kwaaie slag met de staart waardoor m’n vrije hand zwaar aan het bloeden gaat. Ik begrijp niet hoe het kan. De foto is er naar, maar gelukkig kan je ‘croppen’ met Photoshop! 😉
Ze gaat terug en blijf een tijdje nahijgen in het kantje, waar het een meter diep is. Ik kan ze nog een tiental minuten bekijken voor ze met één slag ver weg schiet. Tot de volgende keer!
Wat verder, tijdens een worp, haper ik in de overhangende bomen. Niet zo geconcentreerd laat ik na om de lijn te controleren én, knal, daar verdwijnt m’n kunstaas in een fraaie boog richting zonsondergang… Daaaag Freddy. Had ik nu net geen snoek gevangen, dan was ik vreselijk boos geworden op mezelf. Nu viel ‘t nog een beetje mee, ik was toch aan het ademhalen, niet?… Ach wat maakt…
Jan Walraevens komt eens piepen aan de waterkant ‘wat dat nu allemaal is met dat kunstaasvissen’ en werpt zowaar een paar testworpjes met m’n hengel en reel. Goekeurend gemompel. De man zit vol goede plannen, nu moet ie ze ook nog eens uitvoeren en aan het vangen gaan!…
Het gaat al vlug schemeren, het water word grauw en de snoeken laten zich niet meer zien. Wel, ik heb vanavond genoten, ferm gevloekt maar gelukkig ook ‘ge-asemd’…

Terwijl het roofvisseizoen in Nederland gesloten is, en in België (op het openbare water) ook, blijf ik bezig op een aantal privéwateren. Vandaag ging Jan naar een verjaardags(schaats)feestje en ondertussen besloot ik een uurtje of twee te gaan werpen met m’n nieuwe GentleJerk van Rozemeijer. Kost bijna niks, deze 30 tot 60 grammer bij 190 cm, en is een erg toffe en taaie hengel voor het werpen met de reel.
Ik verwachtte niks maar na een worpje of zes kreeg ik al een volger, ik zag hem te laat en de snoek schrok van m’n beweging. Verdwenen. Wat verderop aan dit +/-40 hectare grote water zat een karpervisser, hij sliep blijkbaar nog en ik liep z’n nochtans voor mij erg goede stek voorbij.
Eerste worp op een nieuwe plekje gaf onderstaande vis prijs! Op een TopperJr, toch wel groot voor een baars. Zondermeer de mooiste Belgische baars die ik in jaaaren ving… Ik liep vlug terug naar de tent van de karpervisser. Een foto zou niet misstaan, en dit gebeurde. De baars ging terug en toen kwam het besef dat hij niet gemeten was. Maar hij had de 46cm baars én topvis, die ik toen ik een jaar of 18 was aan het Kanaal Kortrijk-Bossuit ving, niet overtroffen…
De karpermannen (Bennie&Bliek) bleken me bekend te zijn en ondergetekende raakte aan de praat tot het zelfs tijd was om Jan terug op te halen aan de schaatsbaan. Een erg korte sessie dus. Geen twintig minuten bezig geweest!