Info

Posts uit Geert’s Fishing Blog


M’n zoon Jan had vandaag zin om eens te schilderen. Alle spulletjes heb ik in huis, dus waarom niet? Eerst overschilderden we samen een oud opgespannen doek met witte acrylverf. We lieten het drogen en Jan begon daarna ogenblikkelijk in een soort imitatie Keith Haring stijl een aantal ventjes te schilderen die aan elkaar pasten, want, wist hij te vertellen, dit hadden ze voor vaderdag van de juf geleerd.
Ik liet ‘m doen, en ongelofelijk, hij vulde de overgebleven gaatjes op met enkele vissen. Ik vind het er leuk uitzien voor een knul van tien, en er staan toch drie vissen op! Bovendien in stijl ‘Haring’! Dat moest dus op m’n blog!

In de bak waar m’n kleine karperkweek van het Fort rondzwemt vond ik tijdens het uitruimen een libellenlarve. Meteen is dus ook de oorzaak voor de systematisch verdwijnende slakken gevonden. Een mooi felgroene rover in m’n bak! En pijlsnel door het water schietend! Ik zette hem gisteren apart in een glaasje water, met de bedoeling om ‘m te laten zwemmen in ‘t meer van Hombeek. Vandaag is ie verveld in het glaasje, wat technisch slechte maar toch leuke foto’s opleverd. Overigens, geen tijd om te vissen dit weekend…


Zondag vond ik het gemeen koud op het water, en ik had me niet goed voorbereid. Met m’n gedachten bij de illustraties van het boek, en dan laat ik het bijvoorbeeld na om een thermos warme drank mee te nemen, tja. Er dreef een koud sfeertje over dit middelgrote nederlandse water, absoluut de voorpost van de winter. Het was sedert het voorjaar geleden dat ik hier nog geweest was, in gedachten was het toen nog grauwer dan nu. We zochten de oude gekende stekken op, zochten naar bollen aasvis… vonden ze ook. We cirkelden er rond, kriskras erdoor en herhaalden het keer op keer. De zéker aanwezige snoek, de herders gaven verstek. Overal. Dood aas, groot en klein werd buitenboord gehangen, en ik smeet me ook efkes warm met kunstaas. Het mocht niet baten, ik kreeg geen actie. De mooie zwemactie van mijn handgemaakte jerkbait deed me wél plezier.
David ving wél, die peuterde er nog na véél proberen een kleine snoek tussenuit. Als ik niet wist hoevéél snoek daar rond zwemt, dan had ik zowiezo gedacht dat het er visloos was. Alléhop, de nul was toch van ‘t bord.
Ik kreeg overdag nog eens goed pijn in m’n hoofd, was dit nou door m’n nieuwe knellende petje of het smeersel van de boterhammetjes die op mijn maag lag?… Tegen donker was ik er niet meer bij, en eigenlijk wel blij om naar huis te gaan. Het grote water kan ook tegen je werken, alsof je met je kaak tegen een koude muur staat, en daar moet je tegen kunnen. Het vangen zal voor de volgende keer zijn! Eerst dat boek, dat boek!


Bijna zo somber als vorig jaar…

Een primeur heb je hier. De cover van Alijn Danau’s nieuwe boek zal er zo uitzien.
Er is alvast een berg werk verzet… en ‘t is nog twee weken hard verderdoen om ervoor te zorgen dat jullie rond de Kerst een leuk boek in je pollen kunnen houden!

Tussendoor konden we nog een dag weg. Ik kon het tussen de werken aan Alijn’s boek goed verdragen. Toch zat ik overdag als een halve zombie in de boot. Maar we vingen toch een paar vissen, ahum, asjeblieft negen meter+ vissen waaronder warempel weeral twee onwaarschijnlijke bakken. Een 113 cm voor David en een 118 cm voor mij. Tja, veel beter kan het niet. Was ik direct klaarwakker van!…


Ooit komen dagen dat alles klopt, dat je als vismaten tegen elkaar zegt dat het prima gaat met wat je doet. Dan kan je als visser bijna niks verkeerd doen. ‘On a roll’ noemen de Engelsen dat, dacht ik. De schakels passen ineen, het verhaal klopt op de één of andere manier. Zoals gisteren.
We waren al met zonsopgang aan een groot Nederlands water. Ik zat alweer te suffen, het hard werken aan Alijn’s boek weegt op m’n gestel. David zette in met kunstaas, ik met een medium-size horsmakreel. Ik werd vlug wakker want in het eerste uur kwamen er vlot een aantal beten, waarvan er een drietal werden gelost. David verspeelde een kleintje én een mooie vis. De vis die ik loste was een beste, dat voelde ik zo. David verzilverde er twee, een leuke 89-er en een hard vechtende vis van 101 cm. Dus, weeral een metervis binnenboord, de dag was weer al prima ingezet en het was niet eens middag. We gingen op zoek naar meer. We vonden verderop verschillende scholen aasvis en we visten er kriskras doorheen. Midden een school brasems (David haakte er trouwens eentje op pijnlijke manier op z’n kunstaas) kreeg ik een droge tik, mepte, en een halve horsmakreel kaatste op het oppervlak terug… net achter m’n dreg netjes afgebeten. Spijtig.


Daarna viel het wat stil, dus aten we wat in het lekkere zonnetje (David at z’n pasta met z’n vingers, tja een vork vergeten, gruwelijk vet haha!) en we gingen erna op zoek naar nieuwe stekken, nieuwe onontgonnen dieptes. Kilometers maken met onze nieuwe boot gaat nu erg gemakkelijk en het is bovendien plezierig. We zijn dus niet meer zo stekgebonden. Het reisje leverde niks op dus we keerden terug naar de eerste stekken en vrijwel direct kreeg ik op de ‘brasemstek’ een aanbeet, een run van jewelste, en een gevecht op het scherp van de snee. Jezusmaria, ik was danig onder de indruk van dit geweld. De boot werd in het windstille weer op sleeptouw genomen, en David stuurde tegen met de electromotor. Uiteindelijk gaf deze dame zich gewonnen, David harkte zonder twijfelen met het net de buit binnen en we werden even stil. Dikke vis en ze werd gemeten op 116 cm! Joohoo, m’n record gebroken met deze eerste vis vandaag. Wat een ontlading… Nu kon het niet meer stuk, twee meters binnen! Wat een emoties, vooral om zo’n drilpartij. M’n vismaat kraaide victorie, gaf een paar oerschreeuwen ten beste die ze tot in België konden horen, was dit effen vissen!…

We visten de namiddag in de brandende zon door (is het echt oktober?) en tot de avond werd het niks meer. Beiden hadden we een lekkere vis aan de rigs… maar de snoeken hoefden het niet meer. Toch bleven we volharden, tot de zon viel. Toen liep ik vast, althans dat dacht ik. David zei net dat we voor de zoveelste keer een bol aasvis binnendreven. De vermoedde plasticzak bleek uiteindelijk toch te bewegen, en ‘k sloeg voor de zekerheid toch maar eens stevig aan.
Ik had een beest gewekt die met brute kracht de veiligheid trachtte te bereiken. De motor moest in achteruit, anders kwam dit niet goed. Trillend op m’n benen voorspelde ik dat deze beer groter was dan de vorige. David zei eigenlijk niks meer, het tafereel, de dril sprak voor zichzelf. Slechts een enkele keer zag ik een flits van de vis voor ze zich aan de oppervlakte vleide, tot de overgave gedwongen. Nen boeker, wat een rug! Als perfect op elkaar ingespeelde vismaten haalden we ze binnenboord, en het werd héél stil. Dit was zonder meer de grootste en dikste die we ooit gezien hadden. Het verdict viel op 121 cm, naar het gewicht hadden we het raden. We moeten misschien eens zorgen voor een grote weegzak en weger in de boot. Tja, m’n handen schudden als wilgenblaadjes in een halfzware zomerstorm, en ik zweefde zo’n tien centimeter boven de boot. David hield me tegen. Zonder jou was het niet gelukt kerel, merci! 2 PB’s op één dag, verdomme. Een zéér zonnige dag dus!
In het donker vaarden we terug naar de trailerhelling, en besloten deze overwinning met een bezoekje aan de Italiaan. David at z’n geroosterde kip met rozemarijn met z’n handen, omdat dat nou eenmaal lekker is. Ik nam me een pasta met zeevruchten. Stinkend naar de look besloten we zo vlug mogelijk terug te keren. Natuurlijk, zou jij niet?…

Groot was m’n verbazing toen ik gisterenavond m’n karperbak leeghaalde voor groot onderhoud. Ik dacht dat ik enkel schubkarpertjes had maar er zit ook een zwakbeschubd spiegeltje bij! Hierbij de allereerste foto’s van wat mischien ooit een veertigponder word…



Hard bezig aan de productie van het nieuwe karperboek van Alijn Danau. Het layout-werk en de illustraties vergen veel van m’n tijd, en er schiet niks over om te gaan vissen. Maar dit weekend moet ik er toch effe tussenuit.
Alijn’s spruit heet ‘Karper en andere Muzen’, bulkt van de mooie grote en kleine vissen, en is in pure Alijnstijl weer gewoon erg vloeiend geschreven. Het zal vanzelf weer de nodige controverses doen ontstaan over het welles nietes van één en ander. Maar dat is tegenwoordig inherent aan het moderne gedoe dat karpervissen heet. Anyway, er staan in ieder geval gegevens in die ik na 30 jaar vissen niet wist. Dus je leert iedere keer wel wat bij.
We werken aan een erg sober boek, want alles wat tegenwoordig gepubliceerd word schreeuwt kleurig en high tech om aandacht en bulkt van de ads. Not our cup of tea. So… white it will be.
Met m’n karpertjes die ik thuis in het aquarium heb gaat alles prima. Pas een paar maanden uit het ei, en ze groeien als kool, en ik moet dringend uitkijken naar een groter onderkomen met een stevige filter. Ze zijn nu ongeveer 6 cm, denk ik. Echte volvreters. Pellets, boilies en diepvriesvoer gaan er in grote hoeveelheden in. Dat komt nog goed!
Nu nog zelf eens gaan vissen.


Marleen wilde graag nog eens naar de Provence, om een week uit te blazen in het najaarszonnetje. Mij niet gelaten hé! Via m’n collega Arnaud kwam ik uit op een formidabel adresje in de Baronnies, z’n ganse familie gaat er op vakantie en z’n pa heeft een prachtig huisje in het middeleeuwse Rochebrune. Dus, na een +/-11 uur durende trip lag er een pracht van een valei op ons te wachten in het najaarslicht. We vulden er onze week met wandelen in de bergen en valeien, met het inslaan van lekker eten en drinken, en het lezen van boeken. De olijven en de wijn zijn er trouwens super! Brachten een bezoekje aan de Camargue en de Mont Ventoux en meer van dergelijk moois… En natuurlijk had Vandeplancke z’n vliegvisgerief meegenomen. Ik had drie hengels bij, een aftma 4, 5 en 7. Want ik wist niet wat verwachten. M’n Orvis 4-lijntje was ruimschoots voldoende om de kraakheldere beekjes in de rotskloven aan te pakken.

Forel kon ik in de buurt niet vinden, maar kopvoorn was er rijkelijk aanwezig. Maar ozo moeilijk aan de schubben te komen door het extreem heldere water. 12/00 nylon was er erg dik, vond ik, maar ik had niks fijner bij en dit moest het doen. Het duurde efkes voor ik door had wat ze accepteerden uit het uitgebreide assortiment kunstvliegen die ik in m’n archieven had teruggevonden. De kleinste kunstvliegjes werden gewoon genegeerd of vlugjes uitgespuwd voor de haak kon worden gezet. Uiteindelijk bleek een ruige imitatie van een landinsect, een soort zwarte lange kever er het beste te werken. En zodoende had de Geert terug z’n visserspleziertje in de droge Provence. De grootste vis was maximum 40 cm maar dat kon me niks schelen, wat een omgeving om in te vissen!


Onze verdere confrontaties met de dierenwereld aldaar bleven beperkt tot het zien van een aantal gieren, een waterslangetje, de beet van een schorpioen in m’n been (ik leef nog), mooie bruine en groene hagedissen, gigantische insecten en het zien neerschieten van een everzwijn (vlak voor ons neus, maar we leven nog altijd). Nou dus, een pracht van een week…

Nee, ik ben niet gestopt met deze blog, ik ga gewoon bijna nooit meer vissen… Geen tochtje tijd, teveel werk en te druk. Maar zaterdag raakten we eindelijk eens met de boot weg. Laat opgestaan en om 7 uur afgesproken op de autoweg aan de Nederlandse grens. David pikte me op en na een flinke rit stonden we aan het prachtige grote water. Het zag er veelbelovend uit, ook de nieuwe trailerhelling! Een lekker zonnetje verwarmde onze bleke kantoorgezichten. Indian Summer. We konden niet wachten, twee uitgelaten veulens die graag eens gas geven met die boot! Woooosh… en op de eerste stek duurde het niet lang voor David een vis mistte op een gesleepte makreel. Jammer maar de dag was lang. Een tijd later, en een paar honderd meter verder kreeg ik een droge tik op m’n baitcaster en ramde vast. Ik had trouwens net gezegd dat er iets ging gebeuren omdat ik een groot signaal had gezien op de X125. M’n pas opgespoelde Power-Pro gele dyneema lijn sneed door het heldere water, wat zie je dat mooi! Na korte en ietwat flauwe dril kwam er een 104 cm snoek binnenboord. Weeral een metersnoek! Van de aasvis was geen spoor meer. Ha!

Nadien bleef het stilletjes en we gingen op zoek naar andere stekken. Die leverden niks op, maar op de plek waar ik de vorige keer een klein snoekbaarsje haakte sloeg David een mooi bakbeest vast. 80 cm snoekbaars astemblieft, natuurlijk was hij erg blij met deze personal best. Je zou voor minder. Hoe het mogelijk is dat je die met een grote makreel kunt vangen is me een raadsel… Deze had er dus zin in want alle dreggen zaten binnenin. Nu we onze nieuwe dieptemeter gebruiken zien we de vissen/scholen vis ook veel duidelijker op het scherm. Wat het extra leuk maakt.

Een tijd later nog een aanbeet, deze keer een beste snoek voor David, die 105 cm op het meetlint aangaf. Héhé, nog een meter in de boot. Je wordt dat dus gewoon… Tegen de avond vaarden we terug naar onze ‘topstek’, om nog iets te forceren maar daar gaf niets of niemand meer acte de présence. Het bleef stil. Toen het begon af te koelen stoven we met de boot naar de trailerhelling, voldaan. En hunkerend naar de volgende keer. Maar dan zal de Indian Summer wel voorbij zijn, denk ik…



Terug van vakantie in de Ardennen met Marleen. In de buurt van Dinant is er genoeg te beleven om een leuke week te hebben. Ik had me voorgenomen om ook nog wat te vissen. Had alleen maar blikken zoete maïs meegnomen, én een winckle picker en een matchhengel plus het nodige klein gerief. Dat was, dacht ik, genoeg om kans te maken op een barbeel of kopvoorn.
We deden de eerste dagen een afvaart van de Lesse. Een beetje tricky wegens de hoge waterstand en bijhorende gierende stroming. Maar we hielden ons opmerkelijk droog, kieperden niet om. Velen rond ons raakten in moeilijkheden, en zelfs de Belgische televisie berichtte over de vele ongelukkigen. Een ervaring rijker!
De volgende dag viste ik een paar uur vanaf een strandje in Hastière aan de Maas. Met de winckle-picker! Wat was dat lang geleden, ik was er in de periode 83-85 erg stevig mee bezig. Door het staren naar het flexibele topje kwamen mooie herinneringen boven, de fantastische wintervisserij op het kanaal Kortrijk Bossuit, de grote zeelten en brasems van de ter ziele gegane Gavers, de massa’s witvis van het kanaal Ooigem-Roeselare… Ik droomde terug, aaargghhhh…
Het duurde een tijd voor ik beet kreeg maar eindigde de avond met een 7tal mooie brasems.
De volgende dag zocht ik ander water, en de eerste aanbeet resulteerde in een barbeeltje maar tegen de middag was het één en al dikke brasems die de klok sloegen. ‘s Namiddags deden we een bezoek aan een slakkenkwekerij.
Woensdagmorgen wilde ik vroeg aan het water zijn, 7 uur was voor mij vakantie-vroeg-genoeg. Karpers sprongen, actie genoeg maar op een brasem na bleef de stek dood. Vele vasthangers in de stroming. Verkast. En nog meer vasthangers in de felle stroming. Nog eens verkast naar een uitlopende run.
Dat leek er al meer op, en na een klein uurtje kreeg ik een erg felle aanbeet en de enerverende dril deed al vermoeden dat er een barbeel verantwoordelijk was. Inderdaad, een mooie vis, wat een krachtpatsers zijn me dat! Tegen de middag had ik er zeven in het net gehad. Op eentje na allemaal vissen dik boven de 50 cm met als topper een 66 cm! Ik was daar waarlijk prima tevreden mee! Voor een willekeurige vakantiestek kan dat tellen.
De dag nadien pookte ik Marleen op om ‘s morgens maar eens mee te gaan, ik had het zogezegd gevonden, én had een fotograaf nodig. Wel, je kan het al raden, ook deze stek bleef dood. De stroming was bijna helemaal weggevallen en de barbelen waren foetsie.
Een hele voormiddag zonder actie. Net toen we honger kregen en op punt stonden om weg te gaan kon ik nog aanslaan op een weifelende aanbeet. Een medium barbeel kwam in het net. Niks in vergelijking met gisteren maar de eer was tenminste gered. Had ik er toch nog eentje voor de foto…
Vrijdag gingen we wandelen in de vallei van de Hermeton, een ware aanrader! Het bulkt er van de mooie kopvoorns, maar helaas mag je er niet vissen… De natuur is er adembenemend.
Zaterdag, terug thuis, liep ik wat verloren. Dat heb ik altijd na een uitje. Uiteindelijk pakte ik m’n spinmateriaal en reed naar een watertje in de buurt. De snoeken lagen vast. Maar ik vond een paar beste karpers en strooide een doosje mais op strategische spots in de buurt. Reed terug naar huis om m’n penhengel en een net te halen. Vlug nog een witbrood ingeslagen. Bellesporen toonden waar de vissen aan het azen waren, en ik haakte er in ee half uurtje twee. Eentje van ongeveer 9 kilo en een betere van +/- 11 kilo. Ik onhaakte ze in het water, had m’n onthaakmat niet bij.
Wat later, toen ik nakeek of m’n vlok nog op de haak zat schoot er een snoek op af! Leuk om te zien, het beest stond wat te aarzelen in de oppervlakte… en toen ik de vlok een achtje liet maken zoog hij ze naar binnen! Een snoek op de vlok, wel heb je ooit. Hij was onlangs eens gevangen want hij had een herkenbaar lidteken in de nek. Vol ongenoegen ging hij er vandoor toen ik m’n losliet. Mmmm, een snoek, mischien toch nog even dat spinmateriaal uit de auto nemen? Ik deed de beste stekjes waaiergewijs aan maar ik zag geen enkele snoek op m’n kunstaas knallen.
Terug op de eerste karperstek aangekomen hapte er een snoek de streamer in het kantje weg. En raad eens wie dat was, ja, de vis die een tijdje voordien die vlok had gepakt. Dit had ik nog nooit meegemaakt!…




Een goei week geleden stapte ik nog eens mee op de boot van Luc. Voor hem zijn het de laatste visdagen, hij wordt papa en dat heeft zo z’n weerslag op het visgebeuren.
Een Nederlandse rivier. De dag startte moeizaam, en de aan lichte hengeltjes getrolde 5 cm Shad Raps bleven tot Luc’s verbazing onaangeroerd. Nochtans was dit een stuk stromend water die al mooie ‘bwoarzen’ had opgeleverd. Uiteindelijk schoot het een paar kilometer verder wel in actie en dat was de start van een mooie gevarieerde visdag. We sloten tegen donker af met een 37-tal vissen, grotendeels mooie handvolle baarzen. Er kwamen ook een viertal snoekbaarzen tussendoor, en een agressieve winde. Tegen donker aan verwisselden we van taktiek en wierpen we de kantjes uit op zoek naar rovers op het ondiepe. Ik mistte een mooie roofblei op een kleine drijvende stickbait, ving zowaar een baars op een popper, en even later haalde Luc een roofblei boven. Niet groot maar dat kon onze pret niet drukken. M’n mooiste ‘baarsjes’ waren 42 en 43 cm en Luc had de hoofdvogel, een mooie 44 cm! De zon ging onder in zijdepasteltinten, het bleef lekker warm en gezellig. Wat een zalige visdag!



Vorige week, tijdens een verloren uurtje testte ik een zelfgemaakte maar slecht geschilderde jerkbait, die ik in een jaar nog altijd geen zwemles had gegeven, het bleek een winner want ik haakte op korte tijd twee snoeken en mistte er nog eentje ook! Kan slechter…

Onder zo’n walgelijk warme zon gaan vissen? Op roofvis? Ja, dat deden we gisteren. David kreeg eind vorige week z’n Vaarbewijs toegestuurd en eindelijk konden we onze nieuwe second-hand boot dopen en te water laten. Nederland dus, het grotere water. Het lag er met het krieken van de dag fantastisch bij. De boot startte perfect, lekt niet, de motor zoemde prachtig en na het spelevaren dachten we ook nog eventjes aan vissen! De shads gingen in de spelden en het trage trollen kon beginnen. Ik wilde het dyneema op m’n reel herspoelen, het lag niet mooi, en ‘k liet nog voor de eerste worp alle lijn van m’n reel lopen. Tijdens het high-speed binnendraaien van de shad kreeg ik reeds een harde aanbeet. Een leuke snoek kwam naast de boot, David schatte hem rond de negentig, deze dag begon dus goed. Even later kreeg David een aanbeet, die hij mistte. Een eerste stuk water leverde verder niks meer op, tot onze verwondering eerder. De beren lagen stijf, verblind door de zon in hun ogen? We dachten trouwens dat door de extreem zonnige dag alle actie in de vroege morgen zou komen.
Tegen de middag kamden we een nieuw stuk water uit. Het zag er erg veelbelovend uit en onze nieuwe Lowrance X125 tekende mooie vissignalen op het gedetailleerde scherm. We gingen in ‘t rond aan het werpen met shads, en 50 meter verder had ik er een leuke snoekbaars op die de grote Fox-shad bijna helemaal binnengewerkt had. Wat later haakte ik een snoek bij de boot, die het ganse zaakje een tijdje gevolgd had en vlakbij alsnog het fluogroene aas binnenwerkte. Welkom, jongen, welkom!
Dit was het dan, de actie op deze stek. De warmte werd ondraaglijk en we zetten dan maar de gashendel open om wat nieuwe stekken te zoeken, en alzo toch wat af te koelen.
Een uur of twee later keerden we terug naar de eerste stek, en ik nam het stuur over. Nauwkeurig backtrollend voeren we over de taluds waar de dikke vermeende rovers zich verschansten. David sloeg direct toe met een leuke snoek, een negentiger, de nul was bij hem dus eindelijk van de teller. Een kwartier later klopte onze Wolly een volgende vis vast, een mooi beest van exact één meter lang. Ook jij, welgekomen! Daarna was het over, tussen als het ‘strandgewoel’ trailerden we onze boot en zon-gegaard en rood-verbrand reden we terug huiswaarts. We zijn verliefd op die boot! Méééér!…



Het begon al goed, of eigenlijk slecht. Ik wilde op vrijdagavond aasvissen vangen, om zaterdagmorgen in alle vroegte een levende vis te presenteren aan een moeilijk met kunstaas te verleiden snoek. In België kan dit dus nog. In Nederland niet. Goed geprobeerd, maar echter buiten het formaat van de vissen gerekend. Ik had een klein plasje gekozen, waarvan ik dacht dat er niks anders rond zwom dan handgrote gedegenereerde vissen, de tot mijn aasvissen gedegradeerde sukkelaars. Een doosje maïs en een wit broodje zouden volstaan. Ze kenden daar immers niks. Als Chris Yates himself zat ik even later naar een pennetje te turen in de kant. Mooi plasje, met een paartje ijsvogels incluis. Super op vrijdagavond. Nu nog een paar kleine vissen in dat aastonnetje krijgen! Ik zag een staartlob tussen het wier verschijnen, vlug werd de set-up een beetje omge-tuned en even later zoog het beest het korstje van tussen het wier. Een prachtige bronsbruine verwilderde schub, wat mooi! Misschien vier kilo, langgerekt en zonder buikje, ik was dol tevreden met deze perfect gave vis. Tja, maar geen camera voorhanden … Ik viste verder en kreeg regelmatig een wegzakkertje, spijtig genoeg allemaal vissen van niet één maar wel twee handen groot. Als aasvis vind zelfs ik dat wat overdreven. Ze mochten dus allen weer zwemmen.
De twee vissen die wel geschikt waren rolden van dat kleine haakje af. Ze zwommen dus ook weer. Niks lukte dus en toch lukte alles. Veel vis, maar geen aasvis. Ook had ik een soort giebel, flink groot met z’n twee handen vol, mét een sluierstaart. Dat had ik tot nog toe alleen maar op foto’s gezien. De avond vloog zo voorbij maar ik had dus nog steeds geen aasvissen…
Ik besloot dan maar om ‘s morgens vroeg naar Nederland te rijden, en met kunstaas wat te pionieren op – voor mij – nieuw polderwater. De uitgekozen regio viel me spijtig wat mager uit en alle water stroomde keihard, er werd flink gepompt. Het werd gauw middag. Zonder beet.
Ik zag een torenvalkje in een berm toeslaan, en opvliegen met z’n kleine prooi, is me dat een mooi vogeltje! M’n favoriete roofvogeltje trouwens. Ook liep ik tegen een zwerver aan die onder een brug lag te slapen, zielig vond ik het en de gedachte aan de arme man liet me de ganse dag niet meer los. Z’n kleine radiootje (met gekraakte antenne) dat stil spelend langs de oever van de beek stond maakt het geheel nog triester…
Ik vetrok dan maar naar betere oorden. Kilometers water werden bekeken en na korte steekproefjes minder bevonden. Uiteindelijk reed ik moegeploeterd, én om de eer te redden, terug naar één van m’n gekende poldergebieden. Zelfs daar was het een fiasco, ik zag geen snoek, geen volger, niks. Ze lagen zo vast als Al Capone in een betonblok, gedumpt onder water.
Ik besloot om 14u00 terug te rijden om Jan op te halen van z’n scoutskamp. Maar tijdens één van m’n allerlaatste worpjes peuterde ik met een grote spinner een mooie baars van onder een lage overhangende boom, die maakte dus nog wat goed. Een absoluut magere score, als je weet hoeveel snoeken daar bij een liggen!
De melkman die passeerde met z’n electrisch karretje was zo goed om me z’n visbootje aan te bieden om de polder dieper te verkennen. Ik wees het na een leuke babbel toch maar af, ‘t zou toch immers niks meer worden. Even later dreef ik met de kilometerslange vakantiegangers-caravan-stroom mee, terug naar België. Trok genietend een Nederlandse saté-kroket uit de muur bij Texaco, en ja, ik voelde me zowaar gelukkig in dat mooie zonlicht. Maar aan die pindasaus moeten ze echt iets doen!…



Gisteren werd het een dag op het grote water. Luc nam me mee voor een dagje baarsvissen. Ik heb me trouwens wat herpakt en krijg weer zin in vissen. Het werd niet zomaar een dagje want ik stond ‘s morgens om 3u30 op en ging vanacht pas om 1u00 slapen, gesloopt. Het water waar we begonnen staat bekend om z’n megabaarzen, en ik was er al kien op om m’n persoonlijk record van 46cm te verbreken. Een vis die ik zowat twintig jaar geleden ving. Spijtig genoeg gaven de baarzen ginds geen thuis, en de windkant van het water lag bedekt onder een dikke gifgroene smurrie die verschrikkelijk stonk. Ik vergeleek het met white-spirit met opgeloste groene lakverf! Zijn die nou die blauwalgen? Bweurk.
We bliezen de aftocht en reden naar een ander water. Kraakhelder en we roken direct vis en onze kansen. Kleine Rapala’s gingen aan lichte hengeltjes en het trollen kon opgewekt beginnen. Na 150 meter had ik al de eerste vis en met z’n 41 cm mocht hij er zijn! Prachtige dril op zo’n licht spinhengeltje! Hier en daar kwam er een vis aan boord, het ging hier dus heel wat beter. Toch waren de vangsten niet zo denderend, want iedereen die we ‘s avonds zagen aan de trailerhelling had moeten krabben voor een visje. Samen hadden we een tiental vissen, met als mooiste de volvette baars van Luc, die 42cm op de schaal bracht. Wat zijn die toch prachtig getekend! Luc bracht ook een medium snoekbaars aan boord, en ik peuterde al werpend een snoek van een onderwaterrichel vandaan. Met z’n 70cm gaf hij prachtige sport op het lichte materiaal…


Over de middag kregen we een tropisch onweer over ons heen en nadien bleef het gestaag een paar uur druppen, ‘s avonds brak de hemel open en kregen we heerlijke zon over een rimpelloze watervlakte. Super, maar ‘killing’ na een lange dag op het water. Compleet uitgesloofd werd de boot tegen het donker getrailerd en suffend vingen we terugweg naar ‘t verre België aan. I’ll be back be there!…



We zijn weken verder en ik slaag er niet in om orde in m’n hoofd te scheppen, en tijd te vinden om te vissen. Druk, druk. Ik maak mezelf druk. En ik zie mezelf nog altijd bezig vanop een afstandje, ben ik mezelf nog? Mischien dat ik dit weekend de tijd neem om te ontspannen.
De werkzaamheden aan het nieuwe te verschijnen boek van Alijn Danau zijn gestart. Hij is er zelf bijna klaar mee, en uw blogger hier maakt de illustraties en zorgt voor de vormgeving zodat één en ander in goede staat naar de drukkerij kan. De bedoeling is dat het boek eind van het jaar verkrijgbaar is. Wat ik totnogtoe las is véélbelovend, de ware vissers-spirit spettert er vanaf.
‘t Is zo erg dat je er spontaan wil van gaan vissen. Oké, dit weekend dan.

Ik heb er niks van gebakken dit weekend. Nochtans, ik had de tijd, twee visdagen! Ik had vrijdagavond één keer maar wat steviger gevoerd, meer tijd had ik die week niet gehad met alle hussel. Zaterdagmorgen was ik met het krieken van de dag aanwezig en het was alsof ik naast m’n liesbotten stond, ‘k was er helemaal niet bij. Om een lang verhaal kort te maken, ‘t was een gesukkel van jewelste. Ongekende obstakels, een ambetant wierbedje, en dan nog op een nieuwe stek. Dus, een paar vissen verspeeld, én een paar gevangen met als leukste de ‘Rode Streep’. Ben kwam er net aan toen ik ‘m aan het drillen was. Hij vond het nogal wat, een mooie dertigponder die hij zelf dolgraag zou vangen… Eens uitgedrild en op de mat was hij (‘t is duidelijk een mannetje, het zaad liep er nog uit) niet te bedaren en niet vast te pakken voor een foto. Nog steeds niet goedgemutst kon ik daar absoluut niet mee lachen, greep het beest in een judogreep en zette hem gewoon knal terug, zonder foto’s dan maar. Ach, wat maakt het nou uit…
Ik was blij om ‘s middags naar huis te gaan. Erg raar.
‘s Namiddags ging ik gitaren testen bij Key Music in Sint-Niklaas en stuitte daar op fantastisch goud. Ik ben nu dus de trotse eigenaar van een mooie Taylor 214e. Fantastisch! Dat maakte m’n humeur al heel wat beter. Cadeau voor eigen bestwil kan je het noemen.
Zondagnamiddag was ik terug bij positieven en pakte ik nog eens uit met het pennetje en een paar doosjes zoete mais. Een beetje een gemakkelijkheidsoplossing. Ik vond algauw een paar beste vissen in de kant. Een greepje mais overboord en het magere pennetje ging half staan. Tien minuten later was ik in hevige strijd met één van de mooiere vissen aldaar, die in één ruk tot in de overkant zwom, zo hard was die geschrokken van die mep die ik ‘m gaf.. Maar ik dacht waarschijnlijk dat ik nog zo’n pook van gisteren in handen had, drilde te onvoorzichtig en lostte deze mooie karper… Ik meende die bleke vis met z’n dikke buik te herkennen. Ach ja, berusting, zen, niks kon me vandaag opjagen.
Ik maakte een stekje of vijf aan, op enige afstand van elkaar. Het liep wel want ik ving vlot een paar leuke kleine karpers, de grootste was een kilo of elf. Een grijzige schub die ik herkende want het was dezelfde die ik midden april op nét het zelfde vierkante metertje ving.
Op de beste stek, wat verder onder de bomen, een mooi plateau, wilde het niet lopen. Na het optakelen van een brasem had ik er al geen goed gevoel meer bij, maar deed toch maar even verder. Ik had het mezelf namelijk gemakkelijk gemaakt op m’n bewaarmat. Om even later achter m’n penhengel zachtjes in slaap te doezelen. Het is daar op dat stekje wel erg relaxt hoor! Toen ik wakker werd lag m’n hengel er gelukkig nog! Ouf! Vond dit dus niet kunnen, smeet m’n natte regenpak, mat, en de spullen in de auto en ging er vandoor. Genoeg, ik ging gitaar spelen!

Thuis heb ik dus drie karpertjes in een grote bak zitten. Van eitje tot visje van ongeveer twee centimeter, dat gaat erg vlug. Ze eten dan ook als gekken. Ik heb door nadere inspectie gemerkt dat het allen schubkarpertjes zijn (je moet verdomd goed kijken, en natuurlijk is een spiegel beter herkenbaar). Misschien wat jammer, want spiegels zijn immers iets meer geliefd door hun markante verschijning.
Vorige week merkte ik iets eigenaardig. Ik voerde ze wat schilfers uit een boilie van Luc Pluckers’ HIR mix en die werden direct geaccepteerd als voedsel, ze vraten zich te pletter tot hun kleine buikje bol stond. Die mix is natuurlijk niet voor niks ‘High Instant Respons’ genoemd.
Het volgende wat ik ze gaf waren twee micro pellets, Marine Halibut van Dynamite, u aller welbekend en niet slecht. Wel, dat zagen ze helemaal niet zitten, en het is dan ook uiteengevallen blijven liggen tot het water begon te stinken (dat gebeurde erg vlug trouwens). Begrijpe wie begrijpe kan. Zijn ze daarvoor te klein?…
Nu voeder ik ze terug met diepvries ‘levend’ aas, cyclops en dergelijke. Dit vinden ze heerlijk, onze schatjes van het Fort! Als ze ongeveer 15 cm zijn laat ik ze daar terug zwemmen. Ben benieuwd.

Vistripje op het allerlaatste moment, zonder voorbereiding, naar Nederland. De dag begon slecht toen ik met viskledij en al aan de trailerhelling door stom toeval in het water verdween. Doorweekt werd er een oplossing gezocht. En de dag doorgevist. Mooie luchten en mooie snoeken. Vijf vissen zagen we die dag in de boot en er waren er twee bij van 104 cm. Dus wij allebei blij! Erg toffe dag, zelfs in die natte kleren. Ik droogde trouwens wel op door het waterzonnetje en het lauwe briesje. Toen we laat op de avond trailerden, geloof het of niet, verdween ik nog eens in het water, van de trailer gegleden, verdorie! ‘Dat heb je mooi geregeld’: zou Jacques zeggen!


Gisteren langs de Vaart gewandeld, in een poging om m’n dinsdagavond zinvol te vullen. Ik hoopte op een aantal windes of ruisvoorns. Gesneden broodje gekocht en met het lichte materiaal op stap. Maar de ganse avond krijg ik geen kans. Het weer was er ook niet zo best voor en ik besef dat er met méér zon, ook meer mogelijkheden zijn. Ik kom Rie tegen die me een lift geeft tot bij m’n auto, wat me kilometers stappen spaart.
Al terugrijdend stop ik langs een oud stekje en ‘k zie twee stokbroden drijven in het kantje. Met daaronder een hele hele beste maar erg voorzichtige karper. Hij sloeberde zo nu en dan, en ik dacht: ‘Makker, jij ligt sebiet in m’n net’. Gelukkig had ik ook m’n karpermateriaal in de auto mee, dus dat was gauw opgetuigd.
Een klein korstje traagjes langs het stokbrood geparkeerd, maar na 20 minuten mocht hij of zij het nog altijd niet. Hij bleef hangen onder dat ene brood, nu en dan traagjes zabberend… én het begon al te schemeren. Dat brood bleef maar op en neer dobberen, als een meervaldobber zo groot. Over het aandere brood hadden zich een aantal ruisvoorns ontfermd, maar die vond ik op dat moment niet interessant genoeg. Die karper!
Dan maar een vlokje gemonteerd, traag zinkend, omdat dat nog eens wat wil forceren. Ik laat het zakken en zie het mooi traag naar beneden dwarrelen. Het witte vlekje verdwijnt in een flits, ik klop aan en vang verdorie een piepklein karpertje. Die was me helemaal ontgaan. Misschien 30 cm, een baby! Tja, de grote vis was met de noorderzon verdwenen natuurlijk! Verdomme, wat een gemiste kans… Maar, het ruikt naar méér.

Ik bemerk dat ik mezelf veel strakker en cynischer aan het opstellen ben tegen het Belgische gewichtengesleur dat momenteel hoogtij viert. De boekjes en het internet staan er vol van… een stroomversnelling die niet in te tomen valt. Rondom mij vangt iedereen zich de pleuris aan de meest onwaarschijnlijke bakken. Dertigers, veertigers en nog eens veertigers. Zwemt er hier nog iets anders rond?… Wie apprecieert nog het plezier die de ‘kleinere’ vissen ons schenken? Het gebruik van lichte materialen, fragiele lijndiktes die het betere hengelwerk vragen? Ik droom er eigenlijk wat van weg… Met de windes die ik zondag ving is een kettingreactie op gang gekomen. Wow, wat plooide dat hengeltje toch zo mooi dubbel, terwijl ik losjes vanuit de plos drilde…
Laatst was ik op zoek naar mede-bloggers, mensen die ook een blog bijhouden over hun exploten aan de waterkant. Er zijn er bitter weinig. En al zeker niet in ons taalgebied.
Maar, hoog in Nederland vond ik Peter, duidelijk een visser in hart en nieren, die ongeveer even oud is als ik. Hij vist voor zover ik weet altijd in de polder. Met pennetjes en lichte wakertjes, kleine spinnertjes. Een priegelaar dus.
Met uitgepuurde, soms oude, hengels. En hij word bijvoorbeeld ook nog lyrisch bij het gebruik van een oude Abu Cardinal molen. Ik weet het, oud en gedateerd, maar wat kan de slip van zo’n ding zo lekker knorren… Mischien moet je gewoon wat ouder zijn, om van dit soort dingen te genieten en ze naar waarde te schatten? Ik weet het niet.
Peter houdt dus, net zoals ik, een dagboek bij van iedere keer hij gaat vissen. Hoogst onderhoudend en prettig om lezen. Wat een andere visserij dan bij ons!… Ik heb me gepermiteerd beeldjes van z’n site te pikken, voor de sfeer. Klik eens op de foto van het baarsje, om te zien wat ik bedoel.
Ik vind het een aanrader, voor mensen die echt van ‘het vissen’ houden.
Kijk en lees het na op: http://struinendoordepolder.blogspot.com


Zaterdagmiddag deden David en ik ons vaarexamen in Nederland. Het Vaarbewijs heb je immers nodig als je een boot hebt die behoorlijk hard gaat. Ik had me goed voorbereid maar door een toevallige samenloop van omstandigheden had ik het gevoel dat ik niet helemaal juist op de pedalen trapte. Een ganse week overstrest. Niet goed. Het examen ging me nochtans redelijk goed af. Maar het mocht niet zijn. Ik had een puntje te kort. Davis is blij geslaagd. Zo is het leven, en het volgend examens sta ik er voor de tweede keer.
Toch een zware dobber om uit te loden, want ik kreeg het zaterdagavond en zondagmorgen niet verteerd. De oorspronkelijke plannen werden gewijzigd en ik besloot om het bij mij in de buurt te zoeken. Met de lichte spinhengel op zoek naar snoek, ‘s morgens na het uitbrengen van m’n stem voor Groen. Niks vergreep zich aan m’n shadjes. Ik was reeds naar de auto aan ‘t wandelen toen ik een ingeving kreeg. Keerde om naar andere oorden en de eerste worp resulteerde in een volger. Die ik net erna toch haakte. Leuke snoek, goed zeventig cm, zoiets. Al een beetje beter gestemd vistte ik de strook verder af. Wat verder ving ik er nog eentje dat alles gaf wat er in z’n lijfje zat. Dapper, maar je had geen kans. Ik zag een hommel zitten op een paarse bloem, die wilde ik op de foto. Hij liet het toe, dronken misschien?
Verderop kreeg ik nog een volger, geniepige beet in de staart van de shad, maar hij besloot dat het niet koosjer was. Weg snoek.
In de namiddag besloot ik om eens iet anders te proberen. Twee broden in tas, klein materiaal mee, en een oude ultralichte snoekbaarshengel met 16/00 nylon op het oude Mitchell molentje. Ik wou het op die mooie windes proberen die bij ons in het kanaal zwemmen. Resulteerde in een erg mooie namiddag, en ondanks de weinige oppervlakteactiviteit wist ik toch drie mooie schuchtere windes te vangen. Puike sportvis op licht materiaal, wat plooide die hengel mooi! Dit doe ik zéker nog, maar dan wat beter voorbereid, met zonniger weer, en met méér vis bovenop.
Ik kon m’n verlies al wat beter dragen…

Dinsdagavond word traditie. Ademhalen! Na een zware creatieve dag op het werk wil ik nog eens met m’n voeten in het water. Waadpak mee, een tang, fototoestelletje en hengel met één jerkbait. M’n Guppy.
Veel volk aan het water waardoor het ineens een stuk kliener word. Op een stuk waar ik niet eerder vistte haak ik een vis van ongeveer 80 cm. Na wat geknoei, want dat is het als je tot je middel in het water staat, laat ik hem terug gaan. Goed begin! Ik loop het water af en sta versteld van de hoeveelheden speldaas, voer voor onze snoeken. Er staat een schraal windje maar de flauwe zon en m’n neopreen pak maken het aangenaam in het water. Ik krijg een tweetal harde tikken maar de snoeken zetten niet door.
In een hoekje krijg ik terug een doffe tip, en de tweede worp laat het snoekje uit de rieten stuiven om vol op de Guppy te schuiven. Erg mooi als je het ziet gebeuren.
Dan blijft het wat stil en tweehonderd meter verder komt er terug een snoekje uit de diepte. Een witte flits als hij het aas grijpt. Mis! Maar hij is dol en geeft niet op, drie keer valt hij aan vlak voor m’n voeten en uiteindelijk heb ik ‘m te knippen. Jongen, je was klein maar erg dapper!
Gestopt rond 22u30 maar ‘k was pas thuis rond 1u30, wooof, als een visser zoals ik aan de praat gaat met andere vissers… Tja.


Zondag op om 4u15, wat vroeg is voor me. Snoekbaarsvissen in Nederland! Want dit weekend is het roofvisseizoen terug geopend. Ben had me uitgenodigd om samen met z’n pa een poging te doen om een paar snoekbaarzen te verleiden. Dat wilde best lukken, alhoewel het een moeilijke start kende. Plots schoten de vissen in aktie en werd overal vis gedrild. Maar rond de middag was het feest over. Een 15-tal mooie snoekbaarzen waren de klos. Eén ervan spande de kroon, Ben had er een ferme dril aan want zo’n beest geeft zich niet zo gemakkelijk gewonnen als een snoek van dat slag. Toen hij bovenkwam dacht ik direct: ‘Dit heb ik nog nooit gezien’. Zonder enige stress werd het beest geland en gemeten. 90 hele centimeters snoekbaars, een waar kasteel! Wat is zo’n dier impressionnant! Op de foto zie je dat niet zo, want den Ben is immers ook een best impressionante kerel. Een topvangst, en hij was er ook wat high van. Een PB, Kick chapeau!
De middag bracht ons een uitstapje op de wal, om te buurten bij enkele bevriende Fransen. Erg fijne mensen, een paar flessen champagne werden geopend en we dronken op het goede gezelschap, straffe verhalen, exotische bestemmingen, en natuurlijk op de roofvis. Ganzeleverpaté en droge salami op brood maakten het af. De Fransen hadden allen geneugten van thuis bij tijdens hun vakantie in Nederland.
Terug op het water, andere stekken werden gezocht, gevonden en afgevist maar het mocht niet meer zijn. er werd niks meer verzilverd. Halfweg in de namiddag besloten we terug te gaan, en tijdens het binnenlopen wat te trollen met snoekbaarsplugjes.
Ben had algauw een minisnoekje, een ‘aasvis’ zou Jacques een beetje lachend opmerken.


En net voor het binnenlopen aan de trailerhelling klopte er iets op m’n diepgevoerde plugje. Vastgelopen? Nee hoor, het snoekbaarshengeltje gaf een prachtige dril maar de snoek had geen kans. Ik landde hem met de hand en je zag het meteen, een beste meter. Dus, 106cm mooi in de boot. Wat een afsluiter van deze prachtige openingsdag van het nieuwe roofvisseizoen. De boot werd getrailerd, gepoetst en op de kant gezet. En het eerste pintje werd besteld. Kutbier dat wel, dat Nederlandse fluitje. Maar, we gaven een toast op de mooie dag…

Wat kan je anders doen dan een spinhengel grijpen als je niet veel tijd hebt? Was al wat laat van het werk af, en kon het niet laten om buiten wat af te koelen. Een zware baitcaster, onthaaktang, m’n kapotgebeten Guppy en een extra plug mocht er iets kwijtraken. Meer had ik niet nodig voor een kort avondje vissen. Ach, misschien de vijfde worp en ik had een volger tot vlak voor m’n voeten. De snoek schrok van m’n verschijning, maakte rechtsomkeer en schoot weg. Kans verkeken dacht ik. Een kort worpje vooruit bracht de snoek terug in het oppervlak maar hij miste m’n Guppy. Derde worp en nu ging hij er volledig voor, prachtig! Een kort gevecht een een vis van +/-80 cm kon even later probleemloos teruggezet worden. Hij schoot er als een raket vandoor. Wat zijn ze heftig op dit moment van het jaar…
Iets verderop, op een plekje waar ik eigenlijk nog nooit gevist had, kreeg ik een harde aanbeet, maar de vis schoot vrijwel direct los. Spijtig, maar er was er al eentje op de kant, het kon de pret niet meer drukken.
Het bleef wel een tijdje stil, maar tegen de schemering haakte ik er eentje op maximum werpafstand. Hij kwam m’n aas halen in het oppervlak. Leuke dril en het snoekje van een goeie 70 cm zwom even later terug…
Ik ging tevreden naar huis, dit is pas vissen! Kort uithalen, en je niet druk maken om het resultaat. Als er maar actie is, en je het gevoel hebt dat je goed bezig bent…

M’n kapotgebeten zelfgemaakte Guppy, net één jaar oud.

M’n drie overlevenden in de bak doen het prima. Ze groeien flink, en ik kan niet wachten om te zien of het nu brasems al dan niet karpers zijn. Anayway, als ik ze groot krijg dan gaan ze terug naar hun ouders. Ben ik nu een pleegmoeder, of een kinderopvang?…

Dit is de magere snoek die ik een maand of wat terug ving, in ‘t gezelschap van Ben. Of het arme dier is op z’n retour, of ze was net afgepaaid. Toch leuk om eens een wat langere te vangen in België. Zoveel zwemmen er ook niet.
Dit weekend werd er niet gevist, ‘k had er eens geen zin in. Ben ik aan het aftakelen?…

Woensdagavond kochten David en ik bij een uiterst sympathiek Belgisch koppel een nieuwe, weliswaar tweedehandse boot. Een volledig nieuwe boot is voor mij financiëel niet haalbaar. De alu boot zal het ons zal toelaten om wat meer water te bestrijken, en mobieler te zijn.
En wat meer ruimte en stabiliteit is ook natuurlijk niet verkeerd.
Het is een Sylvan Sporttroller 1600 op een Riba kanteltrailer geworden, met een Honda 30 pk erachter. Het nieuwe roofvisseizoen kan er niet gauw genoeg zijn.
Yahoooo!…

Gistermorgen een monsterfile geslikt om in Nederland te vissen. Jacques zat me monter op te wachten. En ik voelde me al direct in vakantiestemming. Na de gebruikelijk updates van info en gossip togen we op stap. Een emmertje particlemix werd verstrooid op strategische plekjes. Even een uurtje pauze en na het verorberen van een lekkerbekkie (verse gebakken wijting of toch zoiets) en een broodje gerookte makreel lieten we onze pennetjes zakken in het poldervaartje. Erg leuk dit, en rustgevend. Het deed me aan m’n jeugd denken!
Jacques mistte er al vlug eentje, vals gehaakt. De eerste stekken gaven wel activiteit, bellen, maar geen aanbeten. Wat later ving Jacques toch een kleine grassie die hij vlot liet terugglijden.
Op een nieuwe stek op een brugje wat verderop zeilde m’n pennetje direct opzij en na de aanslag kwam een mooie grassie als een raket uit de plompen tevoorschijn. Even later had Jacques er ook een van hetzelfde slag, mooie vissen van rond de tachtig cm. Die aan dit licht materiaal tussen de plomp prachtige sport geven! Het fotograferen van een graskarper is niet zo eenvoudig, dus ze gingen onmiddellijk terug, deze toch tere vissen. Super.
Het begon weer mottig te regenen en we bliezen de aftocht… Hij had Jupiler gekocht als apero. Syl kookte zoals gewoonlijk, gewoon voortreffelijk! Dat kan dus tellen. Toffe dag, zoals altijd met Jake!…

Oei, m’n zorgvuldig samengezochte eitjes uit het Fort zijn beschimmeld. Ik heb de stinkende troep dan maar door het toilet gespoeld. Ik heb slechts drie overlevenden in de bak, die het zo te zien prima doen en ook groeien.
Als ik deze groot krijg dan is het al een bescheiden triomf, en een reden om het volgend jaar beter te doen! Nu maar hopen dat het karpers zijn, en geen brasems…

Vrijdag had ik vrij en ben ik nog eens met Jacques op stap geweest, op zoek naar nieuwe horizonten. Ik voelde me ziek en verward, troebel in het hoofd, maar besloot ons korte afspraakje toch te laten doorgaan. Vistijd is immers goud waard, en is misschien ook helend.
Dat bleek ook met de vangst van twee mooie graskarpers van rond de vijftien kilo. Wat later haakte Jacques nog een kleinere vis, maar ik kon niks meer versieren, de vissen waren blijkbaar verstoord. We trokken nadien naar een ander watertje waar een aantal vissen in het oppervlak vonden. Jacques had na een klein half uurtje een mooi spiegeltje en ik haakte een betere vis, die ik herkende van een eerdere vangst. De vis was zo beschadigd van het heftige paaien dat ik het zonde vond om opnames te maken en ‘m te wegen. Hop terug dus. Zonder die beschadigingen was dat wel een mooie dertiger vond Jacques!
Om vijf uur vloog ik naar school om Jan op te halen en om ons weekend samen te starten.
‘s Avonds was ik goed ziek en dat is nu nog geen haar beter. Pff…
Ik krijg geen treffelijk woord uit m’n hoofd geperst, maar de foto’s wil ik jullie niet onthouden.


Tja, m’n visbroed dat zo goed verzorgd word, heeft de geest gegeven. Geen idee waarom, aan de temperatuur en de hoeveelheid licht zal het echter niet liggen.
Maar, er zwemmen al terug nieuwe visjes rond in de bak en nog steeds zijn niet alle eitjes uitgekomen. Ik zie het dus allemaal gebeuren, maar wat overleefd zal vertroeteld worden!

Maandagavond heb ik tussen de net afgepaaide karpers en brasems wat groen en wortels afgesneden, en meegenomen naar huis. De buit werd ondergebracht in een grote transparante plastic container, en voorzien van voldoende licht. Op m’n appartementje is het algauw een stuk boven de twintig graden en voor het uitkomen van de eitjes is dat natuurlijk een plus!
Groot was gisterenavond m’n verbazing dat tussen een hoop stinkende en beschimmelde eieren ook al wat minivisjes rondzwommen! Deze morgen waren het er trouwens al meer! Ze zijn mischien een milimeter of vier lang en nauwelijks waar te nemen.
Als ik deze in leven kan houden worden dit mischien de opvolgers van…
Let’s hope!… (wordt vervolgd)

Hij belde en zei dat hij zonodig moest. ‘Kan je een dagje vrij nemen morgen?’ vroeg Jacques. Toevallig kon het wel, en om 7u stond de man al in vol ornaat aan m’n voordeur geparkeerd. Eerst maakten we een leuke wandeling aan een water bij mij in de buurt. Het stikte er van de karpervissers, en de vissen kruisten paaiensklaar in grote groepen aan het oppervlak, bijna onbereikbaar op 100 meter plus. Mooi zicht! Vandaar uit trokken we naar een stuk water, en ik was wat voortvarend om Jacques een mooie vis te beloven…
Er was echter niet veel activiteit te bespeuren. Na wat moeite viel alles uiteindelijk in de plooi en kon hij als tweede vis een 15,5 kg schub op de mat leggen. Effe naar Belgiê tuffen om daar prompt een dertiger te vangen, welwel! Z’n eerste vis was een mooi volschubspiegeltje die ik herkende van een paar weken geleden. Minder is al mooi!
Later, had ik een mooie kans vlak voor m’n voeten, vlakbij de zwaarste obstakels, maar ik sloeg mis. Hoe kon dat nou? De vis was niet geschrokken en zwom rustig z’n rondjes in het kantje. Onze Jacques verprutste ook een kans op deze buikige vis, wat uitmondde is een binnenmonds gegrom en gevloek, je moet ‘m ooit eens gehoord hebben! Ik daalde terug in, liet het beest goed lijn nemen en ramde er op. Slip volledig dicht, en ik had maar een paar meter lijn uitstaan. Liet niks toe, en na een dril op het scherpst van wat kon liet de vis zich door jacques scheppen. 16,8 kg. was het verdikt. Je zou voor minder tevreden zijn op zo’n bloedhete dag!
Om wat verandering te brengen in het menu voor m’n Hollandse vriend besloten we naar een stukje kanaal te rijden waar ik wel een vis aan het oppervlak verwachtte. Dat was ook zo, maar het waren er maar een paar. Na een goed half uur had ik een schub van rond de tien kilo die direct terug ging. De stek was verstoord, dood, en we verdwenen met de noorderzon.
Tegen de avond vingen we op een andere stek nog een paar vissen. Een vis van rond de 11 en een andere van goed 13 kg. We hadden er ook enkele verspeeld, maar dat verhaal doe ik hier niet uit de doeken. Zo veel geklungel hoeft niet verhaald.
We gingen tevreden, maar compleet gaar caféwaarts. Een fris slaatje en een dito biertje later verdween Jacques terug richting Nederland. Door z’n openstaande raampje me nog: ‘Bedaaannkt’, maar ‘t was geen moeite. enkel voorbereiding voor m’n dagje uit begin Mei, in Nederland. Dan neemt ie me mee naar z’n eigen onontgonnen ondoorgrondbare visgronden. Mmmmmm…

Gisteren had ik Jacques Schouten aan de lijn, en zoals altijd is dat een geambieerd gesprek over grote onbereikbare vissen, en de zoektocht er naar.
Nou moet je het Jacques niet leren, maar hij is altijd geinteresseerd in een Belgische grote vis. Z’n oren gaan er van wapperen. Hij luisterde gretig naar m’n plannen. Ik merkte op dat het nieuwe plan een paar minder leuke kantjes had. We zouden moeten onderduiken, nachtwerk, inbreken, want het water verdraagt geen pottekijkers. Zelfs geen visser.
‘Geen probleem’ hoorde ik hem zeggen, op z’n allerdroogste Hollands. ‘Als ‘t maar dikke vissen zijn. Nou, ik heb zelfs al bij Juliana in de tuin gevist…’
M’n frank viel direct. ‘Bij jullie koningin dan?’
‘Ja, in haar vijver, en daar mag je ook helemaal niet komen hoor!’…
Ik kwam niet bij, zo grappig vond ik dit, maar het bleek nog waar ook, hij had er trouwens karper gevangen ook!
Gisterenavond trok ik er eventjes op uit met de lichte spinhengel. Met hoop op snoek. Wat een zweterig weer! Ik hing een klein Fox Jerkbaitje in de speld. Nog nooit iet op gevangen, maar het formaat stond me wel aan voor dit moment. Tweede of derde worp, mischien de vijfde en ik had er eentje. Welkom jongen, welkom! Ik banjerde door de bramen naar beneden om het beestje te landen, en het ging er even later fors van door, terug naar z’n standplaats.
Ik klauterde langs de andere kant van het brugje naar beneden, deed één worp en zag een snoek van op twee meter afstand een shot wagen, hij mistte voluit, maar de volgende worp verdween het kleine jerkbaitje voluit in z’n bek. Jij ben de pineut. Ook welkom!
Het beloofde voor de rest van de avond, maar buiten twee volgers die ik niet kon verleiden, zag ik niks meer. Ik moet dat Fox dingetje een betere kans geven…

Jacques met een leuke Ierse snoek, tijdens ons tripje aldaar, vorig jaar.

Was wat later van het werk weggeraakt, en wist niet goed wat doen. De dag had me slecht nieuws gebracht, en ik was er behoorlijk door van de kaart. Luc, één van onze visvrienden van vliegvisclub The Royal Coachman uit het Gentste, blijkt al een hele tijd te zijn overleden zonder dat ik het wist. Hoeveel vliegen hebben we op de wekelijkse bindavonden niet samen gestrikt? Ook al heb ik de man al jaren niet gezien, toch blijf je je visvrienden en de mooie herinneringen koesteren. Nu is hij er niet meer. En dat doet pijn. Van de originele oprichters van de vereniging zijn er nu reeds drie fantastische mannen niet meer onder ons. Daniêl, de man de me het vliegbinden bijbracht… Leo, oud geworden, maar met een ongelofellijke levenslust en optimisme en nu Lucske… Dit is het leven, zo gaat het nou eenmaal…
Dit en dat waren m’n gedachten van de dag en uiteindelijk pakte ik nog een lichte spinhengel uit de hoop om wat met streamers te gaan gooien in de buurt. De zon gaf haar laatste uurtje licht en het werd al wat killer. Het water is er zo uitgehelderd dat je alles ziet liggen onder water, karpers en snoeken inclusief. Paaiende brasems. Fantastisch.
Ik miste een snoek die met veel kabaal uit het uitlopende riet schoot en de rakker zag kans om m’n oranje konijnebontstreamer van z’n staart te ontdoen. Een tweede kans gaf hij me niet.
Wat verderop kreeg ik een herkansing met een oppervlakteplugje. Walk the dog-vissen noemt men dit. Ik zag de snoek van vier meter verder een shot wagen tot vlak in het kantje. Hij klapte erop en schoot direct los. Te vlug aangeslagen? Enorme kolk. Toch een beste vis, één om te hebben! Spijtig, maar ik had toch vis gezien, gevoeld, en dat deed me deugd na het zware nieuws van die morgen. Volgende keer meer succes. Ik heb geslikt en kon terug ademhalen. Het ga je goed, Luc…

Vliegvissershemel in Slovenië

Na de vier kleppers die bij ons dit weekend de kant zagen was de dag op het werk (28 graden achter m’n computer) weer nodeloos lang. Ik smachtte, ojojo, ik smachtte. Deed om 18u aan overdreven snelheid. At en dronk niet eens. En reed subito naar het water nadat ik thuis het allerhoogstnodige visgerij had opgehaald.
Zocht vlug wat vis op. Strategisch gevoederd, en er was verdorie rap reactie! Ik liet m’n aas tussen de bomen indalen, en kon direct, maar dan ook direct, aanslaan. M’n onthaakmat lag niet eens open. Afromen noemen ze dat. Het werd wat geklungel maar ik kreeg een 11,8 kg. schub op de mat, en een toevallige passant zette het beestje op de foto. Spijtig genoeg zijn er zelfs mensen die met de allersimpelste digitale camera nog geen scherpe foto kunnen maken. Maar, dat geeft niet.
Even later krijg ik babbelend gezelschap, dat enthousiast van wal steekt met het vertellen over persoonlijke problemen. Veel frustraties leven bij veel mensen. Kijk, daarom ga ik trouwens ook vissen. De karpers zijn er nog maar houden zich gedeisd na al dit verbaal geweld. Ze doen zelfs wat nerveus.
De kerel, hoe sympathiek ook, blijft woorden spuwen, houd niet op, en het is bijna donker. Inmiddels is ook Ben gearriveerd, en uiteindelijk gaat de ‘brave’ jongen er vandoor.
Geen vis meer vanavond, maar de dag is in stijl afgesloten. Mét karper, en een Jupilerke.


Zaterdag had ik, vrijwel onverwacht, Ben uitgenodigd om een dagsessie te doen. Al dat nachtelijk gekampeer is niks meer voor mij. Vooral die muggen niet! Om 6u30 stond ik paraat aan het water maar den brave Ben had zich stevig overslapen. Twee uur later kwam hij opdagen, en ik had toen al een leuke spiegel van een goede zeven kilo gevangen. En een vis gelost op een nieuw stiff-rigje, dat er dadelijk terug afging. Toen ik een uurtje later een haperende beet kreeg, sloeg ik aan, een gat in de lucht, en draaide dan maar binnen. Halverwege zie ik een kolk achter m’n aas, en er volgt een tikje. Een snoekje volgt het spinnende aas, en geeft niet af. Ik speel het spelletje mee en ram er de haak in. Geen verweer op de zware karperhengel. Toch leuk deze babysnoek.
Ben ariveert totaal verwaaid en is over z’n toeren over de gemiste twee uur. Maar alle hengels liggen algauw in strategische posities en het duurt niet lang, geen wartier, voor hij kan aantikken op een stevige run. Het duurde lang en het gevecht ging diep. Ik kon een 18,2 kg. spiegel voor ‘m scheppen. Ben was enorm in de wolken, ik ook trouwens, wat een dag ging dit worden? We waren net de eerste foto’s aan het nemen toen er een run kwam aan de andere hengels… ik repte me er naar toe en even later verscheen er een beste vis in het heldere water. Een spiegel van 16,6 kg. Niet nodig om te zeggen dat ik in de wolken was, zeker? Beide vissen werden gefotografeerd in het strijkende ochtendlicht en even later gingen ze terug. Super-result!
We zaten de voormiddag uit en er kwamen nog twee kleinere vissen van ong. 7 kilo op de kant, het ene was een wel erg mooi beschub spiegeltje. Ook werd er nog een snelle vis verspeeld in de talrijke obstakels.



Toen kwamen er andere vissers aan en we bliezen de aftocht voor een welkom drankje, erg welkom in dit broeierige weer! Ik durfde onze vangsten niet echt kwijt en was benieuwd wat zij in de loop van de dag nog van die stek zouden afhalen. Zou het sterven, was het over?
Na de nodige verfrissingen was de nood aan nóg méér vis blijkbaar hoog, want we wilden graag terug. Zwommen er nog bonussen rond? Eén en ander zag er veelbelovend uit en om een lang verhaal kort te maken, helemaal niet uit te wijden over deze saaiste karpertechnieken, een korte samenvatting. Ben ving op een andere stek nog de mooie grijze ‘Magnolia’ op 16,2 kg. en ik op een nog andere stek de verweerde en sterk vermagerende ‘oude knar’ op net 15 kg. Deze vis, daar vrees ik voor, die zal waarschijnlijk sterven. Zo’n kop, en helemaal geen lijf meer. Ik had die een paar jaar geleden ook eens, maar dan veel zwaarder op 19,4 kg. Spijtig, maar zo gaat het nou eenmaal…
We called it a day, pakten verslijmd in, en reden helemaal in de wolken naar de Midzeelhoeve voor de afsluiter van de dag, Steak met Belgische frietjes met de bijhorende frisse pintjes! Jupiler rules! Lekker adresje!
Wederom een zalige dag, samen met den hoogst aangename Ben, mooie weer, en verdomme zeg nou zelf, vier dertigers op een zomerse dag! Kan het nog beter?…


Nu de lente uit z’n knoppen barst, bomen bloesemen, nu moet ik eruit. Weeral ademhalen. Gisterenavond. Geen haar op m’n hoofd die eraan dacht om thuis te gaan hokken.
Koortsachtig zocht ik na m’n werk twee blikjes zoete mais en toog naar het parkwatertje achter m’n appartement in Mechelen.
Twee karpervissers gingen juist weg, én ze hadden niks gevangen. Eigenaardig want dit water barst van brasems en kolkt van karper. Ik mocht en wilde het vanavond beleven. Twintig centimeter uit het kantje stond m’n pennetje op z’n scherpst. Ben, die op bezoek kwam, had zelfs wat moeite om het te zien, zei hij (ach, de jeugd hé!). Maar, ‘t enige die deze avond m’n pen ondertrok was brasem. En ze deden het kalmpjes aan. Geen zelfmoordpogingen zoals ik het hier al veel meegemaakt heb. Ze waren erg voorzichtig. Dus, ik had een brasem of vier, en geen karper. Die lagen in het midden van het plasje, in de laatse zonnestralen…
Eigenlijk, dacht ik, had ik beter met hondebrokjes aan de oppervlakte kunnen… ach ja, dat is misschien iets voor donderdagavond…
In het donker, vond Ben dat het ongeveer tijd was voor een doorspoelertje, en we trommelden Gunther op via de moderne communicatiemidelen, met de fiere melding dat ik net de machtige oude ‘Pompier’ op de kant had gelegd en we het wapenfeit gingen vieren in Café Het Anker, met uitzicht op de stek waar ik ooit dat superseizoen vistte. De Pompier, daar geloofde hij geen snars van, maar dat koele pintje had een aantrekkingskracht op ‘m, amai, net zoals een karper met veel genoegen in een bedje hennep&maples duikt. Geslaagde avond zonder vis.

Een mooie vis uit het superseizoen: de Warrelschub.

Na dertig jaar aan het water zou je denken dat je er op z’n minst iets van terecht brengt? Nee, het kan erger. Ieder seizoen heb ik een dag waarbij alles, maar dan ook echt alles, misgaat. Eergisteren, Paaszondag was een stralende en warme dag. Marleen, Jan en ik hadden al een prachtig natuuruitstapje gemaakt in de Pikhakendonk in Hever. Met een koppeltje ijsvogels, een groene specht en een bijna vertrappelde fazant waren we al dik tevreden. En die zon, die zon!…
We hadden nog een paar uur over voor ‘t avondeten, en deze stelde voor om een brood te kopen en nog eventjes met de korst te vissen. Het kon niet anders dat we enkele karpers aan het oppervlak zouden vinden.
En ja, ze lagen er. Niet zo aanwezig als op de heetste zomerdagen, maar toch zichtbaar genietend van de warme stralen. De eerste korsten werden met veel misbaar naar binnen geslurpt. Maar na een korst of tien verdween het ganse zootje voor een tijd uit zicht. Toen ze terug kwamen presenteerde ik er een klein korstje tussen. Wat later verdween het gorgelend in een mooie gele toeter. Ik schatte hem misschien een kilo of dertien. Er volgde een trage aanslag en de mooie vis zette koers naar open water, weg van een in ‘t water liggende boom. Mooi! Jan stond te huppelen: ‘Krijg ik die hengel nou, vlug?…” Hij sprong met z’n korte laarzen de oever af in het ondiepe kantje en ik gaf de hengel door. Hij doet het al mooi, dat drillen. Met een hengel van 1 1/2 Lbs gaat het hem goed af. Heel wat anders dan de zachte 2 3/4 Lbs Bruce Ashby poken die ik hier anders gebruik. Plotseling zeilde de vis af, terug naar de obstakels en toen het dreigde mis te gaan nam ik de hengel over om te redden wat er misschien nog te redden viel. Nee, hop de takken in en het spektakel was onmiddellijk over.
Pech, dat wel, maar er waren zeker nog kansen voor de avond viel. Twintig minuten later konden we een korstje aan een mooie vis presenteren, die nam het zonder moeilijk te doen. Een leuke spannende dril, die ik half deelde met m’n zoon, en wat later schoof ik het net onder een leuke spiegel. Deze vis had ik nog nooit gezien, een mooie donkere oude spiegel, met een klein bultje opzij, en erg sprekende grote gele schubben op z’n staartpartij. Ik beet de lijn door om met z’n tweetjes, en de vis gemakkelijker op de kant te kunnen. Hé, de vis zwom door m’n net heen, hoe was dat mogelijk? Toen zag ik pas wat er aan de hand was. Ik had het verkeerde net mee. Opengescheurd aan de ene kant. Ik had dat net toch veranderd? Verdorie, ik had echt een oud net uit de kelder meegenomen. Ik bracht er echt niets van terecht vandaag. Jan werd er zelfs boos om. Hoe kun je nu zo’n vis laten ontsnappen als ie al in het net lag? Dus, vis twee die nu met een haak in z’n bek rondzwemt. Ik kon er niet om lachen, dat spreekt voor zich.
Na deze commotie waren ze met z’n allen verdwenen, en we besloten om het op een andere stekje te proberen. Wat was dat? Daar zwommen een vijftal vissen, en pas wat later zag ik hoe groot sommigen waren. Dit waren dé toppers van het watertje. Toen we aankwamen had ik er al gevoerd, het meest was verdwenen, dus ‘friesbeede’ ik nog wat sneetjes bij. Er volgde direct reactie. De dolfijntjes lieten zich zien. Geen minuut later sleepte ik m’n korst van over de vissen naar hen toe. De grootste nam de korst beet, en kreeg ze niet binnen. Ze was nog niet doorweekt. Het spelletje ging even door, gemorrel met die korst onder water. O, wat is het water er helder! Ik veronderstelde dat m’n haak er niet meer inzat, en dat was ook zo. Een nieuw langwerpig stukje werd op de haak genaaid en over de vissen gegooid. Deze keer was het wel raak, de grootste van de bende! Ik zag de korst, toe hij wegzakte, traag in z’n bek verdwijnen. Hij ging er met veel misbaar vandoor toen ik aansloeg, maar ik stond direct met een knallend zweepje, zoals Joris dat ooit zo mooi wist te omschrijven. Hoe was het mogelijk, lijnbreuk, lijnbreuk! Marleen stond er bij en ze keek het allemaal wat aan. Lijnbreuk! Jan verdacht me al van wanpraktijken… De enige reden die ik kon bedenken was dat m’n lijn rond mijn topoog was gedraaid? Flauw excuus, ik weet het. Eén van de beren van het water en ik verspeel hem tijdens het aanslaan! Ik dacht, maar wist niet zeker, dat het die uitnodigings-vis was die David hier vorig jaar nog ving, toen hij een dagje met me mee viste. De week nadien had ik het beest terug, op dezelfde stek als nu, én op de korst. Het deed me er zó aan denken, dat het wel zó moest zijn. Een vis van 17, misschien achttien kilo, zoiets. God en verdorie, lijnbreuk.
Ja, ze waren natuurlijk terug met z’n allen verdwenen. De kansen waren geweest. We dropen af, en deze keer helaas niet van het slijm…
Drie vissen verspeeld, hoe is het mogelijk. Als alles misgaat…


Was het gisteren in België goed weer of niet? De godganse dag kon ik niet laten om vanaf de derde verdieping op het werk buiten te kijken over een zonovergoten Brussel. Om zes uur was het te erg geworden. Ik stoof naar huis. Thuis greep ik m’n baitcaster, één plug en één reserve shad, én de onthaaktang (je weet maar nooit!).
Tien minuten later moest ik gewoon aan het water zijn. Adem halen. Nu… direct!
Het ziet er prachtig uit, alles schiet groen uit, maar alleen de snoeken waren niet actief. Niks gevangen dus.
Tijdens de wandeling merk ik ook dat de plaatselijke jeugd ook geniet van de lente. Langs het water is al gebarbecued, en het ligt er vol achtergelaten vuilnis. Ik word er niet goed van, vreselijk. Krijgen kinderen geen dan goede opvoeding meer, of is het uit collectieve nalatigheid? Anayway, ik stond er op te kijken, en had een gevoel van plaatsvervangende schaamte!
Wat verstrooid werp ik verkeerd, een pruik in m’n reeltje, lijn kapot en m’n plug verdijnt met een fraaie boog in het water. Een kwartier of langer sta ik te milimeterwerpen om de plug van het wateroppervlak te grissen. En dat lukte uiteindelijk.
Even later ging de zon gloeiend onder, en ik kon er toch maar lekker van genieten. Zag drie karpers rollen op het einde van de wind, en vond het nogal wat. De karpervisser even verderop had ze niet opgemerkt. Trouwens, men moet leren kijken om te zien.

Vorige woensdag ging ik, wat ziekjes, aan een water in de buurt even werpen met m’n kunstaas, moest even ademhalen na het werk. Ik kreeg een teken, het was er zo duister, diffuus duister licht. en dat voorspelde niks goeds. Maar in het heldere water kon ik m’n kunstaas al van veraf volgen afstekend tegen die donkre wolken. Ik verbaasde me ook over de hoeveelheid water die er de laatse maanden was bijgekomen. Meer dan een meter, op z’n minst teveel voor m’n lieslaarzen! De hemel opende zich, en de achterklep van m’n Berlingo werd m’n schuiloord. Dit werd niks meer. Geen snoek gezien.
Ik had onze zaterdagse én nederlandse boottrip met Luc Van Litsenborg afgezegd, omdat ik me niet goed voelde.
Zaterdagmorgen ging ik, nog altijd ziekjes, langs bij Gunther en Ben die op een Fortwater een gezellige karpersessie deden. Die whiskey-cloa’s toch! Een viertal karpers hadden reeds de kant gezien, en ja, er zat verdorie weer een dertigponder bij! Een vis die op dat water zelden op de kant komt… mooi! Trouwens een erg mooie schub die vanaf nu ook op mn verlanglijstje staat!
Ik had m’n streamerhengel bij, kon het niet laten, en half verdoofd liep ik een uurtje of wat wat te dolen. Het water was kraakhelder en ik kon zo een aantal vissen in het kantje zien liggen.
Een kleine snoek greep mis, maar hoe kun je die halve zwart-fluogroene kip nou missen? Maar even later had ik ‘m toch.
Toen ik bij de karpermannen vertrok ging ik nog even hetzelfde stekje af. Nog wat actie van kleine vis en toen kwam daar plots die grote bek tevoorschijn die graag en traag m’n streame trachtte binnen te zuigen. Ook mis verdorie!
Wat een vis voor dit kleine Belgische water. Ik kletste de streamer terug het water in en voer hem diep achter de vis terug. Deze keer stoof zij erop als een ‘wilde vrouw’ die het op onze vriend Ben voorzien had! Gehaakt, en een korte gevech! Een lange vis maar extreem mager. Had er zelfs medelijden mee… zou er dan zo weinig proovis op ons fortwater rondzwemmen of is het een vis op z’n retour?
Ik toog met het beest naar Ben en Gunther, even verderop. Ben schatte, ik schatte en we hielden het op een 97 cm. Dat verdomde meetlint lag immers nog thuis. Maakt niet uit, de vis toonde zo mager dat het niet eens opviel. Ze zwom traag terug weg.


Zondag ging ik bij m’n ouders langs. M’n ma werd zeventig en dat moest gevierd. Ik ging ook even langs bij Geert Ballevier, één van m’n echte jeugdvrienden. Hij is erg onder de voet van de recente visterfte op de Gavers. Het water waar ook ik ooit vier jaar van m’n leven sleet, op zoek naar de grote karpers. De kroon van het water is niet meer. Een zestigtal vissen legden het loodje. Waarschijnlijk veel meer. Zéker 18 veertigponders en twee vijftigponders zijn dood gevonden. Wat erg. Zelfs vissen die ik ginds in 1992 ving (ha, wat was ik jong toen én mager!). De doodsoorzaak is nog niet duidelijk. We zijn er het hart van in. (Ondertussen, eind April, zijn er bijna 200 vissen gestorven…)
Maar, Geert toonde me ook z’n pas opgestarte kweekstation voor Discusvissen. en dat begint erg aardig te lukken. Erg mooi om de oudervissen te zien rondzwemmen met de nooit uit het oog te verliezen kroost!

Gisterennamiddag maakte ik nog een wandeling langs het kanaal Kortrijk-Bossuit waar het voor mij méér dan dertig jaar geleden allemaal begon. Waar ik ooit leerde vissen, en vrienschappen werden gesmeed. Het is er zo veranderd. Bepaalde stekken zijn onder drie meter beton verdwenen, en op andere plekjes zijn jonge scheuten heuse bomen geworden. Tja… het doet me altijd raar om er terug te gaan, en steekt de nostalgie de kop op. Op de foto hieronder onder zie een piepjonge Phil Cottenier met een vis uit ’87 van dit kanaal, een vis die ik het jaar nadien ook ving.
Gisteren kwamen een paar karpers reeds aan de oppervlakte azen op in het water gesmeten broodkortsen, en ik zag ook een paar kleine schubs die zich helemaal uit het water slingerden. Zichtbaar onder impuls van de erg mooie dag! Ma kon een slechtere dag gelukt hebben om zeventig te worden!
Man man, ik ben nog altijd ziek. Ooit word ik beter.


Vanaf nu kan je op deze blog, door te klikken op de recente foto’s,
deze beelden groter bekijken. Dat heeft wel wat vind ik…
Van nu af staan ook alle posts onder elkaar.
Door naar beneden te scrollen ga je dus terug in de tijd, en lees je alles chronologisch.
Ach ja, van nu af aan kan je ook terug berichten nalaten (onderaan de post klikken!). Doen!
Veel plezier!…
De schub hieronder is één van de 11kg. vissen van dit weekend, en het mooie ‘bosviooltje’ heb ik vorige week aan de Maas gefotografeerd.


Gisteren tijdens dat gure weertje moesten we zonodig nog eens uitpakken. Om 4u30 op, en op weg naar Nederland en z’n roofvissen in al z’n glorie, op het open water. Dat bijna niet bevisbaar was wegens de snoeharde rukwinden. Luc en ik hadden getrailerd op een ons onbekende plek om dichter bij onze visgronden te kunnen beginnen. Dat wilde wel lukken want even later had ik al direct beet, een vis die ik loste. Kort, tussen de hevige wind, koude regen door speelde ik er in de loop van de dag dus een viertal kwijt, Luc minstens evenveel, heel eigenaardig, en we hadden eer geen uitleg voor. Ik had uiteindelijk een vijftal snoeken, hij een drietal. Luc had wat pech met de grootte, ze waren middelmaatjes, en ik voelde me wat schuldig. Maar ja, dat is vissen, dat heb je voor als je samen uit een boot vist. Bij het uitkomen van een stukje vaart ging er op een onverwachtte plek een snoek op een niet mis te verstane manier aan m’n aas hangen, hop, 102 cm. M’n dag was weeral erruhhh goed…
Navigeren en driften was geen lachertje wegens de wind, maar na het omdraaien aan een kort hoekje sleurde een vis m’n hengel over de rand van de boot. Luc kon er nog net aan en ik begon aan een flinke dril waarbij m’n hengel brak, godverdomme. Ik werd wat nerveus maar kon de vis onder de kalmerende woorden van Luc toch nog handlanden. Allah,104 cm met een buikomtrek van 55 cm! Nooit gezien. Wat zijn die vissen verdorie dik dit jaar! Die gebroken hengel nam ik er wel bij. Dat is nou de tweede Shimano die eraan gaat… Tja… Als de pech eenmaal begint.. dan vang je blijkbaar goed?…
‘s Avonds na het uitdriften naar onze stek toe, begon het goed te spoken, zon, en toch werd het behoorlijk donker. Regen, hagel en sneeuw, enkel een hittegolf hadden we nog niet gehad!
Om het compleet te maken, reed ik de auto vast tijdens het traileren van de boot. Dat werkje nam een erg ruim uurtje in beslag!… Om 23u30 thuis, goed gaargestoofd door alle de actie en de kou.
Maare, visweer was het wél! Geen andere vissers te bekennen. Zijn we gek? Of niet? Nee.

Zaterdagmorgen werd het karpervissen! Nou ga je het niet geloven maar ik was er rond 8u ‘s morgens en ik pas om 10u30 het gevoel dat ik echt aan het vissen was. Een maal in de struiken gegooid, kapotgetrokken, één maal vast tijdens het uitdraaien, In m’n vinger gesneden tijdens het kapottrekken, wat een idioot ben ik. Zowat een tiental worpen voor ik goed lag, naar mijn idee. De verdomde struiken waren in een week allemaal een meter gegroeid want ze zagen kans om altijd maar mijn lijn en lood te pakken te krijgen. ik kreeg er de pukkels van. En de actie begon in de vorm van drie dikke zeelten, nog voor ik een balletje gevoederd had. Dat kon niet goed zijn voor het verloop van de dag. Wat later stond ik met de kleine behoefte in de struiken, en een karper had de behoefte om de obstakels in te duiken, nog voor ik m’n broek toe had. Tja, als je met pech begint, eindig je meestal wat later met… een 15,4 spiegel die wel zin had in m’n nieuwe 16 mm boilies. Aha mooi, wat een harde dril, het mannetje bleef maar gaan. Hup, de zak in en dapper verderdoen! Gunther en Ben kwamen aangewandeld voor een biertje, en het werd een gezellige ochtend. Toen ik wat later een schub van een kilo of elf op de mat gelegd had, ging er nog een andere vandoor. Ben drilde de vis uit en met z’n 13+ kilo mocht hij er wezen! Het werd een leuke fotopose. Er volgde nog een vis van een 11 kg. Ondertussen had ik ook nog twee te dikke brasems op de kant. Het stopte gewoon niet. Ik vertrok tegen 14u en ik had niet de kans gehad om ook maar eventjes in mijn stoeltje te gaan zitten. Dat doe ik in ‘t vervolg ook niet meer mee. Gunther was ondertussen aan de overkant van het water aan het vissen geslagen, en daar kon ik gaan uitblazen. Mooie start van ‘t weekend, ook al was het met de nodige pech begonnen. Ik was kapot!

Jan had me gevraagd om zaterdagmorgen te gaan vissen. Nu moet je mij dat geen twee keer zeggen, daar vind ik wel een gaatje voor. Slechts twee dagen kunnen voeren maar dat zou wel volstaan met dit heldere zonnige weer. Opstaan was voor onze Jan wat moeilijker maar na een flink bord corn flakes zette ie toch nog z’n tanden in m’n vismateriaal. We waren vlug opgetuigd, en hij hanteerde met veel plezier de katapult en vond ter plekke het ‘verspreid voeren’ terug uit! Niet getreurd, het aas werd met een beetje hulp van papa op de goeie stekken gedeponeerd. Om daarna prompt te starten met een misser, een niet gehaakte vis. Ik begon al direct te twijfelen aan die kleine Ashima haakjes die Gunther zo fantastisch vind. Tweede beet resulteerde in een gebroken onderlijn, hoe is dat nog mogelijk met zo’n sterk materiaal? Beet drie kon Jan verzilveren. Vergouden is beter want het was een mooi gouden schub van 14,2 kg. Z’n gezicht straalde van plezier, en toch vond hij het maar normaal. Met wat moeite konden we wat foto’s nemen, tillen lukte niet echt.
Na een paar grote brasems volgde tegen de middag nog een kans, en na een erg lange dril, onder boven, langs en door m’n andere hengels slaagde hij er in zonder schade een spiegel van 10,6 kg. uit te drillen. Scheppen moest ik maar doen, werd ik toe gedegradeerd. Allemaal goed voor me hoor…
Prachtige voormiddag, want om één uur waren we al terug thuis, en was het tijd voor andere dingen.


Zondag deden we een uitstap naar de natuur nabij Hastière/Dinant, een aanrader voor iedereen, en ik kon er volgende beeldjes schieten. We bouwden een dam in het riviertje zodat Marleen zonder vrees terug het water over raakte waar ze net tevoren was ingedonderd. Een pizza completeerde het fantastisch en zonnige weekend.

Zondag was ik op stap in Nederland met Luc Van Litsenborg. We waren van plan om met voorns te slepen. Ik vond het verbazend dat ondanks de mooie weersvoorspellingen het toch een sombere dag werd, met een zachte bries. Snoekweer dus. Er lagen veel boten op het water, die behoorlijk wat in het rond kruisten. Slechte tekenen dus. Na 14u30 werd het stil op het water, ze dropen af, en dat had mischien met de vangsten te maken? We vonden de scholen prooivis nog altijd op dezelfde plaatsen terug, maar de snoeken hadden in die buurt geen interesse in onze zorgvuldig getakelde aasjes. De conclusie was vlug gemaakt, ze zaten ergens anders. Op zoek dus!
Op het windkantje en op ondieper water hadden we na 100 meter slepen al reactie! Kortom, het werd een leuke middag vol actie op korte tijd, maar met te veel missers. Uiteindelijk hadden we na een aantal gemiste kansen toch vijf snoeken in de boot, een mooie negentiger voor Luc en een vis van net één meter voor mij. Iedereen tevreden naar huis en joehoe…. weekend geslaagd.


Het werd inderdaad tijd dat ik serieus aan het vissen sla. Zaterdag had ik een kort dagje gepland aan het Fort. Drie daagjes uiterst subtiel maar verspreid aangevoederd met bijgeflavourde 10 mm boilies. Toen ik aankwam in het eerste licht zag het er allemaal zalig uit, het was zelfs warm. Het poolpak moest zelfs uit! Na wat geknoei met m’n hengels (het was immers een half jaar geleden, of toch zoiets) kreeg ik alvast m’n eerste aasje waar ik het wilde. Net tegen een in het water gevallen boom. Ik ging wat bijvoederen. Toen reed er met veel moeite een kraan langs het smalle paadje aan m’n stek en k’zag m’n kansen door deze verstoring al slinken als sneeuw voor de zon. En, we hebben al zo weinig sneeuw. Gunther kwam aangewandeld en hij zag het op z’n Gunthers allemaal wel een beetje gebeuren. Ik wierp dan maar m’n tweede hengel uit, single hookbait, 10 mm. Wat stinken die boilies zeg! Ondertussen strandde de kraan met een gebroken rupsband op twintig meter van m’n stek. Groot geronk en gerochel.
Groot was de verwondering toen ik op rechts een trage beet kreeg. De vis kwam gemakkelijk van de obstakels weg en even later kon ik een spiegel scheppen die ik een een 12 à 13 kg schatte. Gunther zei: ‘Ben je gek, Plankie?’. Inderdaad, want het beest woog 18,6 kg! Wel wel, eerste karper van het jaar. Na de verplichte foto’s, want ik baalde van al dat trage gespartel en dat slijm, ging de vis weer zwemmen. Direct daarna kreeg ik leven op de single hookbait. Hop, 12,4 spiegel in het net. Alle hengels op de kant. Wat later kreeg ik alles in positie en voerde ik een kleinigheid bij. Het geronk van de kraan was uitgestorven, het magere zonnetje scheen op de stek en ik zag al uit naar meer, wel een beetje ‘greedy’ zou men kunnen opmerken. De enige meerwaarde die ik kreeg kwam aangewandeld in de vorm van Ben, die eventjes langskwam voor een uitgebreidde babbel. Ik bleef zitten tot 14u00, maar niks roerde nog. De douche was welgekomen, al dat slijm ben ik niet meer gewoon…

Oef, ik ben na bijna anderhalve maand nog eens het water op gegaan. Het deed deugd, ook al was het ‘s morgens flink koud. In de namiddag kregen we een mooi zonnetje te zien, en er was nauwelijks een kabbeltje op het water. Dit is nooit bevorderlijk voor onze vangsten. Wind moeten we hebben, en donkere wolken! David ving ‘s namiddags een snoekje van rond de zeventig en ik had net daarvoor een dikke snoekbaars. Dit was de enige actie van de dag.
Luc Van Litsenborg beviste ‘ons’ water voor het eerst en haalde al na een uur hard uit. We hoorden hem in de verte een kreet slaken, gingen zien, en konden pronto deze dikkerd fotograferen. Hij had verdorie z’n fototoestel niet bij. Amai, 110 cm volgevreten vette supersnoek, astemblieft!